Intel eist ruim half miljard rente van EU

Sinds die beboeting door de antitrustautoriteiten van de Europese Commissie (EC) heeft Intel die veroordeling aangevochten, met tussendoor nog tegenslag. Intels volharding heeft uiteindelijk wel succes opgeleverd. Het hoogste beroepsorgaan van de Europese Unie (EU), het Europese Hof van Justitie, heeft de zaak in 2017 terugverwezen naar het algemene hof voor heroverweging. Die Europese gerechtelijke instantie heeft in januari dit jaar geoordeeld dat de opgelegde antitrustboete onterecht was.

Rente, plus rente op rente

Nu heeft Intel juridische paperassen ingediend om vergoeding te eisen voor schade die het heeft opgelopen door de antitrustboete, meldt The Register. Daarbij eist de processorreus betaling van standaard rentevergoeding op het boetebedrag van 1,06 miljard euro, wat zou uitkomen op 593 miljoen euro. De boete is in mei 2009 opgelegd, toen de Nederlandse politica Neelie Kroes nog antitrusttopvrouw was van de EC. Intel hanteert bij zijn schadebepaling de herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank, die in 2009 1,25% was en sindsdien 3,5 procentpunt is toegenomen.

Bovenop de ruim half miljoen aan misgelopen rente wil het Amerikaanse miljardenbedrijf ook nog eens aanvullende rente eisen voor de tijd die de Europese Unie gaat nemen om het geëiste rentebedrag terug te betalen. De boete van dertien jaar terug is opgelegd na vijf jaar onderzoek waarin Brussel heeft bepaald dat Intel zich schuldig heeft gemaakt aan illegale kortingen voor pc-makers die ervoor kozen om alleen Intel-processors te voeren in hun productaanbod. Pc-producenten die naast Intel ook AMD-chips in hun computers voerden, zouden dan financieel slechter af zijn. Daarnaast zou Intel ook de Duitse winkelketen Saturn hebben betaald om geen systemen met 'AMD inside' te verkopen.

Kortingen en concurrentiebeperking

De rechter heeft begin dit jaar echter geoordeeld dat de analyse van de Europese antitrustautoriteiten onvolledig was. Het was namelijk niet duidelijk aangetoond dat de omstreden kortingen van Intel nadelig waren voor de concurrentie; AMD dus. Op basis van dit gebrek aan mededingingsgevolgen is de hele antitrustboete afgewezen.