Verplichte arbitrage voor .nlgeschillen is miskleun
Let op, dat zijn conflicten die betrekking hebben tussen enerzijds degene die een.nlcountrycodetopleveldomein heeft laten registreren, en anderzijds een partij die vindt dat met deze registratie of gebruik van de.nldomeinnaam een handelsnaam of een merkenrecht wordt geschonden. De in Genève gevestigde WIPO opent op 29 januari aanstaande haar deuren. Elektronisch wel te verstaan, want de verplichte arbitrageprocedure kan via email (en de gewone post) gevoerd worden, op grond van het in Nederland geldende handels en merkenrecht en in de Nederlandse taal. Een zitting behoort tot mogelijkheden, maar die wordt dan in ons land gehouden. Een paar kanttekeningen bij de keuze van SIDN. In Nederland vinden we al ruim een decennia dat met regelgeving terughoudend omgesprongen moet worden. Het credo luidt: laat de markt het zelf doen. Daarom is het opvallend dat deze stichting al eerder allerlei betuttelende voorschriften stelde, zoals het tussenvoegen van intermediairs (de deelnemers van de SIDN) die ten behoeve van de samenleving domeinnamen mogen registreren. Bovendien wordt er een scheiding gehanteerd tussen bedrijfs en persoonsdomeinnamen, en vissen buitenlanders achter het net, want die mogen vanuit het buitenland geen.nl domeinnamen laten registreren. Daardoor ontstaan er moeilijke constructies. Zo houden buitenlandse ondernemingen ineens kantoor bij een Nederlandse advocaat, om op deze wijze toch maar een.nlnaam te kunnen laten registreren. Overigens: dit laatste voorschrift gaat na jaren eindelijk op de schop. De keuze voor verplichte (1) arbitrage (2) is een dubbele misser. Daarbij laten we buiten beschouwing dat de dwingendrechterlijke arbitrage wordt opgelegd door een organisatie met een monopoliepositie, die zelf geen juridische partij bij een geschil over domeinnamen wenst te zijn en zich ter zake uitdrukkelijk vrijwaart! Ook de discussie of verplichte alternatieve geschillenbeslechting in strijd is met Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting), schuiven we terzijde. Het verplichte karakter geeft aan dat de SIDN weinig vertrouwen heeft in deze particuliere rechtsgang. Volgens de stichting moet vooral de efficiency en kwaliteit van de arbitrageprocedure centraal staan. (Blijkbaar ontbreekt dat bij de kortgedingrechter.) Dat kan natuurlijk best op vrijwillige basis. Sterker nog, als de WIPOarbitrageprocedure inderdaad een uitstekend alternatief is voor de gang naar de burgerlijke rechter, dan zal de praktijk dat wel bewijzen. Gedwongen winkelnering is dus helemaal niet nodig. Maar op een bijeenkomst vorig week zei SIDN met zoveel woorden, dat je niet zo’n procedure optuigt, als de kans bestaat dat er geen gebruik van wordt gemaakt. Dit, uit het oogpunt van de rechtzoekende, onjuiste argument, weerspreekt SIDN merkwaardig genoeg zelf. Zij roemt juist het enorme succes van de wereldorganisatie voor intellectuele eigendom in de ontwikkeling van een internationale geschillenregeling rondom generieke topleveldomeinen, zoals bijvoorbeeld.com,.org, en.net. Waarom zou dat dan voor.nlzaken anders zijn? Dan de keuze voor arbitrage. Die scoort helaas het hoogst op de lijst van formalistische geschillenoplossingsmethoden. Voor de goede orde: de.com,.org, en.netzaken worden niet door arbitrage, maar door een eigen vorm van geschillenoplossing geslecht. De WIPOarbitrage bevat veel formele vereisten voor eiser en gedaagde. Vandaar een uitgebreid reglement met harde termijnen en voorbeelden van een eis en verweerschrift die overigens meteen doen denken aan Amerikaanse processtukken. Vrijwel zeker hebben eiser en gedaagde specialistische juridische ondersteuning nodig. Ook dat zijn kosten naast de kosten voor de arbiters. Snel gaat het allemaal niet, want de looptijd van de arbitrageprocedure wordt geschat op tussen de twee en drie maanden. ‘t Is net de burgerlijke rechtsgang, zij het dat de gedaagde geen tegenvordering kan instellen en ook claims voor schadevergoeding worden niet in behandeling genomen.