HP vernieuwt aanbod voor datacenter

In totaal onthulde HP 10 ProLiant- servers, die deels direct en deels tussen juli en september op de markt komen. 2 daarvan zijn uitgerust met Intel Xeon 7500-processors met 8 cores en drie modellen hebben Opteron 6100-chips met 12 cores (codenaam Magny-Cours) van AMD. Van het tiental zijn 7 modellen uitgevoerd als blade en 3 modellen als rackserver.

Intel introduceerde zijn Xeon 7500-chips met 8 cores al in maart. Fabrikanten als Dell en IBM introduceerden toen meteen de bijbehorende servers, maar HP heeft daarmee tot nu gewacht.

De twee nieuwe ProLiant G7-modellen met Intel-chips zijn rackservers (DL580 en DL980), net als een van de modellen met AMD-processors (DL585). De DL980 is nog niet direct leverbaar. De 2 andere modellen met AMD-chips, de BL465c en BL685c, zijn uitgevoerd als bladeserver. Ze bieden 2 respectievelijk 4 sockets voor het plaatsen van Opteron 6100-processors.

In de tweede helft van dit jaar komen naast de nog niet leverbare DL980 nog 5 servers in de Proliant G7-serie beschikbaar, merendeels met Xeon 5600-processors. 4 van deze 5 producten zijn uitgevoerd als bladeserver. Daarvan is de BL490c volgens HP de eerste bladeserver ter wereld die speciaal is ontwikkeld voor virtualisatie. Een laatste model, de BL2x220c, is bedoeld voor high-performance computing (HPC). Hij heeft Infiniband-aansluitingen in plaats van de gebruikelijke 10-Gigabitverbindingen.

Virtual Connect is HP’s nieuwe manier om servers, netwerkcomponenten en opslag aan het bedrijfsnetwerk te koppelen. Met Virtual Connect kunnen alle componenten vanuit een beheertool worden geactiveerd en verbonden zonder wijzigingen in de fysieke bekabeling. HP belooft grote besparingen in switches, netwerkkaarten, bekabeling, energie en koeling dankzij het Virtual Connect FlexFabric-principe. Tijdens het TechForum onthulde HP hiervoor de FlexFabric 10Gb/24-Port module, waarop zowel Fibre Channel-, Ethernet -en iSCSI-netwerken kunnen worden aangesloten.

Energiebesparing is een brandende kwestie in datacenters. HP speelt hierop in met Intelligent Power Discovery, een vinding om geautomatiseerde, ‘energiebewuste’ netwerken van ProLiant-servers te creëren. Onderdelen zijn de Intelligent Power Distribution Unit (PDU), Platinum-voedingen en de beheerapplicatie Insight Control, die het energiegebruik in het datacenter grafisch weergeeft. HP claimt dat grote bedrijven hiermee per 1000 servers jaarlijks tot 5 miljoen dollar op energie kunnen besparen.

In navolging van andere leveranciers stort HP zich met het product StoreOnce op deduplicatie van data. Door overtollige gegevens te verwijderen kan aanzienlijk op opslagcapaciteit worden bespaard. HP gaat er prat op de eerste leverancier te zijn die afrekent met de complexiteit van traditionele data-deduplicatie en hiervoor een enkele, verenigde architectuur aanbiedt. Dezelfde StoreOnce-software kan zowel worden toegepast op backups van client-pc’s, virtuele appliances, inline-appliances en grote opslagsystemen. De prijs/prestatieverhouding zou 2 keer zo hoog zijn als die van concurrerende producten voor deduplicatie.

StoreOnce wordt meegeleverd met alle nieuwe backupsystemen in de StorageWorks D2D-serie, die opschaalbaar zijn tot 48 terabyte. Bestaande D2D-klanten met een onderhoudscontract kunnen de nieuwe software ook downloaden.