Supercomputer 'voorvoelt' sociale onrust

Het feit dat deze 'voorspellingen' achteraf tot stand kwamen, doet volgens de onderzoekers niets af aan de mogelijkheid om de technologie in de toekomst voortuitblikkend in te zetten.

1024 processorkernen
Volgens Kalev Leetaru van het Institute for Computing in the Humanities, Arts and Social Science van de Universiteit van Illinois werden in totaal meer dat 100 miljoen berichten geanalyseerd. De berichten zijn afkomstig uit bronnen zoals BBC Monitoring, het Open Source Centre van de Amerikaanse overheid en het nieuwsarchief van de New York Times. De berichtencollectie van deze laatste bron gaat terug tot 1945.

Berichten werden geclassificeerd op drie grootheden: stemming, de locatie van de gebeurtenis en de locatie van betrokkenen. In totaal werden 10e20 (100 x miljoen x miljoen x miljoen) verbanden tussen berichten gelegd. De gebruikte SGI Altix supercomputer van de University of Tennessee (bekend als de 'Nautilus') bedient zich van 1024 Intel Nehalem-kernen en beschikt daarmee over een totaal verwerkingsvermogen van 8,2 teraflops.

Beter dan inlichtingendienst
In het geval van Egypte voorspelde de computer, op basis van de nieuwsberichten voorafgaand aan de 'Arabische lente', een dieptepunt in de stemming zoals zich in de afgelopen dertig jaar slechts twee maal eerder voordeed. Die twee eerdere dieptepunten in het sentiment van de Egyptisch bevolkingen vielen samen met de Amerikaanse interventies in Koeweit (1991) en Irak (2003).

De onderzoeksleider claimt dat zijn systeem beter werkt dan het inlichtingennet van de Amerikaanse overheid. "Het simpele gegeven dat de president aanvankelijk de kant van Mubarak koos, suggereert dat zelfs de analyses op het hoogste niveau er van uitgingen dat Mubarak in het zadel zou blijven", zo verklaarde Leetaru tegenover BBC News. "Dat is begrijpelijk als je gebruik maakt van experts die Egypte dertig jaar volgen en al dertig jaar zien dat er met Mubarak nooit iets gebeurt. Maar de grafieken lieten wel zien dat er deze keer iets gebeurde dat nog niet eerder was vertoond."

Nu landen, straks steden
De verblijfplaats van Osam Bin laden was door het systeem, op basis van 'geoanalyse' van vooraf beschikbare documenten tot op 200 km nauwkeurig te bepalen, claimt Leetaru. Verder onderzoek richt zich op vergroting van het 'oplossend vermogen', in bijzonder op geografisch vlak. Wat nu op landenniveau is gedaan wil hij ook op de schaal van steden doen en wellicht zelfs op de schaal van afzonderlijke groepen mensen: "Vergelijk het met weersvoorspelling: het is nooit perfect, maar wel beter dan gokken."