EU-richtlijn softwarepatenten blijft grotendeels overeind

Het Europees Parlement zal zich waarschijnlijk op 6 juli uitspreken over het voorstel. De uitkomst daarvan is hoogst onzeker. Standpunten van de juridische commissie worden niet altijd overgenomen in de plenaire zitting. Bovendien is, omdat het om behandeling in ‘tweede lezing’ gaat, een absolute meerderheid vereist. Dit betekent dat de helft plus één van alle 731 europarlementariërs de richtlijn moet ondersteunen. De meningen over de stemming in de juridische commissie lopen sterk uiteen. Edith Mastenbroek (PvdA), lid van de sociaal-democratische fractie PSE, noemt de uitkomst zeer teleurstellend. "Het is mijn eerste jaar hier, maar niets verbaast mij meer. Het parlement maakt eerst enorme heisa omdat eerdere voorstellen op het gebied van computer-geïmplementeerde uitvindingen door de Raad terzijde zijn geschoven. Toch gaat de juridische commissie nu kennelijk klakkeloos akkoord met de tekst." Volgens Mastenbroek hebben multinationals als Siemens, Microsoft, Alcatel en Ericsson "op het allerlaatste moment nog een keiharde lobby ingezet". Vertegenwoordigers van die bedrijven waren massaal aanwezig tijdens de commissievergadering. Ook de FFII, een internationale organisatie van voornamelijk kleine softwareproducenten, meent dat lobbyisten van multinationals ‘de touwtjes in handen hadden in de juridische commissie’. Woordvoerder Dieter van Uytvanck: "Er zijn zo goed als geen aanpassingen aangebracht in de tekst van de Raad, die onduidelijk is en aanleiding geeft tot ongelimiteerde patenteerbaarheid van software. Dat is een gemiste kans." Bert Doorn (CDA) van de EVP- fractie is wel tevreden over de uitkomst. "Software als zodanig kun je niet patenteren, maar wel technisch-mechanische vindingen met daarin een stukje software. Heel veel bedrijven, ook kleinere, zijn daarvan afhankelijk." Doorn meent dat de verworpen voorstellen van Rocard ertoe hadden geleid dat alleen technische vindingen zonder enige vorm van software gepatenteerd kunnen worden. Liberaal parlementslid Toine Manders (VVD), als advocaat gespecialiseerd in octrooirecht, zegt dat de richtlijn een eind maakt aan de bestaande onduidelijkheid. "Het European Patent Office (EPO) heeft al een groot aantal octrooien op software afgegeven die in sommige landen wel worden erkend en in andere niet." Europarlementariër Kathalijne Buitenweg (Groen Links) meent dat de aanvaarde tekst zo ruim interpreteerbaar is dat pure softwarepatenten wel degelijk mogelijk zijn. Buitenweg verwacht dat grote bedrijven veel meer kans maken patentgeschillen te winnen dan hun kleine concurrenten.