Seagate laatbloeier met Pulsar SSD

Seagate zelf zegt bewust te hebben gewacht totdat de tijd rijp was. Volgens Gartner gaan dit jaar wereldwijd 280.000 SSD’s over de toonbank met een totale waarde van 450 miljoen dollar. In 2010 loopt dat op naar 800.000 stuks met een verkoopwaarde van 1 miljard dollar. Seagate verwacht overigens dat de gewone harde schijf nog een lang leven beschoren is en niet snel door de SSD wordt weggevaagd.

Hoewel de Pulsars gisteren pas officieel zijn aangekondigd, ontvingen systeembouwers sinds september al de eerste exemplaren. De Pulsar is niet los te koop. Seagate heeft geen prijzen bekendgemaakt.

Het eerste Pulsar-model heeft een opslagcapaciteit van 200 GB. Concurrent STEC levert al modellen van 400 en 800 GB aan klanten als EMC. De eerste Pulsar is bedoeld als alternatief voor traditionele harde schijven met een diameter van 2,5 inch. Hij biedt leessnelheden tot 240 MB per seconde en schrijft data met 200 MB/s weg. Seagate maakt gebruik van een SATA 2.0-interface.

Seagate mikt in eerste instantie niet op gebruik in laptops en desktop-pc’s maar op gebruik in servers in rekencentra. Concurrenten als Western Digital richten zich met hun SSD’s op de pc-markt.

Seagate ziet SSD’s in het datacenter niet als vervanging maar als aanvulling op harddisks, in situaties waarin relatief kleine hoeveelheden gegevens zeer snel opgevraagd en weggeschreven moeten worden. Dit type gebruik stelt extra hoge eisen aan de betrouwbaarheid, maar kan voor de fabrikant ook hogere winstmarges opleveren.

SSD’s slaan gegevens sneller op, gebruiken minder energie, geven minder warmte af dan harddisks en zijn minder kwetsbaar door het ontbreken van roterende ‘platters’ en bewegende lees/schrijfkoppen. Keerzijde is dat ze (veel) duurder zijn dan harde schijven. Ook is nog weinig bekend over de levensduur. De fabrikant moet er door een uitgekiend opslagbeheer voor zorgen dat de SSD door veelvuldig gebruik van dezelfde geheugencellen niet steeds trager wordt.