Video blijkt splijtzwam in HTML 5

Hickson geeft alleen details over de strijd om de video-codec. Daar ging het om de keus tussen Ogg Theora en H.264. De eerste had als open-sourcecodec, met voor zover te overzien geen enkel patentrisico, de voorkeur van Mozilla en Opera. Apple en Google waren van deze oplossing echter niet gecharmeerd. Apple vindt het een probleem dat er nauwelijks hardwarematige ondersteuning voor decoderen van het Ogg Theora-format is; daardoor is de codec niet goed hanteerbaar op mobiele telefoons. Daarnaast vreest Apple dat er toch licentiekwesties zullen opduiken naarmate Ogg Theora meer gebruikt en verder ontwikkeld wordt.

Google, dat Ogg Theora naast H.264 wel ondersteunt, voorziet vooral problemen met de compressie. Die is volgens het bedrijf niet efficiënt genoeg om YouTube-achtige videovolumes over bestaande netwerken af te leveren – iets dat door voorstanders van Ogg Theora overigens heftig wordt weersproken.

Mozilla en Opera hebben echter problemen met het proprietary karakter van H.264, dat problemen kan opleveren met het distribueren van hun browsers onder een open-sourcelicentie. Opera is bovendien niet van plan de hoge licentiekosten van H.264 te voldoen. Op de achtergrond speelt daarbij een rol, dat de Moving Picture Experts Group, de eigenaar van de standaard, eind volgend jaar nieuwe betalingsvoorwaarden gaat hanteren. Het lijkt erop dat dan – net als bij televisie – per regio afgerekend moet worden. Helemaal duidelijk is dat nog niet, MPEG lijkt daar zelf ook nog niet helemaal uit. Maar als het zo is, zou dat de kosten sterk kunnen verhogen. Overigens heeft Microsoft geen positie ingenomen in het debat.

Bij de audio-formats was de discussie nog verwarrender, aldus Hickson, met nog meer kandidaten en meningen. Doordiscussiëren was volgens hem geen optie, omdat er geen compromis in lijkt te zitten dat door alle leveranciers geaccepteerd wordt. En als doordiscussiëren alleen leidt tot een standaard die toch niet door alle leveranciers ondersteund wordt, kun je je tijd beter gebruiken om de andere aspecten van HTML 5 te regelen, stelt Hickson.