Motorola kan fluiten naar miljarden van Microsoft

Motorola Mobility meende aanvankelijk recht te hebben op 2,25 procent van de verkoopprijs van elk product van Microsoft voor zijn patenten die hebben bijgedragen aan de H.264-standaard voor het decoderen van videobeelden. Later werd dit genuanceerd tot een tarief van 1,15 tot 1,73 procent. Zo'n afdracht zou ook moeten gelden voor het gebruik van bepaalde vindingen voor de IEEE-standaard 802.11 voor draadloze communicatie (wifi).

Redactie AG ConnectMeer van deze auteur

Paar dollarcent per vinding is welletjes

Rechter James Robart van de districtsrechtbank in Seattle laat Motorola Mobility echter een toontje lager zingen. Hij vindt een vergoeding van 0,555 dollarcent per eenheid voor de videotechnologie en van 3,471 dollarcent voor de draadloze technologie genoeg. Daarmee vervliegt de hoop van Motorola Mobility om jaarlijks meer dan 4 miljard dollar van Microsoft te incasseren. Op basis van de nieuwe berekening blijft daarvan slechts 1,8 miljoen dollar per jaar over.

Voor de H.264-videodecoder in de spelcomputer Xbox en het besturingssysteem Windows komt de rechter tot een vergoeding van maximaal 16,4 dollarcent. Met zijn wifi-patenten kan Motorola Mobility ten hoogste 19,5 dollarcent per verkochte Xbox opstrijken.

De omstreden vindingen worden niet alleen door Microsoft, maar breed toegepast in de ICT-sector. Ze zijn tot industriestandaard verheven - omdat ze er aan bijdragen dat apparaten van diverse fabrikanten met elkaar kunnen communiceren. De voor deze standaards onmisbare patenten staan bekend als Standard Essential Patents (SEP's). Rechthebbenden worden geacht deze patenten op 'redelijke en niet-discriminerende' (RAND) voorwaarden in licentie te geven.

Patenten Motorola dragen maar een beetje bij aan standaarden

Robart concludeert in zijn lijvige vonnis (207 pagina's) dat de vindingen van Motorola Mobility maar een 'flintertje' hebben bijgedragen aan de volledige standaarden. Alleen al met de 802.11-standaard waren volgens de rechter vindingen van 92 partijen gemoeid. Als ieder patent volgens de maatstaven van Motorola moest worden beloond, dan zouden de royalties samen de winkelprijs van een Xbox overtreffen, aldus de rechter.

Met de uitspraak van rechter Robart komt er meer duidelijkheid over de maximale bedragen die een rechthebbende op dergelijke technologie kan opeisen van concurrenten.

Microsoft tevreden, Motorola reageert nietszeggend

Microsoft reageerde tevreden op het vonnis van de rechtbank in Seattle. Volgens een advocaat van het bedrijf blijft gepatenteerde technologie hierdoor betaalbaar voor alle consumenten. Motorola heeft alleen indirect gereageerd met de stelling dat het zijn patenten altijd tegen "redelijke tarieven" in licentie geeft aan derden.

Met de uitspraak van Robart is de zaak niet afgelopen. In augustus volgt een rechtszitting om te bepalen of Motorola Mobility zijn patenten op eerlijke voorwaarden aan derden in licentie heeft gegeven, uitgaande van de richtbedragen die de rechter nu heeft vastgesteld.

Geschil begon in 2010 met eis van Microsoft

Het geschil tussen beide kemphanen gaat terug tot 2010. Microsoft eiste toen dat Motorola royalties ging betalen voor mobiele telefoons met Android. Motorola sloeg later dat jaar terug met de eis dat Microsoft moest dokken voor het gebruik van zijn vindingen in Windows en de Xbox. Toen al eiste Motorola 2,25 procent van de winkelprijs per product. Andere bedrijven moesten oorspronkelijk een vast bedrag van 9 dollar per apparaat betalen.