Intel zet het mes in merkenbeleid

Intel begon zich al in de jaren negentig op de consumentenmarkt te profileren met het ‘Intel Inside’-logo. De strategie om naamsbekendheid te krijgen is vervolgens uitgebreid met reclamecampagnes voor microprocessors zoals de Pentium, Atom, Celeron, Core en Core (2) Duo. Nieuwe desktop-pc's en laptops met Intel-chips zijn vaak bezaaid met stickers waarop deze merknamen staan vermeld.

In 2003 introduceerde Intel de naam Centrino voor een groepje notebookchips, bestaande uit de centrale processor, de ondersteunende chipset en een WiFi-chip. Vanaf volgend jaar wil Intel het Centrino-logo alleen nog gebruiken voor de draadloze netwerkcomponent.

Het gebruik van de aanduiding ‘Core’ wordt ontdaan van allerlei toevoegingen zoals Solo, Duo en Quad. Deze vormen nu nog een indicatie voor het aantal verwerkingskernen (cores). In plaats daarvan krijgen de Core-processors strak drie aanduidingen (i3, i5 en i7) die staan voor verschillende prestatieniveaus. Sinds eind vorig jaar gebruikt Intel overigens al de naam Core i7 voor de eerste desktopprocessor die is gebaseerd op de Nehalem-architectuur. In de tweede helft van dit jaar introduceert Intel de Core i7 voor het middensegment van de pc-markt.

De namen van Intels andere processorfamilies zoals Atom, Celeron en Pentium blijven gehandhaafd. De Wall Street Journal vermeldt overigens niet wat er gebeurt met toevoegingen zoals ‘Pro’. Onder die vlag levert Intel een versie van Centrino voor de zakelijke markt. Ook het lot van het consumentenlabel Viiv is onduidelijk.