“Het is niet zo dat de situatie in Nederland is verslechterd. Een aantal andere landen heeft veel grotere stappen voorwaarts gemaakt”, zegt Fernando Gil de Bernabe, algemeen directeur Internet Business Solutions Group van Cisco, dat het onderzoek sponsorde.

In tegenstelling tot de gangbare breedbandonderzoeken houden de onderzoekers niet alleen rekening met de breedbandpenetratie maar ook met kwaliteitsaspecten zoals latency en de capaciteit van de verbindingen. In het onderzoek is een weegfactor gehanteerd die per land een BQS-waarde oplevert.

Met name Zuid-Korea heeft grote vorderingen gemaakt, met een stijging van 72 procent van de BQS naar 139. De reden is het gereedkomen van grote glasvezelprojecten en nieuwe aansluitingen in de buitengebieden. Daarmee verdringt Zuid-Korea Japan van de eerste plaats. Japan was vorig jaar het enige land met een BQS boven de 75 dat volgens de onderzoekers voldeed aan de voorwaarden om de applicaties van de nabij toekomst aan te kunnen.

Het gaat dan volgens Gil de Bernabe vooral om grootschalige toepassing van kwalitatief hoogwaardige video. Inmiddels zijn er negen landen, waaronder Nederland, die aan deze criteria voldoen. Uit de daling in de ranglijst blijkt dat het kabinet zijn ambities om de toppositie op het gebied van connectiviteit te handhaven, niet waarmaakt. Gil de Bernabe concludeert dat het belangrijk is dat landen een nationale agenda opstellen voor het verbeteren van penetratie, verbindingssnelheid en -kwaliteit en die ook uitvoeren.

Wat betreft de agenda zit Nederland wel goed, maar andere landen zoals Zuid-Korea en Zweden zijn beter in staat deze ook uit te voeren. Om opnieuw te stijgen in de ranglijst moet Nederland meer haast maken met het uitrollen van glasvezel naar de huizen, volgens Gil de Bernabe.

Het rapport is gebaseerd op 24 miljoen records van tests uitgevoerd door bezoekers van speedtest.net.