Europese regeling auteursrecht goedgekeurd

Onder de nieuwe regeling hebben auteurs, uitvoerenden, producenten en omroeporganisaties in principe exclusieve rechten op reproductie, communicatie en verspreiding van hun werk. Daarop is één belangrijke, aan alle lidstaten voorgeschreven uitzondering: tijdelijke kopieën die een integraal onderdeel uitmaken van een technologisch proces, zijn te allen tijde toegestaan. Dat is met name voor softwaregebruikers belangrijk. Zonder deze bepaling zouden softwareleveranciers nog meer beperkingen kunnen opleggen aan de wijze waarop software wordt gebruikt dan nu al mogelijk is. Onder de richtlijn staat het lidstaten vrij om de rechten van rechthebbenden in te perken als dat om redenen van persvrijheid, godsdienstvrijheid, het publieke belang of het stimuleren van kunst en wetenschap wenselijk is. In gevallen dat een rechthebbende publicatie van zijn werk niet kan verbieden, stelt de richtlijn op zijn minst bronvermelding verplicht; vaak zal ook een redelijke vergoeding moeten worden geboden. Verder staat de richtlijn onder andere het maken van een thuiskopie toe. Onder invloed van het Europees parlement is dit recht nog duidelijker aan banden gelegd. Aan de richtlijn is namelijk toegevoegd dat kopieën ook niet indirect een commercieel doel mogen dienen. Bij reproductie van delen van werken voor bijvoorbeeld onderwijsdoeleinden of voor een bespreking ervan moet dankzij het parlement altijd de bron genoemd worden, tenzij dit aantoonbaar onmogelijk is. De richtlijn moet van het parlement over 18 maanden in werking treden, tegelijk met de richtlijn voor elektronisch zakendoen. Dat is een half jaar eerder dan de Europese Commissie voorstelde. (jwy)