MPEG probeert Google de voet dwars te zetten
De vraag welke videocodeer- en decodeerstandaard de basis moet zijn van het web, verdeelt de producenten van open-sourcesoftware en van software waarop intellectueel eigendom rust. De laatste, zoals Microsoft en Apple, hebben geen moeite met de gepatenteerde H.264-codec. Het helpt daarbij dat ze op onderdelen patent hebben op H.264, en dus een deel van de geldstroom zien terugvloeien. Browserleveranciers als Mozilla en Opera zijn echter fel tegenstander van H.
Shutterstock
Shutterstock
264, omdat opname van gepatenteerde software hun open-sourcemodel zou ondergraven. Bovendien zou dat tot een systeem van afrekening moeten leiden waarop de bedrijven niet zijn ingericht.
De MPEG-standaard H.264 had lange tijd de overhand, dankzij steun van bedrijven als Microsoft en Apple, maar ook vanwege de technische kwalititeiten. Het speelveld veranderde echter toen Google On Technologies overnam – ontwikkelaar van de codec in de open-sourcestandaard Ogg Theora – en vervolgens een geavanceerdere variant van de codec in Ogg Theora open source maakte.
De beslissing van de MPEG Licensing Association om het gebruik van H.264 bij de distributie van video over het web gratis te houden, kan moeilijk anders worden gezien dan in het licht van deze ontwikkeling. Eerder al had de associatie vrijstelling verleend tot 2015; maar distributeurs van gratis video kunnen er nu dus op rekenen dat ze nooit hoeven te betalen voor H.264.
De vrijstelling heeft wel beperkingen. Videodistributeurs die geld vragen voor hun video’s, moeten wel betalen. Hetzelfde geldt voor applicaties die de codec gebruiken om video te (de)comprimeren. Google, Mozilla en Opera zullen in de stap van de MPEG dus geen reden zien om H.264 alsnog te omarmen. Maar het zal het voor de drie wel lastiger maken om de harten te winnen van partijen die video distribueren op het web.
Gerelateerde artikelen
Gerelateerde artikelen
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee