Vertrouwensbreuk deed HP's Hurd de das om

De reconstructie in The Wall Street Journal maakt duidelijk dat in de loop van de procedure het vertrouwen van de mededirecteuren in Mark Hurd verdween. Dat laatste was waarschijnlijk mede het gevolg van een gebrekkige communicatie.
De klaagster, Jodie Fisher, werkte van 2007 tot eind 2009 freelance voor HP; het was haar taak om op evenementen afspraken tussen Hurd en directeuren van grote klanten te regelen en te begeleiden. Eind juni van dit jaar diende ze een klacht in bij HP. Hurd verzekerde zijn mededirecteuren toen dat die klacht ongegrond was, melden insiders van The Wall Street Journal.
Bij nader onderzoek zouden de mededirecteuren echter – mede op grond van verklaringen van Hurd zelf - tot de conclusie zijn gekomen dat er een diepere relatie zou zijn ontstaan tussen Hurd en Fisher dan strookt met de regels die HP stelt aan relaties met ingehuurde krachten, al vonden de directeuren geen bewijs van een sexuele relatie. Hurd zou wel films bekeken hebben uit de tijd dat Fisher acteerde in erotische films. Dat gaf de mededirecteuren het gevoel dat Hurd geen volledige openheid van zaken gaf. Bovendien groeide bij hen de overtuiging dat ze de klacht niet buiten de publiciteit konden en moesten houden.
Op 5 augustus plande de directieraad een overleg met Jodie Fisher en haar advocaat om meer duidelijkheid te krijgen over haar aanklacht, en om te proberen tot overeenstemming te komen over de afhandeling ervan. Die bijeenkomst werd doorkruist door de schikking die Hurd met Fisher trof aan de vooravond ervan. Volgens de bronnen van The Wall Street Journal waren de mededirecteuren er niet van op de hoogte dat Hurd bezig was een schikking te treffen. Onderdeel van die schikking was dat er verder geen details over de klacht naar buiten zouden komen. Daardoor ontstond in de directieraad het gevoel dat ze niet tot de bodem van de zaak kon komen.
Een intimus van Mark Hurd stelt tegenover The Wall Street Journal dat Hurd met het treffen van de schikking juist gevolg meende te geven aan een expliciet gegeven advies van de directieraad. Hurd blijft ervan overtuigd dat hij de bedrijfsregels niet heeft overtreden. Bovendien zijn de gewraakte declaraties niet door hemzelf ingediend, stelt Hurd. Wie er gelijk heeft, werd echter door de vertrouwensbreuk onbelangrijk.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee