Inkomens ICT’ers groeien bovengemiddeld

Het gemiddelde inkomen van ICT’ers groeit harder dan het landelijk gemiddelde.
De trend, die vorig jaar al inzette, zet door. De periode van de adviseur die ICT-gestuurde vergezichten schetst lijkt te zijn ingeruild voor het tijdperk van de doeners die daadwerkelijk werkende oplossingen moeten realiseren. Aan werk geen gebrek, maar wie moet het gaan doen en vooral: wie kan dat goed? De krapte op de arbeidsmarkt spitst zich toe op ICT-specialisten. Aan managers is er nog geen gebrek.
Die ontwikkeling zorgt er ook voor dat er in de samenstelling van de groep ICT’ers qua opleidingsniveau meer ruimte is gekomen voor mensen met een MBO-achtergrond. Hun aandeel is het afgelopen jaar met vier procent toegenomen en dat is een trendbreuk met de afgelopen jaren, die juist steeds een terugloop van het aandeel van MBO’ers lieten zien.
Berenschot signaleert in zijn analyse hiernaast al dat niet alle ICT-functionarissen in gelijke mate profiteren van de krapte op de arbeidsmarkt. De ICT’ers zelf gaan ervan uit dat de lonen en tarieven van ICT-professionals in 2006 flink zullen stijgen.( zie pagina 18 en 19). Meer dan vorig jaar denken ze dat hun individuele onderhandelingspositie ten opzichte van hun baas sterk zal verbeteren. Angst om hun baan te verliezen hebben ze nauwelijks. ICT’ers die als gevolg van marktomstandigheden de afgelopen jaren pas op de plaats hebben moeten maken en die onder de door ons gerapporteerde gemiddelden uitkwamen vinden het tijd voor een ‘inhaalslag’ op arbeidsvoorwaardengebied.
Scholing blijft voor ICT’ers een absolute voorwaarde om de snelle veranderingen in hun vak bij te kunnen benen en daar is men zich ook van bewust. Vier van de tien ICT’ers onderschrijven de stelling dat het bezitten van aantoonbare kennis in de vorm van certificaten voor een ICT-professional nog nooit zo belangrijk was als nu. Men heeft er ook veel voor over. Studeren in eigen tijd en ook zelf een deel van de kosten dragen wordt heel gewoon gevonden. (zie pagina 36 en 37).
De gemiddelde leeftijd van ICT’ers is 37,6 jaar. Geen enkele Nederlandse beroepsgroep is zo jong van samenstelling. Van vergrijzing is geen sprake. Tegelijkertijd worden ICT’ers van 40-plus als oud gezien.
Dat roept de vraag op wat er gaat gebeuren met al die mensen die maatschappelijk gezien op de helft van hun arbeidzame leven zitten, maar voor wie als ‘vakbroeder’ niet echt een carrierevervolg van nog eens twintig jaar wordt voorzien. Eet de ICT-revolutie zijn eigen kinderen op of komt er een HRM-offensief om ‘senioren’ voor het vak te behouden? De betrokkenen zelf lijkt dat vraagstuk nog niet bezig te houden. Ze laten zaken als de levensloopregeling massaal aan zich voorbijgaan. (zie pagina 11). Tegelijkertijd vissen werkgevers - op basis van een kortetermijnagenda - nog steeds naar goedkope jonge vis in een vijver die al goeddeels leeg is en wordt er gegokt op de inhuur van arbeidskrachten ver weg.