NMa moet telecomboetes opnieuw vaststellen

Volgens NMa hebben de bedrijven gehandeld in strijd met zowel de nationale als de Europese mededingingsregels, door tijdens een bijeenkomst afspraken te maken over de verlaging van dealervergoedingen en tevens concurrentiegevoelige informatie uit te wisselen. De beboete firma's waren het hier pertinent niet mee eens en gingen verhaal halen bij de rechter.
T-Mobile en KPN zijn, na de gevolgde beroepsprocedure bij de rechtbank Rotterdam, daarna in hoger beroep gekomen bij het College. Ook de NMa heeft hoger beroep ingesteld. Vodafone, dat eveneens een boete opgelegd heeft gekregen, heeft als derde-belanghebbende aan de procedure in hoger beroep deelgenomen. Het College heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, over de uitleg van (thans) artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit artikel gaat over kartelvorming.
Het College komt na het horen van de uitleg van de EU tot de conclusie dat de hoger beroepen ongegrond zijn en dat de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd. Dit betekent dat, zoals de rechtbank had bepaald, de NMa een nieuwe beslissing op de bezwaren van de betreffende mobiele operators dient te nemen. Wel moet de NMa voorafgaan daaraan nogmaals beoordelen, of het uitwisselen van informatie tussen de telecombedrijven daadwerkelijk van invloed is geweest op de marktverhoudingen. De bewijslast legt het College daarbij nadrukkelijk bij de telecombedrijven zelf; zonder 'ontlastend' bewijs mag NMa ervan uitgaan dat van beïnvloeding inderdaad sprake is geweest, aldus het College.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee