Overslaan en naar de inhoud gaan

Overheid fnuikt rol in Europees onderzoek

Een aantal wetenschappers verwerpt de idee dat de kwaliteit van de Nederlandse onderzoeksgroepen te kort schiet om een toonaangevende rol kunnen spelen in de nieuwe Europese subsidieprogramma’s voor ICT­onderzoek. Zij stellen dat het inkrimpen van de budgetten die de overheid aan de universiteiten ter beschikking stelt voor de organisatie van onderzoeksgroepen, de Nederlandse universiteiten nauwelijks mogelijkheden laat om die rol op zich te nemen.
Carriere
Shutterstock
Shutterstock

In april moeten de groepen hun definitieve aanvragen indienen voor het zesde kaderprogramma, waarin ruim 3,6 miljard euro beschikbaar komt voor ICT­onderzoek. De Europese Unie eist een schaalvergroting waardoor het budget over hooguit driehonderd ICT­projecten wordt verdeeld. In het vorige kaderprogramma verdeelden 2500 projecten de subsidiepot. Slechts in 4 procent van de projectvoorstellen heeft een Nederlandse groep de leiding. Kijkend naar de Nederlandse bijdrage aan de begroting van de EU, zou Nederland zeker 6 procent van de projecten moeten aansturen. "Bij de projecten van het formaat zoals die in het vijfde Europese kaderprogramma speelden, was je al gauw een jaar lang een dag per week alleen maar bezig met coördineren, en voorbereiden. Nu de projectschaal veel groter wordt, wordt dat helemaal onoverzichtelijk", stelt de Eindhovense hoogleraar Jos Baeten. Schaalvergroting Slechts 15 tot 20 procent van voorlopige projectvoorstellen voldoet volgens de Europese Commissie tot nu toe aan de vereiste schaalvergroting. Gezien de problemen die de Nederlandse onderzoeksgroepen hebben met de schaalvergroting ligt het voor de hand dat een onevenredig deel van Nederlandse projectvoorstellen sneuvelt. "De overhead die deze subsidieregelingen met zich mee brengen neemt steeds verder toe", beaamt de Amsterdamse hoogleraar Paul Klint Bovendien speelt volgens Klint voortdurend het probleem van de verplichte co­financiering. De universiteit moet vijftig procent van de kosten zelf opbrengen. Dat moet komen uit de eerste geldstroom, de basisfinanciering van de overheid aan de universiteiten. "Bij een coördinerende rol gaat dus ook ‘basisgeld’ naar administratieve en organisatorische activiteiten en daarmee raakt het potje met basisgeld op. De eerste geldstroom moet opgekrikt, maar dat gebeurt niet, integendeel." Demissionair onderwijs­minister Maria van der Hoeven erkent dat de huidige eerste geldstroomfinanciering geen prikkel vormt om te excelleren in onderzoek. Zij was bereid na te denken over een nieuwe verdeling van onderzoeksgelden maar verwijst, gezien de demissionaire status van het kabinet, naar de onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in