Google geeft SQL-servers meer privacy

Het nut van differentiële privacy is dat data-analisten en wetenschappers onderzoek kunnen uitvoeren op datasets zonder dat de daarin besloten informatie herleid kan worden naar individuen. Zo kan hun privacy dus worden gewaarborgd, zonder dat data-analyse of innovatie eronder hoeft te lijden. "Google gebruikt differentiële privacy zelf onder meer in Gboard, de Assistent en in de Covid-19 Mobiliteitsrapporten", meldt de zoekmachine en ads-reus.

Intern en extern nut

Googles library voor differential privacy is in september 2019 al als open source uitgebracht. De daarmee mogelijke methode van geaggregeerde bewerkingen op datasets werd toen al intern gebruikt voor bijvoorbeeld Google Maps en Google Fi. Google Maps kon zo drukte in restaurants weergeven, op basis van bezoekers. Google Fi betrof verbetering voor de dekking van Googles internationale smartphone-abonnement Project Fi (een MVNO-telecomdienst).

De release van een extensie voor de SQL-taal moet developers helpen om hun databases meer 'open' te zetten voor data-analyse, zónder dat ze dan privacy schenden. Verder heeft Google zijn library uitgebreid met ondersteuning voor programmeertaal Python. Differentiële privacy moet hiermee makkelijker toepasbaar worden in SQL-databases.

Open source van Microsoft

Ondertussen werkt een databaseleverancier als Microsoft ook al enige tijd aan differentiële privacy. Dit gebeurt in samenwerking met het Institute for Quantitative Social Science (IQSS) en de School of Engineering and Applied Sciences (SEAS) van Harvard University. Dit ontwikkelwerk valt onder het OpenDP-initiatief voor een compleet pakket aan opensourcetools voor het uitrollen van differentiële privacy. Het Microsoft-werk is dus niet alleen voor zijn eigen SQL Server; ook SQL-software van derden wordt ondersteund.