Kabinet te laks met kenniseconomie

Bakker maakt zich buitengewoon kwaad over de laksheid waarmee de overheid de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie ter hand neemt. „De VVD laat zich door de industrie te veel souffleren. Zowel de minister van Buitenlandse Zaken als de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat belijden met de mond de kenniseconomie te willen stimuleren maar daar komt in praktijk niets van terecht.” Uit de benchmarkstudie blijkt dat het bandbreedtegebruik in Nederland ver achter blijft bij dat in de referentielanden Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk de Verenigde Staten en Zweden. Als oorzaak noemen de auteurs de hoge kosten voor vaste verbindingen en een algeheel gebrek aan concurrentie op de telecommarkt. Ook de innovatie in de dienstverlening op deze netten hapert daardoor. „De overheid zou meer moeten doen aan het stimuleren van alternatieve infrastructuren, bijvoorbeeld door bedrijven die nieuwe netwerken willen aanleggen een fiscaal voordeel te geven”, zegt Peter Horsten, een van de auteurs van het rapport. „De overheid zou in ieder geval de lokale overheden op de vinger moeten tikken die de uitvoering van het landelijk beleid frustreren.” Lange bureaucratische trajecten, hoge tarieven en ronduit tegenwerking door gemeenten in de verstedelijkte gebieden vormen volgens de auteurs een belangrijke oorzaak dat de concurrentie op het vaste net niet van de grond komt. „Hoe vaak hebben we het kabinet hier nu niet al over ter verantwoording geroepen”, vraagt Bakker zich af. „Neem de discussie over het creëren van concurrentie op de kabel. Het kabinet wil dat moment maar uitstellen, maar de Kamer heeft al in oktober in meerderheid besloten dat de kabel veel sneller open moet. Maar wij wachten nog steeds op het het wetsvoorstel.” De auteurs van de benchmarkstudie adviseren de overheid verder onder meer het toezicht aan te scherpen zodat andere telecombedrijven gebruik kunnen maken van het aansluitnet van KPN, ook wel ’de laatste kilometer tot de klant’ genoemd. „Het is dan ook nog veel te vroeg om de taken van Opta over te dragen aan de NMA”, concludeert Horsten. Het ministerie discussieert op 16 maart met de betrokken marktpartijen over de aanbevelingen in het rapport. „Eventueel benodigde voorstellen voor aanscherping van het beleid leggen we daarna voor aan de staatssecretaris. Zij besluit vervolgens of de aanscherping nodig is”, legt DGTP-woordvoerder Menno Keijser van het ministerie van V&W uit. eindregel/tdo/09-03-2001