Daarnaast brengt Intel een iets vereenvoudigde, lager geprijsde Core i5-processor op de markt. Beide series zijn ontwikkeld onder de codenaam Lynnfield. De eerste onafhankelijke tests wijzen op een zeer aantrekkelijke prijs-prestatieverhouding.

De Core i7 kwam in november 2008 op de markt als eerste quadcoreprocessor voor desktops die is gebaseerd op de Nehalem-architectuur. De 900-serie van de chip (codenaam Bloomfield) was tot dusver behoorlijk prijzig en daardoor niet geschikt voor ‘mainstream’-toepassingen.

Intel heeft in de nieuwe modellen, die nog altijd vier verwerkingskernen hebben, enkele concessies gedaan om de chips betaalbaarder te maken. Zo verloopt de communicatie met het DDR3-werkgeheugen via twee 64 bits-kanalen in plaats van drie, zoals in de Core i7 900-serie.

Ook geschrapt zijn twee QuickPath-communicatiekanalen die elk een snelle verbinding (25,6 gigabit per seconde) met ander processors op het moederbord mogelijk maakten. Voor bureau-pc’s geen groot gemis, omdat QuickPath vooral in servers tot zijn recht komt.

Verder is de PCI Express-controller nu in de processor geïntegreerd zodat hij direct, zonder omweg via de chipset, met de grafische kaart kan communiceren.

In de Core i5 is bovendien ‘hyperthreading’ uitgeschakeld, waarmee Intel kunstmatig een performanceverschil met de Core i7 creëert. Hyperthreading maakt het mogelijk dat iedere core parallel twee instructiereeksen (threads) verwerkt.
De Core i7 800-serie is leverbaar in twee modellen, met kloksnelheden van 2,93 GHz (i7-870) en 2,8 gigahertz (i7-860).

Overklokken tot 3,6 en 3,46 GHz is mogelijk. Beide processors kosten respectievelijk 562 en 284 dollar per stuk bij afname van duizend exemplaren. De Core i5-750 draait standaard op een lagere snelheid van 2,66 GHz en maximaal 3,2 GHz in de turbostand.

Testers van onder meer het Amerikaanse Anandtech en Hardware Info in Nederland zijn ondanks de vereenvoudigingen lovend over de nieuwe Core i5 en Core i7. De nieuwe Core i7 870 is volgens Anandtech minstens zo snel als de 900-serie, met uitzondering van het oude topmodel van 999 dollar. Hardware Info constateert dat de Core i7 860 vaak “substantieel” sneller is dan de oudere Core i7 920, die even duur is (284 dollar).

Anandtech noemt de 196 dollar kostende Core i5 750 zelfs “de beste quadcore-CPU die nu voor die prijs te koop is”. Daar komt bij dat ook de bijpassende moederborden 50 tot 100 dollar goedkoper zijn dan voor de oude Core i7.

De prestatiewinst lijkt vooral te danken aan een sterk verbeterde implementatie van de turbomodus die met de Nehalem-architectuur zijn intrede deed. Turbo Boost verhoogt de kloksnelheid automatisch en stapsgewijs zolang warmteproductie en energieverbruik dat toelaten, bijvoorbeeld als één of meer kernen toch niets omhanden hebben. Dat laatste is het geval bij ‘single-threaded’ applicaties. De turbomodus levert volgens tests van Anandtech een performancewinst van 10 tot 17 procent op.

Om de nieuwe processors te kunnen gebruiken, is een nieuw type moederbord plus chipset, de P55 Express, vereist. Voor het eerst bij Intel bestaat de chipset fysiek uit slechts één chip in plaats van twee. De nieuwe chipset ondersteunt zes Serial ATA-poorten voor het aansluiten van harde schijven en heeft een hub voor maximaal veertien USB 2.0-poorten.

Met de nieuwe Core i7 en vooral de laaggeprijsde Core i5 geeft Intel zijn concurrent AMD het nakijken. AMD zou kunnen reageren door de prijzen van zijn eigen quadcoreprocessors, zoals de Phenom II X4 965 Black Edition die nu 245 dollar kost, te verlagen. Het prijsverschil met de minder geavanceerde modellen van AMD wordt dan wel erg klein.

AMD kondigde deze week wel een revisie aan van de 965 BE met een ‘thermal design power’ (TDP) ofwel maximaal energieverbruik van 125 watt in plaats van de huidige 140 watt. In het tweede kwartaal van 2010 volgt een herziene, niet overklokbare Phenom II X4 955 met een TDP van 95 watt.