Nederland loopt voorop in Europa met digitale vaardigheden

In Europa heeft Nederland nu samen met Finland het grootste aandeel inwoners met minimaal de basisvaardigheden. Van de bijna 80% die digitale vaardigheden heeft, heeft 52% meer dan alleen de basisvaardigheden, blijkt uit het onderzoek 'ICT-gebruik van huishoudens en personen' van het CBS en Eurostat. Dat is het hoogste aantal van heel Europa. 27% had in 2021 digitale basisvaardigheden.

Hoe goed de digitale vaardigheden zijn, wordt bepaald aan het aantal activiteiten op vijf gebieden: informatie en digitale geletterdheid, online communicatie, computers en online diensten, privacybescherming en softwaregebruik. Wie ten minste één activiteit op de gebieden van informatie en communicatie en één of twee op de andere gebieden doet, heeft digitale basisvaardigheden. Worden er twee of meer activiteiten uitgevoerd op de gebieden informatie en communicatie, en drie of meer op de andere gebieden, dan heeft iemand meer dan digitale basisvaardigheden.

Vooral goed in online communicatie

Vooral op het gebied van online communicatie hebben veel Nederlanders meer dan alleen de basisvaardigheden, namelijk 93%. Vaardigheden binnen online communicatie draaien bijvoorbeeld om e-mailen, bellen via het internet en het gebruik van social media. Daarnaast heeft 89% op het gebied van informatie en digitale geletterdheid - dat bijvoorbeeld bestaat uit het opzoeken van online informatie en het herkennen van nepnieuws - vaardigheden die het basisniveau ontstijgen. Op Europees niveau zijn die aandelen respectievelijk 77% en 68%. 

Op het gebied van privacybescherming en softwaregebruik doen we het iets minder goed. 72% van de Nederlanders beschikt op het gebied van privacybescherming over meer dan de basisvaardigheden. Bij softwaregebruik - waar ook programmeren onder valt - gaat het om 65%. Op Europees niveau is dit 44% en 45%.