Overslaan en naar de inhoud gaan

De belangrijkste software bestaat nog niet

AUTEUR: Thijs Doorenbosch
Tech & Toekomst
Shutterstock
Shutterstock

De burgers in Nederland bouwen in stilte aan een gigantische, nieuwe infrastructuur met nog ongekende mogelijkheden. Alles in huis wordt digitaal: de telefoon, de televisie, de foto­ en videocamera en ga zo maar door. Bovendien kan alles met elkaar praten. Stel dat een gemiddeld huishouden in de komende vijf jaar 2000 euro besteedt aan die nieuwe infrastructuur. Dan investeren we met zijn allen het immense bedrag van meer dan 10 miljard euro. Vergelijk dat met de 4 miljard euro die de Betuwelijn kost, of de ruim 5 miljard euro van de Deltawerken. Verder betwijfelt vrijwel niemand dat over acht tot tien jaar ieder huishouden 24 uur per dag online is met een snelheid van 100 Mbps voor een bedrag van 25 tot 50 euro per maand. Op het moment dat we de nieuwe infrastructuur kunnen gebruiken, gaan we internet betrekken bij alle dingen die we de hele dag doen. Ik leer, ik onderneem, ik vermaak mijzelf, maar ik heb ook een zorgtaak en woon met mensen om mij heen. Dan ontstaat behoefte aan een nieuw soort sociaal­maatschappelijke toepassingen. De tekstverwerker en spreadsheet maken het leven makkelijker, maar ik kan ook zonder. Stel dat we in staat zijn software te ontwerpen die diep ingrijpt in ons persoonlijk leven en de kwaliteit van het bestaan. Als die vervolgens een keer wegvalt, heeft dat een groot effect op ons sociaal welbevinden. Dit wordt wellicht de belangrijkste software die tot nu toe is ontwikkeld. Niemand maakt zich echter hard voor de software die de nieuwe mogelijkheden benut. Ik heb het over aantrekkelijke software om de lokale leefomgeving in buurt of wijk te verbeteren. Tot nog toe leverde de ICT­ industrie voornamelijk functionele software voor bedrijven of persoonlijke productiviteit en natuurlijk verstrooiing zoals games. De Snelnet­proef in Amsterdam en de breedbandnetwerken in Stockholm leren ons echter dat mensen vooral samen iets gaan doen, bijvoorbeeld een oppas­ of surveillancedienst opzetten. Ik heb ook wel het romantische idee dat ICT en de verbetering van de kwaliteit van het leven iets met elkaar te maken hebben. Het hindert mij in grote mate dat de overheid, die inziet dat zich in de komende tien jaar in de samenleving een belangrijke ICT­infrastructuur ontwikkelt, zo weinig investeert in onderzoek naar de structuur en mogelijkheden daarvan. Ik heb de Informatiewerkplaats opgericht om daar verandering in te brengen. Het moet een laboratorium zijn en een werkplaats waar we denken en maken. We zien een nieuwe markt ontstaan met een vergelijkbare schaal als die van zakelijke software. Er speelt vergelijkbare problematiek die echter oplossingen vereist in een volledig andere omgeving. Voor die toepassingen bouwen we aan een nieuwe generatie ontwikkelingsgereedschap. Het idee ontstond ruim twee jaar geleden in mijn werk als informatiespecialist voor de Tweede Kamer. Naar aanleiding van de stimulans die toenmalig minister Grote Steden­ en Integratiebeleid Roger van Boxtel gaf aan e­democracy ben ik samen met de Haagse Hogeschool betrokken bij een programma voor de ontwikkeling van e­democracygereedschappen. Daar werden de nodige projecten uitgevoerd maar het bleek dat zinvolle software ontbrak. Ondanks de politieke druk die Van Boxtel uitoefende, gebeurde er niets op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Tegelijkertijd vroeg de gemeente Den Haag mij te helpen met het ontwikkelen van een I­visie, een strategie voor de stadsbrede inzet van informatietechnologie. Vragen die daarbij aan de orde komen zijn: Hoe versterk ik de sociale cohesie met behulp van het web en, hoe kan ik zorgen dat de burger meer verantwoordelijk neemt voor de wijk met de inzet van ICT? Dat blijkt heel complex. Ten eerste is de vraag hoe je burgers verantwoordelijkheid kan laten voelen al lastig. Hoe ICT daar behulpzaam bij kan zijn, maakt de vraag alleen maar ingewikkelder. Daar willen wij mee aan het werk. We hebben drie dingen nodig: ideeën plus visie, software en ‘kookboeken’ om het gebruik van de software zo eenvoudig mogelijk te maken. We ontwikkelden een raamwerk waarbinnen we met alledrie die niveaus aan het werk zijn. Ik vind dat de overheid zo ook naar de ontwikkelingen moet kijken. Als je e­democracy wilt ontwikkelen, moet je proberen de losse individuele projecten om te smeden naar breed inzetbare toepassingen met voldoende samenhang en schaalbaarheid. Wij willen door onze werkwijze deze onderwerpen op de agenda’s krijgen. Helaas merk ik dat mensen wel interesse hebben voor praktische voorbeelden, maar het denken over de visie en strategie graag aan anderen overlaten. Na twee jaar werken blijkt onze aanpak op drie niveaus vruchten af te werpen. Bijvoorbeeld in de Emmense wijk Bargeres. De mensen in de wijk zochten naar manieren om de onderlinge banden aan te halen. Samen met de organisaties Emmen Revisited en Brekend Vaatwerk uit Amsterdam zijn we daarop ingesprongen. Om de sociale cohesie te bevorderen hebben we eerst sociale processen in kaart gebracht, om vervolgens nieuwe gereedschappen te ontwerpen. Al snel bleek in Bargeres dat bewoners wel geïnteresseerd waren in de toepassing van internet, maar dat een enkele wijkportal waarin alles voor hen werd geregeld, niet voldoende was. Wij realiseerden ons dat zij behoefte hadden aan een flexibel contentmanagementsysteem. Nu bestaan die wel voor het ‘bedrijfs’­leven, maar wij ontwikkelden een generiek systeem voor het ‘sociale’ leven. Via de ‘Noaberschapsbank’, Drents voor nabuurschap, beschikken de bewoners nu over de hulpmiddelen waarmee zij met vier klikken een website bouwen in het domein www.bargeres.org. De mensen in Bargeres maken nu met de basisversie van dit gereedschap hun eigen website. Er wordt verder gewerkt aan een activiteitenkalender en een virtuele bibliotheek. De huidige schoolbibliotheken kampen, zoals overal, vaak met een tekort aan boeken. Maar in de huizen rond de school staat een veelvoud aan kinderboeken op de plank. Via een webomgeving wordt nu een systeem opgezet waarin bewoners hun eigen boeken virtueel ter beschikking kunnen stellen aan de schoolbibliotheek. Kinderen krijgen online de mogelijkheid deze boeken te lenen. Ze moeten de boeken zelf afhalen. Zo vang je verschillende vliegen in een klap. Er zijn veel meer boeken beschikbaar, de leesvaardigheid wordt gestimuleerd en de sociale contacten in de buurt worden versterkt. Lenen en een collectie beheren worden een sociaal proces dat de kwaliteit van de buurt versterkt. De volgende stap voor ons is breedband. Van de directie van een verzorgingstehuis in Moerwijk in Den Haag kwamen ideeën hoe het web ingezet kon worden om de wisselwerking met de buurt te verbeteren. Bejaarden kunnen elkaar bijvoorbeeld via het web de krant voorlezen. Voor de Informatiewerkplaats is zo’n toepassing om verschillende redenen interessant. Naast de directe toepassing van het voorlezen blijkt de benodigde infrastructuur eigenlijk alles te bevatten voor een éénpersoonstelevisiestation. Wij willen dat mensen ook hier weer met vier klikken zo’n communicatiemiddel kunnen opzetten. Dan kan bijvoorbeeld een bejaarde buurvrouw je vragen even een oogje in het zeil te houden omdat ze zich niet zo lekker voelt. Maar de buurman kan bij het organiseren van een buurtbarbeque ook makkelijk even een oproep aan de buurt doen, waarbij zijn hoofd in beeld verschijnt. Een van onze voorbeelden is www.superchannel.org, opgezet door een aantal Denen. Op die site is een reeks videokanalen te zien van kleine groepen mensen. De eerste versie van dergelijke toepassingen lijkt vaak matige kwaliteit op te leveren. Besef echter dat andere criteria sterk meewegen. Als je vrienden van twee straten verder daar muziek staan te maken, krijgt het beeld een heel andere emotionele waarde. Veel van de websites van burgers zullen alleen voor de maker waarde hebben. Sommige initiatieven steken er echter opeens boven uit. Neem het Laurens Jan Coster­project. Drie mensen met een passie voor taal begonnen een paar jaar geleden de Nederlandse literatuur vanaf de middeleeuwen in te tikken. Dat kreeg een zwaan­kleef­aaneffect en op de site staat nu een collectie van duizenden gedichten, toneelstukken en romans. Wij vinden het ook interessant na te denken wat er gebeurt als over acht of tien jaar alle pakweg 1600 wijken in Nederland internet gebruiken voor hun lokale activiteiten. Wie gaat die websites eigenlijk beheren en hoeveel werk levert dat op? Alleen in Den Haag met 450 duizend inwoners hebben we straks misschien wel 50 duizend websites. Stel dat er bijvoorbeeld vijfduizend redelijke websites tussen zitten waarvan 10 procent topkwaliteit heeft. Dan heb je toch in één stad al vijfhonderd sites die landelijk of zelfs internationaal het bekijken waard zijn. Iedereen denkt dat straks 16 miljoen consumenten online gaan, maar niemand heeft er oog voor dat het ook 16 miljoen producenten kunnen zijn. Wat je als overheid niet wilt, is dat al die websites nare informatie over anderen gaan spuien. Evenmin wil je dat Microsoft die 50 duizend sites gaat ontwikkelen. Met de Informatiewerkplaats zetten we een discussie over randvoorwaarden die we aan de ontwikkeling willen stellen, op de politieke agenda. Als je het beheer niet regelt, is de ontwikkeling betekenisloos. Bert Mulder studeerde psychologie en werkte onder meer als hoofd ICT bij Veronica en als informatieadviseur voor de Tweede Kamer. Hij is lector Informatie, Techniek en Samenleving aan de Haagse Hogeschool. De Informatiewerkplaats, die hij oprichtte, bestaat uit zeven mensen met expertise op het gebied van onderwijs, bestuur en ICT. Zij werken aan de ontwikkeling van concepten op het raakvlak van ICT en samenleving. Het programmeerwerk en vormgeving besteden ze uit. Mulder ziet het werk van de Informatiewerkplaats als katalysator om onderwerpen op de agenda te krijgen. Het bureau, een BV, wordt gefinancierd uit consultancywerk en programmamanagement. De opdrachten voor kleinschalige, vaak praktische projecten, dragen bij aan het strategisch werk.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in