IPv6-gebruikers krijgen mogelijk eigen whitelist

Wanneer de browser bijvoorbeeld google.com opvraagt en het besturingssysteem denkt een IPv6-verbinding te kunnen opzetten, vraagt de browser via het Domain Name System (DNS) het IPv6-adres van Google.com op. Het systeem blijft vervolgens enige tijd proberen de verbinding via IPv6 op te zetten, ook al lukt dat niet. Pas na circa 30 seconden vindt een terugval naar IPv4 plaats. Het gevolg is dat de websurfer denkt dat de Google-server heel traag is.

Google en Microsoft willen in het DNS-systeem een whitelist aanmaken van sitegebruikers waar een goede IPv6-verbinding mee is op te zetten. Alleen degenen op de whitelist krijgen toegang tot de IPv6-dienstverlening, de rest krijgt gelijk een IPv4-verbinding.

Het bijhouden van een gemeenschappelijke whitelist is een administratieve taak die internetaanbieders niet graag toegeschoven krijgen. Zonder gemeenschappelijke lijst gaan echter waarschijnlijk veel eigenaren van populaire websites een eigen lijst hanteren. Het actualiseren van die lijsten is een veel grotere taak die waarschijnlijk niet hoog op de prioriteitenlijst komt. Daardoor wordt het gebruik van IPv6 geremd, terwijl de internetgemeenschap nu juist de acceptatie van IPv6 wil bevorderen vanwege het opraken van de IPv4-adressen.