Het blijvend tekort
De daling van de omzetten in de ICT-sector hebben er in 2001 voor gezorgd dat de tekorten op de arbeidsmarkt nagenoeg geheel zijn teruggedrongen. Waren er begin 2000 nog ruim vijftienduizend Informatici te weinig, begin 2001 daalde dit aantal al naar zo’n 7.400. Op 31 december 2001 was het tekort aan HBO- en WO-Informatici verder gedaald tot zo’n 3.400 ICT’ers. Met de economische teruggang is het personeelsbeleid binnen ICT-bedrijven ook veranderd. Enkele bedrijven hebben mensen moeten ontslaan of arbeidstijdverkorting aangevraagd. Toch is er één groep waarin de sector blijvend investeert: de aankomende IT’ers en young professionals. Op basis van prognoses van de toekomstige ontwikkeling van R&D- en ICT-uitgaven voorziet het ROA (Researchcentrum voor Onderwijs enArbeidsmarkt) in Maastricht, dat de vraag naar middelbaar en hoger opgeleiden groter wordt ten koste van de vraag naar lager opgeleiden en ongeschoolden. De snelheid van dit ‘upgradingsproces’ wordt sterk bepaald door de technologische vernieuwingen en de daaraan gerelateerde organisatorische veranderingen. Naarmate de investeringen in R&D en ICT hoger worden, versnelt dit proces en neemt dus de vraag naar hoger opgeleiden toe. Dit zal een van de belangrijkste oorzaken worden van het tekort aan hoger opgeleiden. Voor de arbeidsmarkt in de ICT geldt dat werklozen en herintreders weliswaar goed kunnen concurreren met schoolverlaters, zolang ze een passende opleiding hebben en relevante werkervaring. Het probleem is echter, dat er in de IT- sector nauwelijks werklozen en herintreders zijn met een goed aansluitende opleiding en werkervaring (2 procent). In andere sectoren ligt dit vaak hoger (bijvoorbeeld in de zorg: 6 procent). Gemeten naar 2006 verwacht het ROA dat de vraag naar ICT’ers het aanbod overtreft met 32 duizend mensen, terwijl het onbenut arbeidspotentieel in de ICT-sector tegen die tijd nihil wordt geacht. Een groot deel van die mensen zijn aankomende professionals. Tegelijkertijd zal de concurrentie in het onderwijs om de HBO’er en WO’er naar de Informatica-opleidingen te krijgen, toenemen. De totale vraag naar mensen met dat opleidingsniveau zal respectievelijk met 18,3 en 28,3 procent toenemen, terwijl het aanbod afneemt. Daardoor komt de instroom van hoog gekwalificeerde mensen op termijn nog meer onder druk te staan. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat veel ICT-bedrijven aandacht besteden aan schoolverlaters en Informatica-studenten. Met name bij de grotere bedrijven is reeds vele jaren sprake van zogenaamde kweekvijvers. Hierbij worden jonge medewerkers aangenomen, die vervolgens direct in een stageprogramma van drie tot vier jaar geplaatst worden. In dit programma wordt aandacht besteed aan managementopleidingen, vaardigheidscursussen et cetera. Tevens rouleert men binnen dit programma op stagebasis in diverse managementfuncties. Uiteindelijk vindt dan een definitieve benoeming plaats. Om de eigen bedrijfsgroei te kunnen realiseren wordt er al vele jaren geïnvesteerd in aankomende ICT’ers. Zo begeleidt CMG jong IT-talent. Het bedrijf verzorgt masterclass-trajecten waarbij schoolverlaters (maar ook mensen met meerdere jaren ervaring) een verdere opleiding krijgen. Bij Fujitsu Siemens wordt er voor elke werknemer een bij zijn aanleg passende ontwikkeling en opleiding gekozen. Voor mensen met een hoger potentieel zijn er opleidingen specifiek gericht op het ontwikkelen van managementvaardigheden. De opleidingen zijn toegespitst op wat het bedrijf nodig heeft, en worden intern ontwikkeld in samenwerking met gerenommeerde internationale instituten voor management development. IBM brengt jonge mensen waar het bedrijf potentie in ziet bijeen in een aparte afdeling: de Foundation. Daar krijgen ze eerst een IT-opleiding, waarna ze worden ingezet in interne en externe projecten. Deze fase duurt twee à drie jaar, waarin ze nog niet definitief aan een afdeling worden toegevoegd. Na deze fase wordt door IBM een carrièrepad opgesteld en komen ze in de ‘business’. Ook in de CAO voor 2002 die de Werkgeversvereniging ICT namens veel ICT-bedrijven heeft afgesloten, komt het investeren in kwaliteit expliciet terug. Juist in een kennisintensieve sector als de ICT, is het bij een verslechterde bedrijfseconomische situatie, voor de continuïteit van bedrijven van groot belang om te blijven investeren in de kwaliteit van medewerkers en het vergroten van de effectiviteit van het geldende arbeidsvoorwaardenpakket. Het thema ‘investeren in kwaliteit’ zal voor werkgevers in de komende CAO-ronde centraal staan. Bij het ontwikkelen van voorstellen op dit terrein wordt uitgegaan van ‘de nieuwe medewerker’. Bij deze nieuwe medewerker staan flexibiliteit, persoonlijke ontwikkeling, en variëteit in arbeidspatronen centraal. Dit vertaalt zich in voorstellen voor het verder ontwikkelen van het Personal Lifestyle Budget, competentiemanagement en persoonlijke ontwikkelingsplannen. De komende jaren zullen de brancheverenigingen in de ICT-sector blijvend aandacht moeten hebben voor de werving en opleiding van young professionals. Dat traject begint bij het inzichtelijk maken van ICT en het ICT- beroep op middelbare scholen en eindigt bij de masterclasses en interne opleidingen, die veel ICT- bedrijven nu reeds hebben opgezet. Alleen zo kan de kwaliteit van de ICT’er – en daarmee de kwaliteit van de ICT-producten en -diensten – op langere termijn gewaarborgd zijn. Het aandeel en de invloed van ICT op de maatschappelijke en economische processen vereisen die inspanningen! Sylvia Roelofs is directeur van koepelorganisatie Nederland-ICT.Bijdragen in de rubriek Opinie staan los van de redactionele opvattingen van AG. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te redigeren en in te korten. Bijdragen voor de rubriek kunnen worden gestuurd aan: ag@wkths.nl onder vermelding van ‘opinie’.