'Veel bedrijven met oude technologie in hun maag'

Het onderzoek wijst uit dat alle onderzochte organisaties systemen hebben draaien waarin oude technologie is verwerkt. De meeste IT-managers zien het liefst dat oude technologieën worden uitgefaseerd. De wens om als organisatie mee te gaan met nieuwe ontwikkelingen ligt ten grondslag aan die wens. Ook wordt als reden genoemd dat oude technologieën minder flexibel zijn dan nieuwe technologieën en dat leveranciers het onderhoud van oude technologieën dreigen stop te zetten.

In de praktijk blijkt van het uitfaseren van oude technologieën echter nauwelijks sprake. Dit komt met name doordat de systemen als bedrijfskritisch worden aangemerkt en doordat zij in de loop der jaren verregaand vervlochten zijn geraakt met andere systemen. Veel bedrijven gaan daarom min of meer noodgedwongen door met hun bestaande systemen.

Om de continuïteit van (oudere) systemen te garanderen moeten zij een adequaat beheer voeren. De meeste organisaties zeggen zich te herkennen in de ‘regel’ dat 80 procent van het IT-budget opgaat aan het beheer en het in stand houden van de bestaande infrastructuur, waardoor slechts 20 procent overblijft voor noodzakelijke innovaties.

Als het om het beheer van oude technologie gaat, lopen veel organisaties tegen het probleem aan dat de kennis over deze technologieën in de eigen organisatie ontbreekt. Veel oudere, ervaren medewerkers hebben de organisatie verlaten en aanwas van onderaf ontbreekt, mede doordat de oude technologie inmiddels tot een exoot is verworden. Het feit dat binnen de organisatie niet voldoende kennis over oude technologieën aanwezig is, wordt als een ernstig risico voor de continuïteit aangemerkt.

Het buiten de deur beleggen van het beheer wordt door de organisaties die deelnamen aan het onderzoek eveneens als onwenselijk aangemerkt, daar dit alleen maar leidt tot een nog verdere uitholling van de kennis. Het blijkt dat IT-afdelingen zich steeds meer bewust worden van de spagaat waarin ze zich bevinden als het om legacy-systemen gaat.