Uitgezette Russen bespioneerden Nederlandse hightech-sector

Nederland is een belangrijke speler bij de ontwikkeling van microchips, bijvoorbeeld omdat chipmachinemaker ASML hier zit. Volgens het onderzoek hebben zeker twee uitgezette inlichtingenofficieren een expertise op het gebied van militaire technologie. Inlichtingenbronnen van de drie nieuwsmedia gaan ervan uit dat zij onder meer in Nederland waren om informatie over microchips te verzamelen.

Deze twee en negen andere spionnen hadden verder de taak om actief inlichtingen te verzamelen of interessante personen in kaart te brengen. De overige zes zijn encryptie-experts. Eén van hen is volgens inlichtingenbronnen  de 52-jarige Sergey Pyatnitskiy, die aan het hoofd stond van de encryptiedienst op de Haagse ambassade. Op dat terrein beschikken de Russische inlichtingendiensten ieder over een eigen 'referentura', een kamer van waaruit geheime versleutelde communicatie met Moskou plaatsvindt. Voor de westerse landen was het een prioriteit om deze encryptie-experts uit te zetten om NAVO-geheimen en informatie over wapenleveranties aan Oekraïne uit Russische handen te houden. 

Verschillende dekmantels

De Russische spionnen werkten voor twee inlichtingendiensten van Rusland: de buitenlandse inlichtingendienst SVR en de militaire inlichtingendienst GRU. Ze deden zich hier voor als militair attaché, diplomaat bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens in Den Haag of als handelsvertegenwoordiger in Amsterdam. 

De AIVD en MIVD willen de bevindingen van NOS, Nieuwsuur en De Tijd niet bevestigen. Wel zeggen zij dat de uitgezette mannen al veel langer in de gaten werden gehouden.