Hostingindustrie neemt opleidingen in eigen hand

De Cloud-Universiteit zal een 9 maanden durende opleiding bieden, waarmee de studenten 32 uur per week worden beziggehouden, klassikaal, online en hands-on in datacenters. 3 van de 9 maanden worden als stage ingevuld, op meerdere plekken en op verschillende momenten in de opleiding. Het is de bedoeling om de selectie en de tentaminering zodanig kritisch in te stellen dat de leerlingen die slagen ook een baangarantie kan worden geboden.

'Sneu voor leerlingen en providers'

De aanleiding tot de stap is volgens directeur Simon Besteman van ISP Connect tweeërlei: "De instroom van IT-ers met MBO of hoger-onderwijs is al jaren onvoldoende om de stijgende vraag naar hostingdiensten bij te kunnen houden. Onze leden kunnen de mensen niet aanslepen. Maar daar komt nog een ander probleem bij; jongeren die met een relevant diploma van MBO-opleidingen komen beschikken vaak niet over kennis van de technologie die er vandaag toe doet. De meeste MBO's lopen hopeloos achter, ze leren de studenten om een Novell-netwerk in een kantoor aan te leggen! Het is sneu voor de leerlingen en het is ook sneu voor de hostingproviders, maar we hebben vandaag de dag echt wel behoefte aan andere vaardigheden".

Generiek perspectief ontwikkelen

Het is de bedoeling dat de Cloud-Universiteit z'n studenten opleidt voor de functie van cloudengineer, met een in principe technologie-agnostische insteek. Uiteraard kunnen de studenten onmogelijk met alle technologie-stacks vertrouwd worden gemaakt, maar door ze steeds met meer dan één enkele stack te leren werken moeten ze een generiek perspectief ontwikkelen.
Aan de invulling van het curriculum wordt nog gewerkt, maar vast staat wel al dat het voor 40 procent om zogeheten 'soft skills' zal gaan en dat 60 procent puur op techniek zal zijn toegespitst. In dat technische deel van het curriculum wordt aandacht besteed aan beheervaardigheden met Windows en Linux, inzicht in architectuur, beveiliging en virtualisatie.

Over de invulling van deze onderdelen vindt op dit moment nog overleg plaats tussen hosting providers en technologiebedrijven. Beide categorieën van bedrijven zullen docenten aanleveren. Grote technologiebedrijven verzorgen vaak al cursussen voor klanten en partners en beschikken daardoor meestal al over ervaren docenten, die ze nu dus ook voor de Cloud-Universiteit zullen inzetten. Maar ook de hosting-providers zijn op het gebied van onderwijs niet helemaal 'groen' meer doordat ze soms al jaren gastdocenten leveren voor ROC's.

Amsterdam bijt spits af

Leerlingen zullen in eerste instantie worden gerekruteerd uit gemeentelijke bestanden van langdurig werklozen met HBO- of academisch niveau en een bèta-oriëntatie. Volgens Besteman reageerde de gemeente Amsterdam zodanig enthousiast dat het er naar uitziet dat nog dit najaar kan worden begonnen met een eerste cohort van 15 tot 20 studenten. Begin volgend jaar zullen ook in andere gemeenten groepen starten. Met diverse ROC's wordt overlegd over de mogelijkheid om de Cloud-Universiteit de officiële status van post-MBO-opleiding te geven, waardoor naast 'verkeerde studiekeuze'-groep ook een instroom zal ontstaan van 'juiste studiekeuze'-leerlingen die beter gekwalificeerd op de arbeidsmarkt willen komen.

Brancheorganisaties werken steeds meer samen

Dat de hostingindustrie in Nederland twee brancheorganisaties kent - DHPA en ISP Connect - is een gevolg van een vrij scherpe segmentering van de hostingmarkt: DHPA verenigt providers die zich richten op grote corporate opdrachtgevers (doorgaans vele servers per klant). De leden van ISP Connect zijn meest providers die zich op de kleinere opdrachten richten, zoals het hosten van websites (vele klanten per server). Beide organisaties werken steeds meer samen, onderling maar ook met bijvoorbeeld Nederland ICT, dat met name technologieleveranciers, softwarebedrijven en systemintegrators verenigt.