Gehoorschade door iPod niet bewezen

Dat gold zeker voor Apple, dat sinds de introductie in 2001 ongeveer 220 miljoen iPods heeft verkocht, waarvan een groot deel in de VS.

De klagers baseerden zich op het hoge geluidsniveau dat de iPod kan produceren, tot wel 115 decibel, het ontbreken van een volume-indicator en het ontwerp van de oortelefoontjes, die relatief diep de gehoorgang in gebracht moeten worden.

Het hof van beroep in San Francisco was echter van mening dat de klagers niet hebben aangetoond dat de iPod onredelijke risico’s op gehoorschade oplevert. Evenmin is aangetoond dat mensen door iPods gehoorschade hebben opgelopen, aldus de rechtbank.

De Europese Commissie is overigens wel van mening dat muziekspelers zoals de iPod gehoorschade kunnen opleveren. Onlangs besloot de Commissie om fabrikanten te verplichten hun apparaten zo in te stellen, dat ze standaard een veilig geluidsniveau afgeven. Veilig betekent in de opinie van de Europese Commissie een niveau van 80 decibel voor wie 40 uur per week luistert. Naar muziek met een geluidssterkte van 89 decibel zou niet langer dan 5 uur per week geluisterd moeten worden. Ook vindt de Europese Commissie dat fabrikanten van mp3- en vergelijkbare spelers moeten waarschuwen voor de risico’s van het luisteren op hoog volume. Dat laatste doet Apple overigens al bij de iPod.

Of Birdsong en Waggoner in cassatie gaan, is nog niet bekend. Maar beleggers waren opgetogen over het nieuws. Na de bekendmaking steeg de koers van het aandeel Apple met 1,43 dollar naar 210,53 dollar.