Werk is iets wat je doet
Om de onvermijdelijke en voortdurende discussie even aan te stippen: de University of Berkeley beschouwt bijvoorbeeld ‘mobile work’ niet als telewerk. De Europese Commissie wel. Anderen classificeren alleen werknemers in loondienst en werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, als telewerker. Zelfstandigen, inclusief freelancers, sluiten ze daarmee uit. Een opvatting die overigens juridisch hout snijdt omdat het wettelijk kader terzake nogal verschillend is, maar voor onderzoek naar arbeid in de informatiesamenleving is die opvatting in het algemeen minder zinvol. Op uitnodiging van de Spaanse stichting Fundecyt en de International Telework Foundation verzamelden zich vorige week ‘e-work experts’ uit 15 landen. Wat blijkt? Uit vergelijkend onderzoek tussen de Europese Unie, Zwitserland en Verenigde Staten komt Nederland als absolute telewerkkampioen uit de bus. Volgens de studie van het Duitse bureau Emperica werkt maar liefst 26,4 procent van onze beroepsbevolking op een of andere wijze op-afstand, werknemers en zelfstandigen samengevoegd; al dan niet in deeltijd. Dat nieuws stemt het in de vergetelheid geraakte Nederlands Telewerken Forum ongetwijfeld tot vreugde. De hekkensluiters Spanje en Portugal met respectievelijk 4,9 en 3,4 procent laten treffend het onderscheid binnen de EU zien, terwijl het gemiddelde van de 15 lidstaten op 13 procent ligt. Ter vergelijking: Zwitserland scoort in deze studie 16,8 en de Verenigde Staten 24,6 procent. Bij deze Eurobarometer werd overigens een zeer ruime definitie gehanteerd: ‘telework occurs when paid workers carry out, or part, of their work away from their normal places of activity, usually from home, using information and communication technologies’. Transformeert een telefoontje van huis naar kantoor iemand al tot e-werker? De Europese Commissie heeft een paar jaar geleden de wens uitgesproken dat de Unie rond de eeuwwisseling 10 miljoen telewerkers zou tellen. Inmiddels is het 2,5 jaar later en zelfs min of meer onafhankelijk van de omschrijving van telewerk gaan de meeste onderzoekers er vanuit dat deze populatie ‘ongeveer bestaat’. Werken op afstand van de reguliere werkplek is een vorm van arbeidsflexibilisering die vanuit verschillende kanten kan worden belicht. Zo wordt ‘telecomputing’ vooral gezien tegen de achtergrond van woon-werkmobiliteit. ‘Telework’ wordt daarentegen meer gebruikt in het licht van moderne organisatievormen, terwijl ‘alternative officing’ de nadruk legt op flexibele werkplekken, zoals de trendy ‘touch-down offices’ van externe aanbieders waaronder Regus, of de wisselwerkplekken waarmee de Tilburgse verzekeraar Interpolis goede sier maakt. Om een en ander onder één noemer te brengen is het begrip de virtuele organisatie internationaal in zwang geraakt. Een onderwerp uit de tachtiger jaren dat dankzij ICT en het concept van de virtuele organisatie eindelijk in de belangstelling staat is de lerende organisatie. Werk en leren zouden hand-in-hand moeten gaan. Live-long learning als ruggengraat voor economische ontwikkeling, welvaart en persoonlijk welzijn, plus veranderingen op het werk moeten gemanaged worden. “Wat wij zien is dat door de ICT in gang gezette veranderingsprocessen gebaseerd op teamwerk verder gestimuleerd worden door de ontwikkeling van een nieuwe bedrijfscultuur. De verschillen binnen een organisatie leiden namelijk tot kennisdeling en gedeelde verantwoordelijkheid”, zegt Lefki Papacharalambous van de Brunel University in Noord-Londen. Teamleden vullen elkaar aan, nemen werk over en bijna automatisch wisselt soms de rol van de team- manager. Daarbij stijgt de noodzaak van vertrouwen in de context van werk ontegenzeggelijk. De promovenda voert haar praktijkonderzoek uit bij onder meer de low-cost luchtvaartmaatschappij EasyJet. Alle managers in deze verregaande commerciële virtuele organisatie werken van huis uit, maar de teamleden ontmoet elkaar wel eenmaal per week ‘face-en-face’. Met succes. Ondanks het achterlopende milieubeleid van Washington DC zijn onderzoekers in Noord-Californië bezig om de groene parameters van telewerk te bepalen. In Berkeley zet Dr. Erasmia Kitou personenvervoer met fossiele brandstof af tegen de elektrische energie die voor werkplekken nodig is. Uitgangspunt: hoewel de positieve milieu-effecten van telethuiswerk vaak de revue passeren, dienen eerst de kritieke variabelen van telewerkprogramma’s die van invloed zijn op het milieu geïdentificeerd te worden. Bovendien zullen zelfs de live-cycle van auto’s en bijvoorbeeld computers in analyses meegenomen moeten worden. En interessant Braziliaans onderzoek toont aan dat telewerkprogramma’s uitstekende mogelijkheden bieden voor overheid en bedrijfsleven in geval van rampen. Denk daarbij niet alleen aan natuurrampen zoals een brand, overstroming of aardbeving, maar ook aan ‘man-made disasters’. Van stakingen in het openbaar vervoer of blokkades op wegen tot terroristische acties met verregaande gevolgen, zoals 9/11’. Bedrijfscontinuïteit vraagt om een Business Contingency Plan (BCP) waarin telewerkfaciliteiten tot in detail zijn uitgewerkt en getest. ‘Maak een Telework Back-Up Kit voor e-Disaster Recovery’, adviseert Alvaro Mello van de Telework Association in Sao Paulo. Ons Ministerie van Sociale Zaken mag er dan helder over zijn, wetenschappers verschillen soms van mening of telewerk wel een ‘time-saving strategy’ is zoals voorstanders vaak plompverloren stellen. Daarom vergelijk dr. Pascal Peters van de Universiteit van Utrecht de arbeidsuren van telewerkers en niet-telewerkers en concludeert algemeen gesproken dat telewerkers doorgaans langer werken en meer overuren maken. Maar de vergelijking loopt mank wanneer telewerkers afgezet worden tegen werknemers die wel de mogelijkheid hebben gekregen om te telewerken maar daar geen gebruik van maken. Beide groepen maken even veel uren, zo blijkt, waarmee in ieder geval voor ons land vast komt te staan dat telewerk wel degelijk tot tijdsbesparing voor de werknemer leidt omdat het woon-werkverkeer geen tijd in beslag neemt. Verder volgt uit deze studie verassend dat telewerkers vaker financiële extra’s ontvangen. Zo krijgen mannelijke telewerkers regelmatig een bonus, terwijl vrouwelijke telewerkers vaker in de winst delen. Anders gezegd: er bestaat - opnieuw: in Nederland - zowel een financieel onderscheid tussen telewerkers en hun collega’s die uitsluitend op de zaak werken, en tussen telewerkende vouwen en mannen in die zin dat de aard van hun bonus verschilt. Oorzaken werden - nog - niet onderzocht. Aan de Universiteit Twente is Diana Limburg onlangs gepromoveerd op een uitermate praktisch onderwerp: ‘Making telework a reality’. Zij constateert dat uit softwarematig oogpunt telewerken als een ‘gewone’ applicatie van ICT wordt gezien, maar dat vindt zij geen goed uitgangspunt. In haar visie vraagt de introductie van telewerk in een organisatie namelijk om een methode die ontwerp en ontwikkeling van een informatiesysteem voor op afstand werken samenvoegt. Limburg spreekt nadrukkelijk van ‘tailoring’ - het op maat maken - van telewerkapplicaties. Een telewerkontwerp is daarbij niet alleen de technologie, maar ook de huisvesting, de manier van managen, regels, procedures, afspraken, enzovoort. Het invoeren van telewerken is het realiseren van een nieuwe manier van werken, ondersteund door ICT. Hoe die ondersteuning het beste kan plaatsvinden, is nauwelijks vooraf te bepalen. Laat dus ICT zich al doende aanpassen aan de de telewerker en het werk zelf. Iets wat volgens de wetenschappelijk onderzoekster nog veel te weinig gebeurt.