Amerikaans succes in strijd tegen namaakapparatuur

De bestrijdingscampagne staat officieel te boek als Operation Network Raider. Doel ervan is niet alleen de Amerikaanse ICT-industrie te beschermen tegen oneigenlijke concurrentie. De vrees bestaat ook dat nagemaakte apparatuur en chips zijn uitgerust met achterdeurtjes die de kopers kwetsbaar maakt voor bedrijfsspionage.

In het verleden blijken overigens ook Amerikaanse overheids- en veiligheidsdiensten in de valkuil van namaakapparatuur te zijn getrapt. Organisaties waar namaakapparatuur werd aangeschaft, zijn onder andere de US Naval Academy, het Naval Air Warfare Center, de Naval Undersea Warfare Academy, een luchtmachtbasis in Duitsland, de Federal Aviation Administration, Raytheon – een belangrijke leverancier van het Amerikaanse leger, vliegtuigfabrikant Lockheed Martin en de FBI zelf. Of op de in beslag genomen apparatuur achterdeurtjes zijn aangetroffen, meldt de FBI overigens niet.

De prijs is in de regel het lokkertje. In 2008 gaf de FBI al eens het voorbeeld van het prijsverschil: een model 1721-router van Cisco kostte destijds 1.375.000 dollar. Een namaakversie kreeg men al voor 234.000 dollar. Overigens bleek in dat geval de waar wel naar zijn geld. Het namaakapparaat zat slecht in elkaar. Gebrekkige soldeerverbindingen zorgden voor problemen en de transformator vloog in brand. Kopers van namaakapparatuur krijgen in de regel ook problemen doordat het Media Access Control-adres ongeldig is. Dat leidt makkelijk tot netwerkstoringen, zeker bij updates.

In de bestrijdingscampagne wordt een speciaal accent gelegd op Cisco-apparatuur. In ruim 700 gevallen werd vervalste Cisco-apparatuur onderschept. De waarde daarvan was 143 miljoen dollar.

Inmiddels zijn dankzij de campagne 30 mensen veroordeeld. Nog 17 staan terecht of wachten op uitspraak in hun rechtszaak. De inspanningen lijken wel succes te hebben. Tussen 2008 en 2009 is het aantal onderscheppingen aan de Amerikaanse grenzen met 75 procent gedaald.