Twijfel over tijdig afronden politie-ICT

ISC vierde vorige week dat het korps Midden- en West-Brabant als eerste is aangesloten op het nieuwe netwerk dat straks alle 1500 politielocaties moet verbinden. In het regiokantoor te Tilburg was het voorzitter Jacob Kohnstamm van genoemde regieraad, die openlijk twijfel uitte over de haalbaarheid van zijn opdracht. "Het klinkt overzichtelijk: ‘Maak in vijf jaar één informatiehuishouding’, maar misschien is het een te ambitieuze doelstelling", zei hij, om er vervolgens, zoals een bestuurlijk manager betaamt, de draai aan te geven dat de politie voor een majeure ‘uitdaging’ staat. Het gaat er niet alleen om gegevens te veredelen tot informatie, maar ook deze op landelijke schaal te delen en daartoe wellicht werkprocessen aan te passen. Volgens Kohnstamm zijn er nog steeds politiechefs die het regionale belang voorrang geven boven het collectieve, een observatie overigens die door de gastheer in Tilburg, korpschef Frans Heeres, werd tegengesproken. Hoe dat ook zij, over de ‘Politie-Nutsvoorziening’ bestaat helderheid. ISC telt, naast straks het Landelijk Faciliteiten Centrum ISC in (de buurt van) Driebergen, zes dubbel uitgevoerde rekencentra, met in Tilburg ISC-Zuid. Na Midden- en West-Brabant moeten dit jaar de vijf andere regio’s in Noord-Brabant, Zeeland en Limburg aanhaken. Het eerste kwartaal van 2004 staat de uitrol voor ISC-Noordoost in Zwolle gepland, dat de acht regio’s van Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland bedient. De rest van het jaar volgen korpsen rond Rotterdam (ISC-Zuidwest), Den Haag (ISC-West), Utrecht (ISC-Midden) en Amsterdam (ISC-Noordwest). Heilig principe Naast aanbodcoöperatie ISC is er voor de vraagkant de Coöperatie Informatiemanagement Politie (CIP). Alleen was de bouw van de nutsvoorziening al gestart voor de vraagcoöperatie er was. "Zonder vraag geen aanbod", noemde ISC-directeur Nico van de Ven vorige week als heilig principe, dat nu dus niet was gevolgd, om welke reden hij tevens van ‘een kromme start’ sprak. De ISC-producten moeten voldoen aan de eisen van ‘dienders achter het bureau en op straat’ en dat die niet zijn gehoord had ‘hoge eisen aan het inlevingsvermogen van de ontwerpers’ gesteld, temeer daar het ‘not invented here-syndroom’ altijd roet in het eten kan gooien. Toch heerste vreugde over het bereiken van de mijlpaal. Een gestandaardiseerd netwerk is voorwaarde voor de vernieuwingsslag die later volgt met de systemen die er gebruik van maken. Dat zijn onder meer genoemde bedrijfsprocessensystemen. De 26 korpsen gebruiken er drie. Genesis draait alleen in de regio Haaglanden en verder hebben zo’n achttien korpsen BPS en de rest XPOL. Die laatste twee komen van een door enkele korpsen gevormde maatschap (NPOL), waaraan zij eigendom en beheer van applicaties hadden overgedragen. Die samenwerking is in 1999 ontstaan, toen ook de oprichting van de Regieraad ICT Politie in de lucht hing, waardoor NPOL enigszins naar subversieve actie riekt. Dat zul je Cees de Gier, manager Infrastructuur bij ISC, niet horen zeggen. Wel wijst hij erop dat pogingen om voor de politiële informatievoorziening tot een concernbenadering te komen, jarenlang zijn mislukt, omdat het niet gebeurde met commitment op hoog politiek niveau. Met ISC en CIP (waarover NPOL inmiddels is verdeeld) is dat voor het eerst wel het geval, voegt hij eraan toe. Langere adem Dat neemt niet weg dat eind 2005 niet gehaald wordt. Het vervangen van Genesis, BPS en XPOL door één nieuw systeem en ook de bouw van andere applicaties die primaire taken ondersteunen, vergt langere adem. "Het zijn niet alleen de systemen, je moet ook 50 duizend dienders ermee leren omgaan." Hij spreekt nog niet over zoiets als één landelijk personeelssysteem. Als ICT’er is hij groot voorstander: alle applicaties zouden voor autorisatie daar terechtkunnen. Maar zo’n centraal systeem kan aan hun autonomie hechtende korpschefs de vrees bezorgen, dat de minister met één druk op de knop exact inzicht heeft in hun personele capaciteit. Voorbeeld van het hemd nader dan de rok, waarover Kohnstamm sprak? De Gier zegt het zo: "Een landelijk personeelssysteem heeft veel organisatorische en beleidstechnische consequenties."