Innovatie & Strategie

Klantinteractie
Zorgrobot

Zorgrobots, laveren tussen utopie en dystopie

Robots zijn al jaren in aantocht tegen krapte in de zorg. Komen ze nu echt?

Zorgrobot Zora © Ria van Rijn
28 oktober 2022

Robots zijn al jaren in aantocht tegen krapte in de zorg. Komen ze nu echt?

IT-innovaties kunnen een flinke aanloop hebben en ook wel eens hun tijd té ver vooruit zijn. En soms slaan ze de plank geheel mis. Zorgrobots zijn al jaren in ontwikkeling en telkens als ‘nabij’ gepresenteerd. Maar waar blijven ze toch? Is het dan een onhaalbare oplossing; een utopie? Of maakt dit de zorg onmenselijk; een dystopie?

Minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid spreekt zich niet ronduit uit vóór zorgrobots, maar hij zet de deur wel open. Zo wordt in het concept van het Integraal Zorg Akkoord (IZA), dat begin september is uitgelekt, een pleidooi gehouden voor digitalisering. Daarbij ligt de nadruk op het verminderen van de ‘instroom’ in de zorg, als een middel om de hoge werkdruk in de zorg af te bouwen. Maar er is ook aandacht voor het beter afhandelen van de instroom, mede met digitale middelen.

Tech-uitweg

Uitbreiding van de zorg lijkt qua personeelsaantallen expliciet niet de bedoeling van deze kabinetsplannen. De regering Rutte IV wil niet dat er in de toekomst meer mensen in de zorg werken dan nu het geval is. Deze ‘rem’ is ook om te voorkomen dat de zorgsector schaars personeel van andere sectoren ‘steelt’. Verder wil het kabinet ook het zorgbudget binnen de perken houden.

Het voornaamste middel om de werkdruk aan te pakken, is het verminderen van de vraag naar zorg. Duidelijk is dat daarbij digitalisering veel verlichting moet brengen. Als fysiek contact tussen zorgverlener en patiënt niet noodzakelijk is, gebeurt dat niet meer, zo valt te lezen in het uitgelekte IZA-concept.

Eerder is het onderwerp van robots concreet genoemd door zorgminister Conny Helder, verantwoordelijk voor Langdurige Zorg (en Sport). Het gaat er volgens haar echt van komen. Want de zorg wordt onbetaalbaar, er zijn (menselijke) handen te kort, en automatisering is één van de oplossingen. Dit heeft de bewindsvrouw in het voorjaar al verteld in tv-programma Meldpunt.

Beeldbellen en besparen

Helder, die een functie naast minister Kuipers bekleedt, haalt robots aan tegenover de media én in een Kamerbrief. In haar brief aan de Tweede Kamer van begin juli schrijft ze niet alleen over de semi-futuristische optie van robots. Ze stipt ook beeldbellen aan, dat inmiddels door de coronapandemie wel is ingeburgerd.

“Veel van deze technologie bestaat nu ook al”, benadrukte Helder bij de presentatie van het nieuwe programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). “Het klinkt spannend, maar dat valt mee.” De bewindsvrouw met praktijkervaring in de zorg wil dat mensen “zo lang mogelijk gezond en zelfstandig zijn, ook als je ouder bent of een beperking hebt”, aldus haar bio bij de Rijksoverheid.

De kernboodschap is: ‘Zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’. Kortom: zelfredzaamheid, thuiszorg en digitalisering. Deze drie pijlers staan centraal in de WOZO-plannen die de ouderenzorg minder arbeidsintensief en betaalbaarder moeten maken. Hiervoor is 770 miljoen euro uitgetrokken, voor de komende vijf jaar.

Een flink bedrag, dat echter verbleekt bij de ruim 15 miljard euro die dit jaar wordt uitgegeven aan ouderenzorg. Die uitgaven zullen over vier jaar de 17 miljard overstijgen. De vergrijzing (en verwitting) van de Nederlandse bevolking wordt niet bijgehouden door groei in het aantal zorgmedewerkers. Laat staan budget daarvoor. Zorgminister Helder wil de kostenstijging afremmen met nieuwe manieren van werken, inclusief digitale middelen.

Robots, in vele vormen

Het door Helder gebezigde woord ‘robot’ heeft hierbij een brede definitie. Het hoeft niet per sé een ‘echte’ robot te zijn, die fysieke handelingen verricht of die ouderen gezelschap houdt. Het kan ook een chatrobot zijn, die een vraagbaak is voor medische klachten of filter voor zorgverzoeken. Of het kan een digitale assistent zijn, die mensen thuis helpt herinneren om hun medicijnen te nemen.

Deze verschillende functionele rollen kunnen dan wel of niet in de gedaante zijn van een mensachtige (androïde) robot. Andere opties die al serieus worden verkend en getest zijn: een knuffeldier, een plantenpot-hoofd, een apparaat zoals een smart speaker, of gewoon een app op een reguliere smartphone of tablet.

Buiten houden

Veel van de ideeën, plannen, intenties en proefprojecten voor zorgrobots zijn erop gericht om mensen ‘buiten de zorg’ te houden. In het geval van bijvoorbeeld zorgbehoevende ouderen is het doel dat zij dan langer thuis blijven wonen, in plaats van in een zorghuis. In het geval van patiënten met niet-structurele zorgbehoeften is het doel dat zij eerder ontslagen worden uit een ziekenhuis of zorginstelling.

In de media is er veel aandacht voor androïde, al dan niet schattig ogende, robotjes. Denk aan bekende robots zoals Pepper, Zora en Nao. Zo’n kleine humanoïde is in de film ‘De Luizenmoeder’ flink afgekraakt als oplossing voor het gebrek aan onderwijzers. Ook voor de zorg blijkt er nog bijsturing, onderzoek en nieuwe pilotprojecten nodig te zijn. Uit eerdere pilots met bijvoorbeeld Pepper in zorginstellingen is al gebleken dat medewerkers niet onverdeeld enthousiast reageren op deze zogeheten ‘sociale robot’. Zij vonden ook de meerwaarde ervan voor hun dagelijkse activiteit niet duidelijk zichtbaar.

Deze en andere bevindingen “komen overeen met datgene wat we weten uit de literatuur over het betrekken van eindgebruikers in het ontwikkelproces”, schrijft de Hogeschool van Amsterdam (HvA) over deze proef. “Daarnaast blijkt het helaas ook in deze evaluatieperiode zo te zijn dat de WiFi slecht werkte, waardoor de robot vaak uitviel. Ook dit kan een negatievere impact hebben gehad op de verkregen resultaten.”

Meerjarig onderzoeksproject

Naast betere connectiviteit kunnen ook andere inzet, functionaliteit en uiterlijk leiden tot positievere resultaten. Meer pilotprojecten worden dan ook uitgevoerd, bij verschillende zorginstellingen en met verschillende robots plus achterliggende systemen. Zo doet de Zorggroep Noordwest-Veluwe (ZNWV) een test met een fysieke, kleine robot voor thuiszorg: de Guardian-robot Misty II. Deze zorgrobot maakt deel uit van een driejarig internationaal onderzoeksproject voor Active and Assisted Living (AAL), waar ook organisaties in Italië en Zwitserland aan meedoen.

Naast ZNWV zijn in Nederland kennisorganisatie Vilans, de Technische Universiteit Eindhoven, zorginnovator ConnectedCare en robotbedrijf Smartrobot Solutions betrokken. De robot bij ZNWV dient enerzijds als gezelschap voor ouderen en anderzijds als de ogen en oren van zorgverleners, wanneer die niet ter plaatse zijn.

Het Guardian-systeem moet wijkverpleegkundigen en mantelzorgers op afstand een oogje in het zeil laten houden. “Uiteindelijk ontwikkelen we de robot tot een hulpmiddel voor coaching en monitoring en wordt het een maatje bij iemand thuis”, stelt ZNWV over deze “nieuwe, bijzondere collega thuiszorg”.

Acceptatieprobleem

Acceptatie door medewerkers maar ook ‘eindgebruikers’ is daarbij cruciaal, net zoals in de fictie van ‘De Luizenmoeder’. Vanuit de technologie, overheid en zorgmanagers is er mogelijk nog altijd te weinig oog voor de effecten van robots en digitalisering op de werkvloer. De verwachting dat robots een snelle oplossing kunnen zijn voor personeelstekorten in de zorg is niet terecht, waarschuwt professor David Abbink.

Hij is hoogleraar 'Haptic Human-Robot Interaction' bij de afdeling Cognitive Robotics van de TU Delft. Abbink heeft al aan de NOS uitgelegd dat het een complexe uitdaging is, voor zorgontvangers én voor zorgmedewerkers. In plaats van mensvervangende werkzaamheden zouden robots beter ingezet worden voor mensondersteunende taken, aldus Abbink. Dat kan de werklast voor medewerkers al verlichten.

Bloempot, of gewoon stofzuiger?

Bovendien kan dat de benodigde acceptatie vergroten en de vereiste complexiteit - van bijvoorbeeld beeld- en spraakherkenning - verminderen. Kiezen voor juist een niet-menselijke vorm kan daarbij veel helpen. Misschien dat dat een bloempot wordt, zoals getest wordt bij het Wit-Gele Kruis in Antwerpen. Of misschien dat de zorgrobot ervan komt als knuffeldier, of als stofzuiger die in robotvorm al meer geaccepteerd is. Of komt er gewoon een app voor dat?

Té menselijke robots

Bij de acceptatie van robots door mensen speelt functionaliteit maar ook uiterlijk een rol. Een robot die teveel een ding is, kan minder goed geaccepteerd worden dan een robot die meer androïde is. Maar de menselijke gelijkenis kan ook te ver doorslaan. Bij bepaalde humanoïde robots speelt de zogeheten ‘uncanny valley’ een rol. Het psychologische fenomeen van de ‘griezelvalei’ is het ongemak en het emotionele afhaken dat mensen kunnen ervaren wanneer een mensachtige robot teveel op een mens lijkt.

De net-echt machine is het dan net-niet en dat roept krachtige reacties op. Reacties die veel sterker kunnen zijn dan voor robots die juist minder mensachtig zijn. Voorbij een bepaalde grens slaat empathie door mensachtigheid om in afkeer. In Japan lijken wetenschappers hier niet zo gevoelig voor te zijn. Daar worden trots doorbraken en noviteiten gepresenteerd.

Zoals die van de wetenschapper die jaren terug al z’n eigen tweeling heeft gemaakt. Professor Hiroshi Ishiguro heeft zijn zogeheten ‘geminoid’ in de loop der tijd verbeterd en in verschillende vormen en uitvoeringen, inclusief geslachten, gemaakt. Deze robots komen echter bij veel mensen eng over. Zie maar de BBC-documentaire uit 2008 in de serie Big Ideas van toenmalig Top Gear co-presentator James May. Hij voelt zich niet op zijn gemak bij de robottweeling van professor Ishiguro (vanaf 5:13).

In Japan leeft echter het filosofisch-religieuze denksysteem van animisme, waarbij het concept van een ziel niet alleen aan mensen (of dieren) wordt toegekend. Maar ook aan planten, stenen, objecten. En in wezen ook robots. Ironisch genoeg is het oorspronkelijke essay over de griezelvalei geschreven door een Japanse wetenschapper. Roboticus Masahiro Mori schreef dit in 1970 al. Een Engelse vertaling die is geautoriseerd door de oorspronkelijke auteur is in 2012 verschenen.

Magazine AG Connect

Dit artikel is ook gepubliceerd in het magazine van AG Connect (oktober 2022). Wil je alle artikelen uit dit nummer lezen, zie dan de inhoudsopgave.

1
Reacties
Atilla Vigh 28 oktober 2022 12:05

De zorg zou veel kosten, tijd en middelen (dus ook mensen) kunnen besparen door zwaar in te zetten op voorkoming. De gehele zorgmarkt is ingericht vanuit de aanbiederskant (en al helemaal niet vanuit de vraagkant) en is dermate gefragmenteerd dat je nauwelijks het woord efficiency durft te gebruiken.
Ik durf het wel aan om een vuistregel te gebruiken: al zou je 10% van het huidige totale zorgbudget gaan gebruiken om concreet op voorkoming in te zetten, bespaar je aan de achterkant wellicht wel 30%. Het verdient zichzelf terug. Het probleem daarbij is dat je drastische maatregelen moet nemen in die gefragmenteerde markt van buiten af. En daarmee wordt het een politiek probleem. Tja daar zijn we niet zo goed in.

Reactie toevoegen
De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.