Opleiden van leiders voor de digitale economie
Opleidingen voor de digitale leiders zijn een weerspiegeling van een groot deel van het vak. En dus ook van de veranderingen in dat vak. De TIAS executive Masters opleiding in ‘Information Management en Digital Transformation’ gaat zijn veertigste jaar in. In die tijd hebben ongeveer 1000 managers de opleiding voltooid. Piet Ribbers en Michiel van Genuchten beschrijven de belangrijkste veranderingen en kijken vooruit.

In de jaren 80 van de vorige eeuw richtte de opleiding zich met name op de IT-afdelingen van de banken, de grote bedrijven en de overheidsorganisaties. Een IT-afdeling in die tijd bestond typisch uit een eigen rekencentrum, eigen ontwikkeling en onderhoud van bestuurlijke applicaties. De grote leveranciers in die tijd waren IBM en Digital Equipment Corporation (DEC). Computer leveranciers leverden ook het grootste deel van de software applicaties. De IBM PC was net een paar jaar in de markt. IBM had meer dan 400.000 medewerkers. Microsoft bestond 10 jaar en had minder dan 1000 medewerkers.
De TIAS-opleiding richtte zich toen op de CIO’s van de grote interne IT-afdelingen van die tijd. De term CIO was een paar jaar eerder geïntroduceerd (Synott, 1981) maar was zeker nog geen gemeengoed. Daar waar de toenmalige opleidingen zich veelal richtten op methoden van systeemontwikkeling uitgaande van grote ‘mainframe toepassingen, richtte het nieuwe TIAS zich met name op de vraagstukken van de afstemming tussen vraag naar en aanbod van informatiesystemen. Daarbij was de vraag naar en het aanbod van ‘informatie’ van de gewenste kwaliteit de kern van de opleiding.
Prof. Nielen had er al enkele jaren eerder op gewezen dat een dergelijke opleiding zich meer diende bezig te houden met informatie dan met IT. Hij voorspelde dat, technisch gezien, grote IT-systemen binnen afzienbare tijd zouden zijn getransformeerd tot een samenstel van geminiaturiseerde bouwstenen of legostenen en dat de CIO dan een computer in zijn binnenzak kon steken. Maar, aldus Nielen, de kern van het vakgebied was en bleef ‘informatie’ en de rol ervan bij het besturen van ondernemingen.
Ook de toenmalige ontwikkelingen in de VS zoals Business/IT Alignment en de economische benadering in het vakgebied, bekend als Information Economics, kregen de volle aandacht. Dit resulteerde in een nauwe samenwerking met Bob Benson, dekaan van de School of Information Technology (STIM) aan Washington University in St. Louis, en Marylin Parker verbonden aan IBM Deze samenwerking die leidde tot de inhoudelijk en organisatorisch integratie met de Masteropleiding in Information Management van Wash U. Information Economics bleek een goede basis te zijn om de relatie tussen IT en de Business organisatie vorm te geven.
De grote veranderingen in de afgelopen 40 jaar
Er is sindsdien het een en ander veranderd binnen de IT. De belangrijkste vier veranderingen):
Ten eerste is een belangrijk deel van de activiteiten van de oude IT-afdeling verdwenen in de cloud. Niet alleen veel rekencentra maar ook bijvoorbeeld de ontwikkelomgeving. De tweede grote verandering is dat steeds meer software en toepassingen kunnen worden gekocht. Van 1985 tot ongeveer 2010 meestal in de vorm van licenties en daarna ook steeds meer als service (SAAS). De derde verandering is dat de softwarebedrijven in de IT-industrie inmiddels de grote spelers zijn. IBM werd als marktleider vervangen door Microsoft, Oracle en Google. Softwarebedrijven behoren inmiddels tot de meest waardevolle ondernemingen in de wereld.
De vierde en laatste verandering die we willen noemen is de betekenis van software in organisaties. Inmiddels is elk bedrijf een softwarebedrijf geworden en is dus software de ruggengraat van nagenoeg elke organisatie. Oftewel: ‘ Software is eating the world’ . Het toenemende belang van software en IT geldt niet alleen in de computerindustrie maar ook in telecommunicatie, de financiële wereld, de medtech en de auto-industrie. Dat hebben bedrijven als Xerox, Nokia en Volkswagen ervaren.
Groei blijft
Niet alles is anders geworden. Wat is gebleven is onder meer de constante groei. De OECD heeft becijferd dat de ICT-sector sinds Covid ongeveer drie keer zo hard groeit als de totale economie). Maar een deel van de groei zit inmiddels bij de gespecialiseerde IT- en softwarebedrijven. Het is duidelijk dat de digitale toekomst gevormd gaat worden door een samenwerking van bedrijven die software/IT leveren en gebruikers die dat op een slimme manier inzetten met kennis van hun processen. Dat betekent dat de opleiding zich richt op de digitale leiders van de toekomst, zowel aan de kant van de leveranciers als de gebruikers. Naast de toekomstige CIO’s van financiële en overheidsinstellingen zitten inmiddels ook toekomstige leiders van software bedrijven en technologiebedrijven in de zaal.
De deelnemers kun je in twee groepen verdelen: ten eerste techneuten die willen verbreden om zich voor te bereiden op een bredere managementrol. Daar is onder meer kennis op het gebied van IT-strategie en het managen van veranderingen van belang. De tweede groep bestaat uit ervaren managers die hun kennis van IT willen verdiepen omdat ze de rol van IT in hun onderneming steeds dominanter zien worden. Voor hen zijn onder meer onderwerpen als digitale strategie, cyber security en digital economics van belang.
En die twee groepen wil je gezamelijk in de zaal zetten omdat ze uiteindelijk samen de digitale toekomst vorm moeten geven. Twee voorbeelden om aan te geven dat dit werkt: een lijnmanager van een softwarebedrijf gaf recent aan dat hij veel leert van zijn medecursisten over de prioriteiten van zijn klanten. Soms zijn compliance en continuïteit belangrijker dan extra functionaliteit. De opgedane inzichten heeft hij onder meer gebruikt bij het inschrijven op een grote tender die recent door zijn bedrijf is gewonnen. Een deelnemer uit een ‘gebruikersorganisatie’ gaf de volgende motivatie om de opleiding te volgen: we sluiten als publieke onderneming steeds grotere contracten met software-ondernemingen en ik moet beter begrijpen waarvoor ik teken.”
Een belangrijk nieuw onderwerp in de opleiding is digital economics. Economische afwegingen zijn vaak bepalend voor de beslissing om wel of niet met een toeleverancier in zee te gaan. De oplossing kan nog zo goed zijn, het is niet haalbaar als het bedrag voor het gebruik van de software per klanttransactie te hoog is. Een leverancier van elektronische produkten zal moeten besluiten hoe om te gaan met de toenemende hoeveelheid software in zijn produkten. Blijft het haalbaar en verstandig om dit allemaal zelf te blijven ontwikkelen? Is software verkoopbaar als afzonderlijk produkt? Zo ja, ga ik dat dan ook verkopen aan mijn concurrenten (Bouchard, IEEE Software, 2025)? Een financiele instelling zal zich af moeten vragen hoe het zich in de toekomst wil onderscheiden als de hele workflow wordt gebaseerd op een cloud based oplossing van een grote tech leverancier. Door de groei van software vormen ‘intangible assets’ inmiddels een groot deel van de totale assets op de balans . Het accuraat vststellen van waarde van deze digitale assets is een belangrijk onderwerp voor de CEO’s en CFO’s van steeds meer bedrijven. En tot slot blijft het enigszins betrouwbaar inschatten van de kosten en opbrengsten van IT-investeringen een relevant economisch probleem.
Een ander nieuw onderwerp is ‘toepassingen van AI’. Dat gaat dieper dan de typische korte ChatGPT-opleiding. AI leidt tot nieuwe vragen in de business/IT relatie, zoals bijv. hoe CEO’s gen AI kunnen inzetten bij de strategische planning.
Duidelijk is dat het veelbelovend en revolutionair is maar ook gewoon heel veel hard werk vereist, zowel voor de leverancier als de gebruiker. En ook dat het de vraag is wat de gevolgen van AI zullen zijn voor bedrijven, sectoren en nationale economieën.
Voor de leveranciers is zo’n opleiding interessant zodat ze meer begrijpen van de processen bij de afnemers en om nu al kennis te maken met de toekomstige leiders van digitalisering bij hun klanten. Een andere motivatie is ook het besef dat onzekerheid over te verwachten kosten de omzet bij de leverancier bedreigt. Klanten en leveranciers zullen samen beter de kosten en opbrengsten van IT- en software-investeringen moeten kunnen uitrekenen. Met een ‘cloud pricing calculator’ is het wellicht mogelijk de cloudkosten voor dit jaar redelijk betrouwbaar uit te rekenen maar een IT- of software-investering wordt vaak voor vele jaren gedaan. In die jaren gaat de klant mogelijk meer AI en virtual reality gebruiken en ook de kosten daarvan zullen beter inzichtelijk gemaakt moeten worden.
De focus op digital economics maakt het extra interessant omdat veel discussies binnen bedrijven en instellingen uiteindelijk in kosten en baten vertaald moeten worden. En daar zijn economen meer ervaren in dan de immer optimistische IT’ers.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee