’Wij leveren geen opgelapte kreukels’

„De WAO’er is gewoonweg glad vergeten door de Taskforce ICT”, zegt Jaap Rameijer, lid college van bestuur van de Haagse Hogeschool. „Dat gaven verschillende leden van de commissie-Risseeuw toe toen ik hen vroeg waarom zij niet naast de projecten om onder meer allochtonen, vrouwen, vluchtelingen en MBO’ers te interesseren voor een carrière in de IT, een plan voor WAO’ers hebben gemaakt.” Dit is opmerkelijk, want het gaat niet om een kleine groep: als de huidige trend aanhoudt, verwacht het Landelijke Instituut voor Sociale Verzekeringen (Lisv) in 2003 de miljoenste WAO’er in ons land. Hoe is het WAO-ICT-project ontstaan? „Het idee ontstond begin vorig jaar op een conferentie in Barcelona over ICT in het onderwijs inEuropa. Op die bijeenkomst werden de tekorten aan gekwalificeerde ICT’ers in West-Europa nog eens aangekaart.In Nederland kan circa 48 procent van de IT-vacatures in 2002 niet vervuld worden door gekwalificeerd ICT-personeel. Met een goed onderwijsconcept en lesmateriaal moet het toch mogelijk zijn om een deel van de WAO’ers bij- of om te scholen tot ICT’ers? Ik werd ’getriggerd’ door het gemak en de speelsheid waarmee je door alle nieuwe technische mogelijkheden, zoals leren op afstand, les kunt geven aan deze groep. Toen wij op het idee kwamen dachten wij ’het kan toch niet zo zijn dat wij de enige in Nederland zijn die hier iets mee willen gaan doen? De HBO-Raad, Cap Gemini en wij hebben dit medio 2000 onderzocht en er bleek dat er geen andere organisaties in Nederland bezig zijn op het terrein van ICT en WAO. Er ligt daar dus een markt voor ons. Daarna ben ik gaan praten met onder meer Sun, Cisco, Cap Gemini, de voorzitter van het MKB, de HBO-Raad en verschillende collega’s bij andere Hogescholen. Toen iedereen enthousiast reageerde, hebben we besloten er een project van te maken. Wij hebben hulp ingeroepen van anderen en een kernteam gevormd: wij verzorgen het onderwijs, Cap Gemini Ernst & Young heeft het businessplan opgesteld en Communication Concert zorgt voor de communicatie rondom dit project. Daarnaast worden wij bijgestaan door de HBO-Raad. Er bestaan vergevorderde plannen om een stichting in het leven te roepen.” Wat houdt het plan precies in? „Wij ontwikkelen een regulier onderwijstraject met behulp van toeleveranciers van hardware, software en content, afkomstig van het bedrijfsleven en andere hogescholen en universiteiten. Het concept heeft landelijke dekking via alle HBO-instellingen met Informaticaopleidingen. Er moet een loket per regio komen, dat zorgt voor het hele reïntegratietraject. Uitkeringsinstanties en reïntegratiebedrijven zijn verantwoordelijk voor de selectieprocedure vanWAO’ers.De duur van de opleiding varieert van drie maanden tot een jaar, afhankelijk van het profiel en de vooropleiding van de WAO’er. De helft van de tijd zal bestaan uit praktijkervaring in de vorm van een stage bij een van de participerende bedrijven.” Wat is het voordeel voor WAO’ers? „WAO’ers zitten vaak in de situatie dat ze gestigmatiseerd zijn. Vaak hebben zij het moeilijk met zichzelf en hun omgeving en zien er tegenop om een formeel reïntegratietraject in te gaan. Met ons project kunnen zij straks een regulier onderwijstraject volgen bij hogescholen, waar zij als student worden behandeld. Zij kunnen een heleboel dingen thuis doen en spelenderwijs leren met toegankelijke hard- en software. Bovendien verbetert hun maatschappelijke en financiële positie aanzienlijk, als ze het traject afgerond hebben. De opleiding sluit aan bij hun ervaring en gewenst denkniveau. Wij bieden een garantie voor de opleiding en werkplaats. Daarnaast willen wij, maar dat moeten wij met de overheid afspreken, garanties bieden om niet jeWAO-rechten te verspelen, mocht het traject niet naar wens verlopen.” Hoe gaan jullie dit financieren? „We vragen in eerste instantie subsidie aan bij Economische Zaken, omdat het bij dit project uiteindelijk gaat om het oplossen van het tekort op de ICT-arbeidsmarkt. Wij vragen een tegemoetkoming in de investeringskosten die wij tot nu toe hebben gemaakt, de ontwikkelkosten die wij nog gaan maken als wij het groene licht krijgen voor dit project en de exploitatiekosten die wij de komende jaren maken voor het runnen van de stichting. Daarnaast hebben bedrijven er geld voor over om gekwalificeerde ICT’ers binnen te halen. En bij uitkeringsinstanties en reïntegratiebedrijven zijn gelden beschikbaar voor reïntegratietrajecten.” Waarom doen jullie dit? „Het is natuurlijk gewoon business voor ons en wij kunnen het contractonderwijs verder uitbouwen. Het concept is later ook toepasbaar op andere doelgroepen. Daarnaast willen wij ervaring opdoen met de mogelijkheden van ICT in het onderwijs.Bovendien hebben wij een maatschappelijke functie: onze verantwoordelijkheid houdt niet op bij de muren van dit gebouw. Wij zijn onderdeel van de samenleving en zijn verplicht om te kijken waar wij een bijdrage kunnen leveren.” Wat zijn de belangrijkste knelpunten? „Het vergt heel veel overleg met alle betrokken partijen. Dat kost vreselijk veel energie, daar moet je je niet door laten afschrikken. Het tweede probleem is het enorme stigma dat rond de WAO hangt. Bedrijven zijn vaak terughoudend bij het in dienst nemen van WAO’ers. Maar zij moeten niet denken ’we krijgen een WAO’er in dienst’, want zij krijgen straks gekwalificeerde ICT’ers aangeleverd. Wij leveren geen opgelapte kreukels, geen zielige WAO’ers die een beetje bijgespijkerd zijn. Het zijn erg gemotiveerde, goed opgeleide mensen.” Hoe komt het opleidingstraject er precies uit te zien? „Er zijn nog geen uitgewerkte plannen. Voordat we verder gaan willen we graag de blessing hebben naar van de minister. In mei willen wij inDen Haag de pilot starten. De Haagse Hogeschool en de Mondriaan Groep fungeren als onderwijsinstituut, afnemende bedrijven zijn KPN en de ANWB en Argonaut is betrokken als reïntegratiebedrijf. Hierbij willen wij ervaring op doen met onder meer het selectieproces, het onderwijsconcept, de communicatie, garanties, de behoefte bij bedrijven en het reïntegratieproces. Als het licht straks op groen staat, willen we begin volgend jaar het echte project starten.”