Digitale vaardigheden kinderen in Nederland ondermaats

Om kinderen te laten inzien dat de techniek snel voortschrijdt, heeft het telecombedrijf een tentoonstelling ingericht in wetenschapsmuseum NEMO, die komende week te zien is tijdens de Week van de Mediawijsheid. De expo heeft de vorm van een tijdmachine die vanuit 2030 terugkijkt naar nu: hoe werkten de verpleegkundige, de boer, de caissière en de politieagent in 2018 en hoe heeft de technologie hun werk veranderd of zelfs overgenomen? Een acteur die de rol van ‘professor’ speelt, geeft er uitleg bij. De tijdmachine is vooral bedoeld als bewustwording, zegt De Jong.

Sinds een jaar biedt zijn bedrijf een gratis online-lespakket aan voor scholieren van ongeveer 10 tot 14 jaar, waar zowel kinderen als docenten veel van kunnen opsteken. Rond de 200.000 leerlingen per jaar doen die cursus, aldus De Jong. VodafoneZiggo loopt daarmee voor op het onderwijs. "Pas in 2021 gaan basisscholen het vak ‘digitale geletterdheid’ opnemen in het lesaanbod, maar het zal 2025 zijn voordat het vruchten afwerpt."

Programmeren moet een tweede taal worden

Het betoog van De Jong wordt onderschreven door Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt aan de Tilburg University. "Scholen moeten programmeren als vak gaan aanbieden. Het moet voor kinderen een tweede taal worden, niet om allemaal IT’er te worden maar om zich te kunnen redden op de arbeidsmarkt. Werk is in toenemende mate digitaal en bevindt zich over de hele wereld. In die wereld moet je ook kunnen concurreren.”

Achterstand loopt op

Ook hij vindt dat de overheid een tandje bij zou moeten zetten. "We zijn een rijk land, maar de digitale vaardigheden blijven achter. Dat besef bij de politiek gaat te langzaam, de urgentie wordt niet gevoeld. Je moet investeren. Nederland blijft achter bij landen als Finland, Zuid-Korea en Estland.'' Wilthagen had in het kabinet-Rutte III graag een aparte minister gezien voor technologie en digitalisering, maar die is er niet gekomen.