'Rendement innovatie bij Europese bedrijven is te laag'

Europese ondernemingen willen graag innoveren, geven er veel geld aan uit, maar nemen onvoldoende stappen om maximale resultaten te boeken. Veel bedrijven meten de effecten van innovatie bovendien te weinig. Ook is innovatie vaak het slachtoffer van bezuinigingen en het kortetermijndenken. Het effect van ambitieuze innovatieplannen blijft onduidelijk. Dat blijkt uit een pan-Europese studie van de gerenommeerde business school INSEAD en ICT-dienstverlener Logica onder ondernemingen en overheidsorganisaties. Uit de resultaten komt naar voren dat bij Nederlandse organisaties innovatie hoog op de agenda staat.

In het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Scandinavië, Portugal, Brazilië en Nederland zijn bestuurders van ruim 200 ondernemingen en overheidsorganisaties uitvoerig ondervraagd over hoe zij denken over de rol van innovatie binnen hun bedrijfsvoering. Uit hun antwoorden blijkt dat ondanks de recessie, 80 procent van de ondervraagden het innovatiebudget niet heeft verlaagd, maar zelfs heeft verhoogd. Ongeveer 41 procent van de ondervraagden ziet een conflict met de kortetermijndoelen van de eigen organisatie. Slechts 16 procent gebruikt methoden om het succes van innovatie te meten. Ook blijkt dat van alle ondervraagde organisaties slechts 36 procent een Chief Innovation Officer heeft benoemd.

Nederland scoort als innovatieland goed. Binnen de helft van alle Nederlandse organisaties is innovatie diep geworteld. Dat is twee keer meer dan bij vergelijkbare organisaties in het Verenigd Koninkrijk. Britse werkgevers geven echter meer dan Nederlandse bedrijven hun werknemers de ruimte om te leren van fouten. In Frankrijk ligt dat percentage nog flink lager. Uit een vergelijking tussen sectoren blijkt dat banken en verzekeraars het meest innovatief zijn.