Overslaan en naar de inhoud gaan

Wat is ICT en wie bepaalt dat?

Onlangs had ik de grote eer om de Nederlandse Prijs voor ICT-onderzoek te ontvangen. Ontzettend leuk voor mij natuurlijk; een mooie boost voor mijn recente onderzoek en de ontwikkeling van de programmeertaal Hedy. Maar niet alleen voor mij is deze prijs relevant. Het allermooiste eraan vind ik dat het het beeld van programmeren en ICT-onderzoek weer wat verbreedt!
Vrouw aan het programmeren
© CC0 - Pixabay.com
CC0 - Pixabay.com

Zo’n prijs is natuurlijk ook een moment om terug te blikken op je carrière, en dan niet alleen naar de hoogtepunten, maar ook de dieptepunten eens de revue te laten passeren. Veel van de dieptepunten in mijn werkzame leven hadden te maken met het feit dat andere onderzoekers en programmeurs mijn werk als “niet echt informatica” bestempelden. In het begin van mijn carrière vroeg ik een informaticawetenschapper, die vertelde over zijn onderzoek naar het beter opsporen van fouten in code, heel naïef of hij zijn nieuwe methode ook getest had met mensen. Een soort hoongelach viel mij ten deel. Hij had met een statistische methode vastgesteld dat zijn methode meer fouten vond, dus het moest toch beter zijn? Of mensen niet verdronken in een lijst van meer fouten, en of ze die fouten ook goed konden lezen, dat was niet belangrijk! Later hoorde ik via via dat deze onderzoeker tegen anderen had gezegd dat mijn onderzoek, waarbij we ook mensen interviewen over wat ze begrijpen van code, “heel makkelijk” was en dat “iedereen kan interviewen”.

Jij bent niet een van ons

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Een beurs aangevraagd voor een technisch fonds? Nee, wat jij doet is geen programmeren maar social science! Een beurs voor de sociale wetenschappen? Nee, jij bent er geen van ons; jij kan geen interviews uitvoeren.

Het is makkelijk om nu te doen alsof al die kritiek me niets deed, maar dat is zeker niet zo. Regelmatig heb ik getwijfeld of ik wel in de informatica thuishoorde, of ik wel kans had op een carrière in de wetenschap met mijn brede interesse in de toepassing van programmeren. Het had heel makkelijk anders kunnen lopen en dan was ik er niet meer geweest om die prijs te winnen.

Ik hoop dus vooral dat het feit dat ik gewonnen heb aan andere jonge onderzoekers laat zien dat er ook op de randjes van de informatica nog zoveel moois te onderzoeken is. Dat kan dicht tegen social science aanzitten, maar ook tegen medicijnen of geschiedenis.

Heel stiekem dacht ik aan mijn grote held, Bob Dylan. Toen hij in 2016 de Nobelprijs voor de Literatuur won – het enige leuke nieuwtje uit dat hele jaar 2016 als je het mij vraagt – was niet iedereen te spreken over de keus van de jury. Bob Dylan? Met zijn vage teksten, van protest tot halleluja en zijn warrige kronieken? Is dat nou literatuur? Opiniestuk na opiniestuk moest toch tot de conclusie komen dat wat literatuur is met de tijd verandert. En het is aan ons als vakgebied om dat te bepalen. De jury’s van grote en kleine prijzen helpen te bepalen waar de piketpaaltjes staan en ik zou dolgelukkig zijn als mijn prijs de randjes van wat 'ICT-onderzoek' is een heel klein stukje heeft kunnen opschuiven.

Magazine AG Connect

Dit artikel is ook gepubliceerd in het magazine van AG Connect (februarinummer, 2021). Wil je alle artikelen uit dit nummer lezen, klik dan hier voor de inhoudsopgave.

Reacties

Om een reactie achter te laten is een account vereist.

Inloggen Word abonnee

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in