Russen claimen 1e plaats met super

Volgens de makers van de Russische supercomputer, de van staatswege opgerichte firma T-Platforms, staat de Graph-500-test veel dichter bij de werkelijkheid en geeft deze een duidelijker beeld van de rekenkracht van het systeem. Bij een Graph-500-test moet een computer rekenproblemen oplossen die beter aansluiten bij het dagelijkse gebruik dan bij een Linpack-test, waar een paar eenvoudige bewerkingen worden losgelaten op zeer grote matrices.

Redactie AG ConnectMeer van deze auteur

Tech & Toekomst — Shutterstock

Shutterstock

"De schrijvers van de oorspronkelijke linpack-code zijn de eersten om toe te geven dat de linpack-benchmark niet de beste test is om (super)computers met elkaar te vergelijken. Een van de bedenkers, Cleve Moler, zei tijdens de beurs SuperComputing 09 dat de linpack-test alleen maar geschreven was om stelsels vergelijkingen op te lossen en nooit was bedoeld om te benchmarken", zegt Walter Lioen van rekencentrum SARA uit Amsterdam.

De Russische makers van de Lomonosov spinnen garen bij de prestaties van hun systeem in wat zij een 'realistische test' noemen. Er wordt vooral bij gezegd dat de test is ontwikkeld door wetenschappers die voornamelijk uit de Verenigde Staten komen. "Logisch dat ze dat dan van de daken schreeuwen, dat zou iedere vendor doen", meent Lioen.

"Maar", zegt supercomputerdeskundige Steve Wallach, "ze moeten natuurlijk wel het hele verhaal vertellen. Ze zijn inderdaad het snelste, maar op een benchmark van schaal 37. Inmiddels zijn er ook tests gedraaid op schaal 38, en daarin bleken twee systemen sneller te zijn. De allersnelste was de Intrepid, de supercomputer van Argonne National Labs in de VS. Plaats twee was voor de IBM Jugene supercomputer, een systeem van het type Blue Gene."

De Russische supercomputer heeft te weinig resources om een test op schaal 38 te kunnen draaien; vooral het werkgeheugen vormt daar een beperking. "Ze zijn dus wel het snelst, maar alleen in een subklasse", zegt Wallach.