Bureau cyberveiligheid komt in Den Haag

Landen en bedrijven hebben elkaar nodig om te zorgen voor een veilig internet. Een bedrijf in Amerika kan worden aangevallen vanuit Afrika, Nederlandse ondernemers kunnen de dupe worden van Poolse criminelen, zo stellen de 2 ministers.

ANPMeer van deze auteur

Kennis delen

Het Global Forum on Cyber Expertise (GFCE) moet cyberkennis en -ervaring delen. Het gaat dan behalve om cyberveiligheid (de beveiliging van de netwerken) ook om cybercriminaliteit, gegevensbescherming en de manier waarop de overheid via digitale kanalen met de burger communiceert. Onder de 42 oprichters zijn landen als Nederland, Duitsland, België, Australië, Israël, Japan en de Verenigde Staten. Ook bedrijven als Vodafone en Microsoft doen mee.

Donorlanden

Vooral landen met onvoldoende kennis van bepaalde cybergebieden profiteren van de kennis en expertise van landen en ondernemingen die daar wel over beschikken. Maar ook de ‘donorlanden' hebben er baat bij, omdat cyberveiligheid weinig grenzen kent. "Op het internet is er geen land dat profiteert van de zwakte van een ander", aldus de Britse minister Francis Maude.

Arbeidsplaatsen

Op het GFCE komen voorlopig ongeveer drie mensen te werken. Het kan binnen enkele weken van start gaan, aldus Van der Steur. "Het gaat om het delen van kennis, kunde en ervaring. Je hebt vrienden nodig en dan kun je ze beter nu maken, dan heb je de vrienden alvast wanneer je ze echt nodig hebt", aldus de minister. Nederland trekt 2,5 miljoen euro uit voor de projecten die het bureau gaat doen. Het is nog niet bekend hoeveel geld andere landen bijdragen.

Hoe groot het GFCE uiteindelijk wordt, kan Van der Steur niet zeggen. "Zo groot als nodig is om effectief te zijn." Bang dat het bureau blijft steken in wensen en toezeggingen is hij niet. "Vrijblijvendheid kan niet, nietsdoen is geen optie. Want dan doe je niet wat je moet doen."