Kwantumcomputers maken gebruik van de voor leken ongerijmde wetten van de microkosmos, waar één deeltje zich (op één en hetzelfde tijdstip) op twee plaatsen tegelijk kan bevinden, waar twee deeltjes zo met elkaar ‘verbonden’ kunnen zijn dat ze (ongeacht hun fysieke onderlinge afstand) op hetzelfde moment hetzelfde gedrag moeten vertonen en waar één deeltje op één moment in twee tegengestelde richtingen kan tollen.