Overslaan en naar de inhoud gaan

In Silicon Valley wil elke IT-onderneming vooral ‘groen’ zijn

Terwijl de ene afdeling trots zijn nieuwe vinding laat zien waarmee het rekencentrum fors stroom kan besparen, brengt een andere divisie weer producten uit die een veel groter beslag leggen op de verwerkingscapaciteit en dus weer nieuwe servers – lees: stroomvreters – vereisen. “We moeten natuurlijk wel geld blijven verdienen”, grijnst Roger Meike, Senior Director van Sun Labs.
Carriere
Shutterstock
Shutterstock

Maar volgens het motto alle beetjes helpen gebeuren er wel wat groene dingen in de IT-bedrijven waar het milieu wel degelijk baat bij heeft. Zo is thuiswerken bij de grote bedrijven nu wel het credo. Van de 30.000 medewerkers van Sun werken er 17.000 regelmatig vanuit huis. Het bedrijf heeft een zogeheten Eco-Responsibility Office. Vicepresident van dit bedrijfsonderdeel is Subodh Bapat. Sun heeft het Eco-programma nu twee jaar geleden gestart. Het is gelijk op vicepresidentniveau gebracht. “Het is goed voor de productie en sales gebleken. We waren er snel bij dus hebben we daarmee een grote zichtbaarheid gekregen”, zegt Bapat. De inspanningen concentreren zich vooral op rekencentra. Zij zijn de grote energieslurpers, maar opheffen is geen optie. “Er is onderzocht wat datacentra verbruiken en wat hun nut is voor de economie”, zegt Bapat. “Nieuwe hybride, energie-efficiënte auto’s bijvoorbeeld kun je niet meer ontwikkelen zonder computers en dus niet zonder rekencentra.” En dus steken ICT-bedrijven veel energie in het ontwikkelen van energiebesparende technologieën voor het rekencentrum. Volgens Bapat gaan rekencentra gemiddeld twaalf jaar mee. “Daarna kunnen ze de nieuwe technologieën niet meer aan.” Als voorbeeld geeft hij de ‘internetdatacentra’ die tussen 1995 en 2007 fungeerden. Gemiddeld hadden ze een oppervlakte van circa 5000 vierkante meters en verbruikten ze 5000 kW. Inmiddels zijn er de ‘Ultradense eco-grids’ datacentra, die ongeveer 50.000 vierkante meters beslaan en 50.000 kW verbruiken. Bapat verwacht dat deze rekencentra tot 2019 meegaan. Ook is duidelijk dat de groei van de rekencentra in energieverbruik niet langer in het gebruikelijke tempo door kan gaan. Elke twaalf jaar zijn de oppervlakte én het energieverbruik vertienvoudigd. Dat is niet meer op te brengen. En dus kijkt men naar alternatieven. Zo zou flashgeheugen worden overwogen als alternatief voor de goedkope maar warme harde schijven. Daar staat tegenover dat flash wel moet blijven draaien om de gegevens vast te houden. En dat kost ook weer energie. Bovendien is het nog duur.Ook zou warmte die uit een datacentrum komt hergebruikt kunnen worden. “Uit 50.000 kilowatt komt veel warmte vrij. Maar het water uit die airco’s is ook weer niet warm genoeg om bijvoorbeeld een stoomturbine te laten draaien.” Maar het zou wel weer warm genoeg zijn voor bijvoorbeeld zwembaden. Of voor een wasserette van een ziekenhuis. Een oplossing zou ook zijn de maximale koelingstemperatuur met zo’n vijf graden te verhogen. Dat scheelt stroom en het water uit de airconditioners zou dan weer warmer zijn en voor meer doelen bruikbaar. “Zie de server maar als een verwarmingselement”, zegt Bapat. Maar het zijn voorlopig alleen maar ideeën. Op zijn vroegst over vijf jaar verwacht hij werkelijke toepassingen. Als lichtpuntje ziet hij dat steeds meer bedrijven het energieverbruik mee laten wegen bij een aankoopbeslissing. Zijn collega Roger Meike wijst er echter op dat IT-managers de energierekeningen niet hoeven te betalen maar een nieuwe server wél. “Dus laten ze die oude nog wel even langer staan, ook al verbruikt die meer energie.” Uit het lab van Meike komen nu ook veel ‘groene’ toepassingen. Zoals de 3D-televergaderfaciliteit die gebaseerd is op Project Wonderland, een open source 3D virtual world toolkit van Sun. Meike: “De helft van de Sun-medewerkers is telewerker en het samenwerken in deze 3D-omgeving werkt erg goed.”Dat vindt Cisco nou ook van zíjn televergadersysteem. Dat heeft er inmiddels voor gezorgd dat het reisbudget van het bedrijf met 22 procent is gedaald. Tegelijkertijd zorgt de afname van het reizen voor minder CO2-uitstoot en wint Cisco er veel reistijd mee terug. De zogeheten TelePresence-videovergadersystemen zijn voorzien van een aantal 65 inch-beeldschermen naast elkaar, waarop de vergaderaars op de diverse locaties te zien zijn en de indruk wekken aan de overkant van de vergadertafel te zitten. Geluid, licht en beeld zijn zeer zorgvuldig verzorgd, waardoor de indruk van een normale vergadering versterkt wordt. Het systeem is twee jaar geleden uitgebracht en er zijn er inmiddels 500 besteld. Daarvan is Cisco zelf nog altijd de grootste afnemer, met 240 sets in totaal. Daarnaast heeft het bedrijf zich achter het Connected Bus-initiatief geschaard, een wereldwijd project dat het gebruik van openbaar vervoer propageert. Het is een initiatief van de Clinton Foundation. Diverse wereldsteden hebben zich achter dit initiatief geschaard. Vooral San Francisco, Seoul en Amsterdam zijn deelnemers van het eerste uur, juist omdat hun breedbandinfrastructuur zo goed is, waardoor ze klaar zijn voor de toepassingen die dit project voor ogen staat. In San Francisco heeft dat geresulteerd in een hybride stadsbus, die voorzien is van allerhande webtechnologie, waarmee passagiers bijvoorbeeld realtime kunnen bekijken hoe ze het snelst hun reisdoel bereiken vanuit de bus. Dat moet reizen met ov aantrekkelijker maken voor de autogebonden Amerikanen. De stijgende benzineprijzen helpen hierbij ongetwijfeld minstens zo goed als de trendy bus. Bas Boorsma van Cisco wijst er ook op dat Amsterdam meer gaat samenwerken met Seoul. De Zuid-Koreaanse hoofdstad doet nu een proef met een zogeheten Dynamic Road Pricing System, waarbij autorijders financieel beloond danwel gestraft worden, afhankelijk van onder meer hun snelheid, de soort auto en het tijdstip waar op ze rijden. Dat vereist heel verfijnde netwerktechnieken, volgens Boorsma, en daar komt Cisco natuurlijk weer goed van pas. Enigszins contrasterend is het enthousiasme van datzelfde Cisco voor zijn Visual Networking-producten voor thuisgebruik: een combinatie van streaming digital videotechnologie met social networking-applicaties. Daarmee kan videocontent tamelijk makkelijk geproduceerd, opgeslagen en aangeleverd worden via een wire-to-wireless netwerk. Cisco toont bijvoorbeeld een toepassing op een levensgroot scherm waarop de favoriete sportfragmenten van een gefingeerde gebruiker worden getoond, terwijl hij vanuit een hoekje van dit scherm toegesproken wordt door een kennis. “Wij zijn klaar voor de exabyte”, lacht een woordvoerder van Cisco. Het bedrijf heeft berekend dat een gemiddeld huishouden in 2010 rond de 1,1 terabyte per maand gebruikt met de diverse digitale apparaten in huis. En dat betekent dat een dergelijk huishouden een geavanceerd netwerk nodig heeft om de gewenste applicaties en diensten te kunnen gebruiken. En dat kan ongetwijfeld niet zonder een hoger energieverbruik.SRit/t.vrede@sdu.nl‘Hier in SV wordt je gezién’Een Toyota Prius, liefst met carpoolstickers, een iPhone en een Apple MacBook Air. Dat is de minimale basisuitrusting van de ICT’er die een beetje voor de dag wil kunnen komen in Silicon Valley. En in Silicon Valley gaat het ondanks de misère in de Amerikaanse economie nog heel behoorlijk. De files zwellen al weer aan. De huizenprijzen dalen er niet noemenswaardig. Je nieuwe baan vind je bij voorkeur bij Facebook. Werk je bij Yahoo, dan moet je echt zorgen dat je wegkomt. En Google, tja, dat kán nog wel, maar de prijs van de kinderopvang voor het personeel is verdubbeld en twee chefkoks zijn vertrokken; een naar Apple en een naar Facebook. Silicon Valley blijft toch de plaats bij uitstek voor de innovatieve ICT-ondernemer. Wie voor zichzelf begint in de ICT kan daar terecht in een van de drie zogeheten Plug&Play Techcenters in dit gebied. Voor 600 dollar per maand is al een werkplek beschikbaar in een met schotten verdeelde kantoortuin. Daarvoor heeft de ICT-ondernemer meubilair en telefoon. Dergelijke faciliteiten zijn overal wel verkrijgbaar, maar de meerwaarde van deze centra ligt in de wekelijkse visites van investeerders. Zij willen de nieuwe Google of Facebook niet missen en houden daarom nauwlettend in de gaten wie waar mee bezig is. Wie personeel zoekt, kan gebruikmaken van de drie vaste ICT-recruiters van het techcenter. En een advocatenbureau en een bank introduceren je probleemloos bij een venture capitalist.Neal Blaak van het Nederlandse Adjustables werkt al een paar maanden moederziel alleen in een ‘cubicle’ van 2 bij 3 meter in het Plug&Play Techcenter. Hij zet een Amerikaanse poot op voor het bedrijf, dat is gespecialiseerd in het koppelen van advertenties aan video. “Het is moeilijk om hier als Nederlands bedrijf binnen te komen. Ze willen eerst weten welke Amerikaanse klanten je hebt, welke grote investeerder je hebt. Maar het begint nu een beetje te komen.” Hij begon zijn activiteiten in een kantoorpand in hartje San Francisco, op de 22e verdieping. “Dat is echt niet de juiste omgeving. Hier kun je volop praten met andere start-ups en kom je snel te weten wat nu werkelijk speelt. Je legt veel makkelijker contact met klanten en investeerders. Die komen langs. Je wordt hier in Silicon Valley gezién. Ik heb nu een hele lijst contacten die langs willen komen.”

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in