Beheer

IT beheer
Martijn Stegink

IT als katalysator voor duurzaamheid

Global IT Director Greenpeace ziet vooral een positieve rol voor technologie.

Martijn Stegink © Anthony Donner, anthonydonner.com
9 februari 2022

Global IT Director Greenpeace ziet vooral een positieve rol voor technologie.

Heeft een IT-afdeling een verantwoordelijkheid als het gaat om duurzaamheid? Niet meer of minder dan andere afdelingen – maar de potentiële impact van IT op onze samenleving als geheel is wel zodanig dat IT daar een actieve rol in moet willen spelen. Een gesprek met Martijn Stegink, Global IT Director bij Greenpeace.

Toen Stegink 14 jaar geleden door Greenpeace werd aangetrokken om de IT van ‘s werelds bekendste milieuorganisatie te gaan doen, lag er in feite nog vrijwel niets. “Ieder kantoor had zijn eigen IT – het enige dat we centraal georganiseerd hadden was een file/mailserver en een web-cms.” Aan Stegink de taak daar toekomstbestendige oplossing voor te creëren – voor alle teams in de 55 landen waarin Greenpeace opereert.

Het streven was destijds vooral om een robuuste oplossing te creëren voor gedeelde systemen rond onder meer samenwerking, financiën en engagement (fundraising, communicatie, websites etc). “IT moest voor iedereen beschikbaar zijn en het moest blijven werken.” Duurzaamheid werd daarbij als een vanzelfsprekend streven gezien voor de hele organisatie, maar “ook als IT moet je je dan natuurlijk wel afvragen hoe dat het beste kan worden ingevuld”.

Stegink grijpt daarvoor terug op de definitie van de VN-commissie Brundtland, uit het rapport Our Common Future (1987): “Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen.” De essentie, zegt Stegink, is dat je niks gebruikt wat een ander ook nodig heeft, op een manier waardoor het niet meer beschikbaar is voor een ander.

Focus op energie

Duurzaamheid in IT draaide in het verleden vooral om hardware – de recycling van apparatuur etc. Inmiddels is die focus volgens Stegink verlegd naar energieverbruik. Dat komt door de klimaatverandering, het thema van deze tijd: “Als we dat niet weten te tackelen, maakt ook recycling immers niet meer uit.”

Het energieverbruik van IT stijgt hard, weet Stegink. “Afhankelijk van wie je het vraagt pakt IT tussen de twee en zes procent van het totale energieverbruik wereldwijd. Er wordt zelfs gezegd dat de C02-uitstoot van de IT-industrie gelijk is aan die van de vliegtuigindustrie.” Twee tot zes procent lijkt weinig, maar is op wereldschaal “best heel veel”. Reden genoeg om bewust te kijken naar het energieverbruik van IT.

Maar eerst wil Stegink benadrukken dat IT bepaald niet alleen een vervuiler is. “Je kunt met hetzelfde gemak zeggen dat 95% van het energieverbruik niet in IT zit. Belangrijk is vooral dat we de juiste afwegingen blijven maken.” Je bereikt meer door IT in te zetten om de wereld als geheel duurzamer te maken, dan door je uitsluitend te richten op de vervuilende aspecten van IT zelf.

Leidende rol voor IT

Als voorbeelden noemt Stegink de procesverbeteringen en efficiencyslagen die IT kan helpen maken in de industrie, op het gebied van mobiliteit en in de gebouwde omgeving. Dankzij IT-toepassingen als AI en sensortechnologie kunnen we grondstoffen efficiënter gebruiken, duurzamer materialen en slimme vervoersoplossingen ontwikkelen en ons energieverbruik sterk terugdringen. Voor al dat soort zaken is vrijwel altijd een sluitend businessmodel te vinden, en dat zou volgens Stegink dan ook de eerste prioriteit moeten zijn voor een IT-afdeling die een rol wil spelen in verduurzaming.

Martijn Stegink ©Anthony Donner - www.anthonydonner.com
Martijn Stegink ©Anthony Donner - www.anthonydonner.com

Als voorbeeld noemt hij hoe Greenpeace al ver voor de coronacrisis videoconferencing heeft omarmd. Dat scheelt niet alleen een enorme hoeveelheid vliegbewegingen, maar heeft ook andere voordelen voor de organisatie: “We hadden eens in de zoveel tijd IT-meetings met vertegenwoordigers van alle regiokantoren. Dat was noodgedwongen restrictief: door discussies over emissies en kosten kon daar maar een beperkte groep bij zijn.”

In plaats daarvan heeft IT er bij Greenpeace een virtueel event van gemaakt. Daar komt niet alleen IT, maar iedereen uit de organisatie die iets met IT wil of kan of erin geïnteresseerd is. De meeting trok direct 500 deelnemers, wat niet alleen de band van IT met de organisatie heeft verstevigd, maar er ook voor heeft gezorgd dat andere afdelingen soortgelijke meetings zijn gaan houden om de rest van de organisatie meer bij hun vakgebied te betrekken.

Energie en de cloud

Het is dus belangrijk vooral te kijken naar de mogelijkheden en positieve invloed van IT. Tegelijkertijd kan ook IT zelf stappen nemen om te verduurzamen. Greenpeace kiest bijvoorbeeld heel bewust voor een strategie waarbij 80 tot 90 procent van gebruikte oplossingen uit gedeelde systemen bestaat die uit de cloud worden afgenomen. “Daarmee zijn we niet alleen heel kostenefficiënt, maar kunnen we onze IT ook veel duurzamer doen.”

Dat heeft vooral te maken met het feit dat je in de cloud resources deelt, die daardoor veel efficiënter worden benut. Daar zit ook een simpele kosten-incentive achter voor de leveranciers. Datacenters verbruiken veel energie, maar tegelijkertijd worden datacenters jaar na jaar efficiënter in hun energieverbruik. Als die energie dan ook nog duurzaam wordt opgewekt, gaan we helemaal de goede kant op. “Onze voorkeur gaat altijd uit naar een partij die kan aantonen dat ze gebruikmaken van renewable energy.”

Als er geen leverancier beschikbaar is met een duidelijke focus op duurzame energie, dan gaat Greenpeace in gesprek om te zien of zo’n bedrijf bereid is daar in elk geval een concrete strategie voor te ontwikkelen. In sommige gevallen ontkomt ook Greenpeace niet aan kleinere SaaS-partijen, die gebonden zijn aan een van de grote cloud-leveranciers waar duurzame energie nog niet bepaald hoog op de agenda staat. “Dan proberen we zo’n partij zo ver te krijgen dat ze duurzame energie bij hun partner op de agenda zetten.”

Voortdurende afweging

Greenpeace noemt overigens bij voorkeur en bewust geen namen meer – niet alleen omdat ze als organisatie “nooit permanente vrienden en vijanden” hebben, maar ook omdat een organisatie die het ene jaar bovenaan staat in de duurzaamheidslijstjes (die Greenpeace in het verleden zelf ook wel heeft gepubliceerd), het volgende jaar zomaar weer een stuk lager op de ranking kan staan. “Dat is nu eenmaal voortdurend in beweging, en dat maakt het soms ook lastig.”

“Als je net een hele bulk apparatuur hebt ingekocht bij een leverancier die op dat moment de ‘groenste’ is, wat doe je dan als je na verloop van tijd je eerste vervanging moet doen, maar die leverancier staat dan ineens een stuk lager op de lijst?” Ook dat pleit wat hem betreft voor een cloud-gerichte strategie: “Op het moment dat je al je applicaties in een browser draait, maakt het device dat je gebruikt veel minder uit en kun je dus voortdurend kritisch blijven selecteren.”

Sowieso kijkt Greenpeace kritisch naar het gebruik van hardware. “Bij de meeste bedrijven worden laptops bijvoorbeeld om de drie jaar vervangen. Niet doen, nergens voor nodig. Koop dan liever een wat meer high-end laptop. Dat kost wat meer, maar die gaat dan wel vijf jaar mee, of langer.”

Aan de back-end kant kiest Greenpeace voor zo min mogelijk hardware en zo veel mogelijk cloud. “Waar het moet, selecteren we hardware die zo goed mogelijk aan onze duurzaamheidseisen voldoet, en proberen we die apparatuur zo lang mogelijk te gebruiken – of het nou gaat om end user devices of netwerkapparatuur.”

Wat we vooral los moeten laten is het idee dat streven naar duurzaamheid betekent dat je niets meer mag en kunt. In tegendeel: Stegink denkt dat de impact van IT juist groter moet worden. Wat IT daarbij vooral moet doen is blijven nadenken over mogelijkheden om IT op een positieve en duurzame manier toe te passen. “Uiteindelijk is dat de enige manier om de verbeteringen te bereiken die we allemaal nodig hebben.”

Magazine AG Connect

Dit artikel is ook gepubliceerd in het magazine van AG Connect (januari/februarinummer 2022). Wil je alle artikelen uit dit nummer lezen, zie dan de inhoudsopgave.

Reactie toevoegen
De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.