Development

Werkt dat, jezelf leren programmeren? En hoe dan?
Veel jongeren gebruiken online resources om zichzelf programmeren te leren.
Veel jongeren gebruiken online resources om zichzelf programmeren te leren.
Vrijwel iedere programmeur leert op zijn eigen manier programmeren, maar developersforum Stack Overflow ziet een groeiende trend naar het gebruik van online resources. Zo nam het online leren programmeren afgelopen jaar toe tot 70% (vorig jaar nog 60%), blijkt uit hun 2022 Developer Survey.
De programmeurs die meewerkten aan het onderzoek van Stack Overflow, gaven aan dat mensen die ouder zijn dan 45 jaar het vaakst uit boeken hebben geleerd, terwijl jongeren veelal online leren. Sterker nog, jongeren onder de 18 jaar vertrouwen nagenoeg volledig op online bronnen en leren het meeste van online cursussen of certificeringen. Werkt dat, jezelf leren programmeren? Hoe vindt je kwalitatief goede resources? En wat vinden bedrijven van deze skills?
Vereenvoudigen
Volgens de Developer Survey zijn de meest gebruikte online bronnen om te leren programmeren, technische documentatie en Stack Overflow. Dat maakt duidelijk hoe belangrijk het voor leveranciers is om goede en helder geschreven documentatie beschikbaar te maken, maar geeft ook het belang van communities aan die elkaar helpen bij het bouwen van software. Martijn Di Bucchianico (25) herkent het geschetste beeld. Hij was bezig met zijn stage aan de Hotelschool toen hij geconfronteerd werd met eindeloze Excelbestanden.
“Ik dacht direct, dat moet eenvoudiger kunnen. Niet in de laatste plaats omdat ik altijd probeer om het leven, voor mezelf, maar ook voor anderen, makkelijker te maken.” Zijn stagebedrijf gaf hem de ruimte om zich te verdiepen in de tool en mogelijkheden. “De technische documentatie was inderdaad een waardevolle informatiebron. Daarnaast heb ik veel informatie uit fora gehaald, waarbij ik eerst moest leren om de juiste vraag te stellen. Dat is een belangrijke les, want anders krijg je geen antwoord waar je iets mee kunt.”
Lastig zoeken
Lotte Schoneveld (19) begon twee jaar geleden aan een tussenjaar en wilde naast haar bijbaan en ter voorbereiding op haar studie Kunstmatige Intelligentie aan de Universiteit Utrecht alvast leren programmeren. “Dat leek me leuk, zeker omdat ik al wist dat ik er in mijn studie ook iets mee wilde doen.” Ondanks haar motivatie, een belangrijke voorwaarde blijkt, vond Schoneveld het lastig om echt progressie te maken.
“Ik wist niet zo goed waar ik moest beginnen, er is zoveel informatie. Dus ik heb veel YouTube-video’s gekeken en gebruikgemaakt van het forum van Stack Overflow. Maar door het enorme aanbod, is het lastig om goede resources te vinden.” Mede daardoor, en doordat haar bijbaan steeds meer tijd vroeg, bleef echt succes uit. “Omdat ik niet echt het idee had dat ik stappen maakte, vond ik het lastig om gemotiveerd te blijven.”
Juiste motivatie
Motivatie is een cruciaal element voor succes, ziet ook Joannis Orlandos (26). “Hoewel je echt leuk kunt verdienen als programmeur, omdat het nu eenmaal een gewild beroep is, moet je er zoveel tijd en moeite in steken dat je het daadwerkelijk écht heel leuk moet vinden. De motivatie moet zijn dat je graag iets wilt maken wat ook functioneert. Alleen geld is niet voldoende om succesvol te worden als programmeur.” Bovendien helpt het wanneer je gelijkgestemden opzoekt, zegt Orlandos.
“Dat is een van de meest waardevolle bronnen wanneer je jezelf leert programmeren. Zoek een groep vrienden die dezelfde interesse heeft, of sluit je aan bij een community. Wanneer je samen leert, leer je het beste. Bovendien zitten er in – zeker open source – communities vaak heel slimme mensen die heel graag hun kennis met je delen en je beter willen maken. Om nog maar te zwijgen over wat ze mogelijk voor je kunnen betekenen in de toekomst, wanneer je een baan of stageplek zoekt.”
Online resources
Di Bucchianico heeft inmiddels de overstap gemaakt naar Transfer Solutions waar hij in een traineeship als consultant aan de slag is en daar onder meer verder leert programmeren. Ook hij onderschrijft het belang van peers. “Ik zit nu tussen collega’s die ik makkelijk een vraag kan stellen of die even mee kunnen kijken. Dat maakt dat je sneller meer leert.” Naast de technische documentatie van Excel, gebruikte Di Bucchianico ook Udemy, een soort YouTube met educatieve videocourses.
“Wanneer je graag een programmeertaal wilt leren, is dit wel een aanrader. Even spitten door de reviews en dan vindt je snel de goede video’s.” Hij wijst erop dat veel producten een eigen, vaak gratis, leeromgeving hebben. “Zeker wanneer je student of scholier bent, zetten 'technologie-vendoren' [sic] deze omgevingen vaak voor je open. Je krijgt er uitleg hoe dingen werken, kunt oefenopdrachten doen, er zijn filmpjes, studiemateriaal. Dat kan je enorm op weg helpen.”
Orlandos vult aan: “Onderschat ook Roblox niet, dat is een app die vooral bekend staat als spel, maar het biedt een heel vriendelijke en laagdrempelige manier om te leren programmeren.”
Open source
Orlandos begon zelf al op zijn achtste met programmeren. “Mijn stiefbroer is veel ouder en zat op een ICT-opleiding. Daardoor hadden we thuis een computer en daar kroop ik vaak achter. Mijn belangrijkste resource was Google, vooral ook omdat mijn broer niet iedere keer al mijn vragen wilde beantwoorden, dus die riep al gauw: zoek maar op Google!” Ook Orlandos vertelt dat het belangrijk is om te leren de juiste vragen te stellen om waardevolle informatie en antwoorden te kunnen krijgen.
"Ik wilde graag websites leren bouwen toen ik - ik was twaalf, denk ik – op een Belgische website terechtkwam waar mensen over PHP praatten. Daar zag ik dat iemand iets had gemaakt wat ik voor ogen had. En die programmeur had de code gepubliceerd. Dat was mijn eerste aanraking met open source en daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Ik heb de code he-le-maal uit elkaar gehaald, verbouwd en ermee geëxperimenteerd. Zo leerde ik proefsgewijs wat wel en niet werkte. Dat was echt een gouden tip, om de code van iemand te lezen en daarmee te experimenteren.”
Vurige passie
De keuze voor een programmeertaal wordt door jongeren veelal gemaakt op basis van wat ze ermee willen. “Je kunt eeuwig verdwaald raken in de mogelijkheden”, zegt Orlandos. “Maar het voordeel van programmeertalen ten opzichte van vreemde (menselijke) talen, is dat wanneer je er eentje beheerst, het steeds eenvoudiger wordt om een volgende te leren.” Orlandos is inmiddels eigenaar van een eigen BV dat professionele software ontwikkelt. Daarvoor zette hij een stichting op, Stichting Autimatisering, waar scholieren die op school lastig meekomen – “zoals ikzelf” – leren programmeren.
Momenteel heeft Responsive Software BV een aantal programmeurs in dienst, maar zodra zijn bedrijf gaat groeien, wil Orlandos vooral jongeren aannemen die zichzelf hebben leren programmeren. “Het liefst via de stichting, waar ik overigens nu niet meer bij betrokken ben. Maar ik zie dat deze mensen een vurige passie hebben om hard te leren. Dat is enorm waardevol voor een organisatie, hoewel je er natuurlijk ook tijd en moeite in moet steken om ze mee te nemen in je bedrijf en in het ontwikkelen van hun soft skills.”
Soft skills
Dat is het imago van hardcore developers, die vaak klopt, zeker wanneer het gaat om mensen die zichzelf op jonge leeftijd leren programmeren. Orlandos: “Dat herken ik ook erg van mezelf. Ik heb echt moeten leren dat er meer is dan alleen programmeren als developer. Zo moet je ook in staat zijn om bijvoorbeeld een klant uit te leggen wat jij bedoelt. Of zorgen dat je met je collega’s op één lijn komt. Die soft skills zijn onontbeerlijk als goede programmeur.”
Dat beaamt Di Bucchianico ook. Met zijn hotel-achtergrond zijn juist vaardigheden als luisteren en communiceren sterk ontwikkeld. “Op mijn opleiding leerde ik binnen 3 zinnen een haakje te vinden om gesprekken gaande te houden.” Toch is het volgens hem ook afhankelijk van het soort bedrijf waar je werkt.
“Wij werken veelal met low code applicaties, zoals die van OutSystems, en ik merk dat je hiervoor minder een hardcore techneut hoeft te zijn. Het is een toegankelijker manier van programmeren, waardoor ook meer mensen vanuit de business dat gaan doen. Ik werk in een enorm sociale club, ik ben daarin met mijn stijl van werken met mensen echt geen buitenbeentje.”
Enorm gemotiveerd
Marlon Hiralal is oprichter en eigenaar van Aurelius Enterprise, een bedrijf dat opensourcesoftware ontwikkelt op het gebied van data governance en daarnaast consultancydiensten biedt op dit gebied. Hij heeft diverse, vooral buitenlandse, jongeren in dienst die zichzelf hebben leren programmeren. “Met wisselend succes”, zegt hij. Ook hij ziet hoe belangrijk de soft skills zijn en erkent dat daarin mensen met een andere, niet-technische achtergrond wellicht een streepje voor hebben wanneer zij gaan programmeren.
“Soft skills zijn ontzettend belangrijk. Inmiddels ben ik er wel achter dat dit soort mensen onze oplossing en business vaak beter kunnen verwoorden naar de markt dan ik als techneut zelf kan.” De reden dat Hiralal voor jongeren kiest die zichzelf hebben leren programmeren, is pragmatisch.
“We zijn een startup en goede, gevestigde developers liggen niet voor het oprapen of zijn onbetaalbaar. Natuurlijk kun je veel programmeerwerk uitbesteden naar India, maar we hebben gezien dat het voor sommige software-oplossingen noodzakelijk is dat mensen hier in Nederland zitten. Het platform van Picnic of internetbankieren is voor ons gesneden koek, maar een Indiër kan zich daar niets bij voorstellen.” Hij merkt bovendien dat mensen die zichzelf hebben leren programmeren enorm gemotiveerd zijn.
Aanvulling op elkaar
De reden dan de ervaringen van Hiralal wisselend zijn komt vooral doordat programmeren in zijn ogen twee kanten heeft. “Enerzijds het daadwerkelijke programeren, maar anderzijds moet je goede software kunnen maken. Dan moet je dus data kunnen modelleren en kom je in object oriented software om het schaalbaar te kunnen maken”, zegt Hiralal.
“Ik merk dat bij technisch geschoolde mensen deze vaardigheden beter zijn ontwikkeld dan bij mensen die zichzelf hebben leren programmeren. Dat is ook de reden dat we hen vooral aan de front-end laten werken, terwijl de hardcore techneuten bij ons de backend doen. Het mooie is dat wij als techneuten juist ook weer minder verstand hebben van gebruikersinterfaces en user experience, dus we vullen elkaar mooi aan.”
Kim Loohuis is freelance IT-journalist.