Arbeidsvoorwaarden niet onder druk door crisis

Bij ruim de helft van de bedrijven is geen werkgelegenheid verloren gegaan. Bij iets meer dan 36 procent ging werkgelegenheid verloren, waarvan door bijna 70 procent van de werkgevers verwacht dat die arbeidsplaatsen weer (geheel of gedeeltelijk) terugkomen en waarvan ruim 18 procent spreekt van een definitief verlies. Hoewel ruim 35 procent van de werkgevers in de komende 2 jaar een toename van arbeidsplaatsen binnen zijn onderneming verwacht, denkt ruim 17 procent nog te worden geconfronteerd met een verlies aan werkgelegenheid. Dit laatste doet zich met name voor in de non-profit sector, het bank- en verzekeringswezen en de overheid.

Werkgevers zijn zich de afgelopen jaren bewuster geworden van de mogelijke gevolgen van de verwachte schaarste op de arbeidsmarkt voor hun bedrijf. Bijna 75 procent van de werkgevers verwacht in de nabije toekomst hiermee te worden geconfronteerd. Vlak voor de recessie verwachtte nog meer dan de helft pas op middellange of lange termijn te maken te krijgen met ontgroening en vergrijzing. Rogier ten Kate, arbeidsvoorwaardenspecialist van Centraal Beheer Achmea: "Werkgevers zullen zich moeten aanpassen aan de veranderende arbeidsmarkt. Dat betekent onder andere flexibelere arbeidsvoorwaarden om in te spelen op de vergrijzing."

Meer dan tweederde van de respondenten heeft ‘het nieuwe werken’ ingevoerd, waarbij werknemers in meer of mindere mate de mogelijkheid hebben zelf te bepalen waar en wanneer zij hun werkzaamheden verrichten. Gemiddeld maakt echter slechts 32 procent van hun werknemers hiervan gebruik. Opvallend is dat juist bij de werkgevers met minder dan 20 werknemers in dienst op dit moment het meest wordt gebruikgemaakt van deze mogelijkheid. Peter Conneman, arbeidsmarktdeskundige bij Mercer: "Arbeidsrelaties duren korter, deeltijddienstverbanden nemen toe, net als het aantal ZZP-ers."

Ruim de helft van de ondervraagde werkgevers maakt op dit moment gebruik van ZZP-ers. Zij worden het meest ingezet in de productiesfeer (40 procent) en de ondersteunende diensten (30 procent) en minder in onderzoek en ontwikkeling (8 procent) of op strategisch niveau (7 procent). Werkgevers voelen zich niet of nauwelijks verantwoordelijk voor het pensioen van de ZZP-er respectievelijk diens scholing en opleiding. Ten Kate: "Dat zou wel eens kunnen gaan veranderen naarmate de schaarste op de arbeidsmarkt toeneemt."