Prestaties van browsers verschillen nauwelijks

Met name Apple, Google en Mozilla maken veel werk van de JavaScript-engine in hun browser. Dat vanuit de gedachte dat snelle verwerking van JavaScripts belangrijker wordt voor de laadsnelheid van webpagina’s naarmate websites meer interactieve elementen gaan bevatten. De verschillen in prestaties op dit vlak ogen vaak spectaculair. Maar de verschillen in de feitelijke snelheid van laden van internetpagina’s zijn een stuk minder spectaculair.
PCWorld voerde naar aanleiding van de introductie van Firefox 3.5 metingen uit van de laadsnelheid van acht sites: Amazon, eBay, de New York Times, PCWorld, Twitter, Yahoo, YouTube en de Engelstalige hompepage van Wikipedia. Firefox 3.5 bleek een stuk sneller dan zijn voorganger. Het opende de pagina’s van deze website gemiddeld in 1,762 seconde. Op een iets andere set van sites scoorde Firefox 3.0.7 onlangs 2,2 seconde. Daarmee was het toen gedeeld laatste. Nu is het nummer 2 vlak achter Chrome, dat gemiddeld 1,699 seconde nodig had. Internet Explorer 8 scoorde 1.833 seconde, Apples Safari 1,964 seconde en de bèta van Opera bijna 2,5 seconde.
De redactie van PC World merkt zelf op dat de metingen met een korreltje zout moeten worden genomen. Weliswaar heeft ze moeite gedaan om in alle tests gelijke omstandigheden te creëren, maar op de belasting van de bezochte webservers heeft ze natuurlijk geen invloed. Ook kun je er altijd over twisten wanneer een pagina geheel geladen is. Desalniettemin kun je uit de test wel concluderen dat de verschillen marginaal zijn, en eigenlijk nauwelijks een keuzecriterium kunnen zijn. Veilgheid, gebruiksgemak en functionaliteit lijken wat dat betreft belangrijker.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee