Innovatie & Strategie

Infrastructuur
stroomnet

Grenzen aan groei: ICT en energie

Energiekrapte kan IT-groei remmen

© TenneT
28 december 2021

Energiekrapte kan IT-groei remmen

De relatie tussen IT en energieverbruik is al jaren bekend. Optredend bij stroomslurpende pc’s (met ooit de Pentium 4 als toenmalige topper), bij stopcontact-zoekende smartphones, en natuurlijk bij grootverbruikers zoals datacenters. Energieverbruik en energiekrapte in Nederland staan niet alleen op het conto van IT, maar het kan IT-groei en daarmee algemene groei wel remmen.

Energie en milieu krijgen meer en meer de kritische aandacht die ze verdienen. Of zelfs: die ze nodig hebben. Ongebreideld gebruik leidt tot overmatig verbruik, van energie en van ons leefmilieu. De IT-industrie is jaren terug al overgegaan op slimme manieren om stroomverbruik aan banden te leggen. Dit niet zozeer (of: alleen) met oog op duurzaamheid, maar vooral vanwege de kosten.

Halflege serverracks

Begin deze eeuw wisten experts nog te extrapoleren dat processors in de niet al te verre toekomst onbetaalbaar groot energieverbruik zouden hebben, met dito hitte-afgifte. Omgerekend naar omvang leverde dit vergelijkingen op met kerncentrales, qua stroomverbruik en qua hitte.

Dat was in het tijdperk van Intels beruchte Pentium 4-processor, die in idle-stand al enkele tientallen Watt per uur verbruikte. Op vol vermogen kon die CPU meer dan 200 Watt verstoken én had-ie flinke koeling nodig. En dan nog was er behoorlijke warmte-afgifte.

Doemvoorspellingen van begin deze eeuw over onhoudbare stijging van energieverbruik en vrijkomende hitte betroffen desktop-pc's, maar ook servers. In datacenters waren energiebehoefte en inefficiëntie toen al groot, groter, gigantisch. Serverracks waar nieuwe systemen in werden gemonteerd, moesten soms expres lege plekken hebben om rekening te houden met de grotere hitte-afgifte ten opzichte van de vervangen machines.

Nieuwere serverruimtes en datacenters hebben meer koelingscapaciteit, maar dat kost ook weer energie. Tussen toen en nu zijn zowel koeling als ook servers zelf veel efficiënter geworden. Stijn Grove, managing director van branchevereniging Dutch Datacenter Association (DDA), weet te vertellen dat het stroomverbruik van datacenters de afgelopen jaren ongeveer gelijk is gebleven, maar dat daarbij de capaciteit flink is toegenomen. Die capaciteit wordt flink benut; het IT-gebruik in Nederland is alleen maar doorgegroeid.

Grote aanjagers daarbij zijn universele omarming van smartphones, toenemend gebruik van cloud computing en recent het massale thuiswerken door de coronapandemie. Grove stipt aan dat de energie-efficiëntie van datacenters veel hoger is dan die van ‘lokaal’ (on-premises) IT-gebruik bij bedrijven zelf. Dit is mede te danken aan de schaalgrootte van koeling. Volgens Grove ligt de PUE (power usage effectiveness) in een serverroom op 2 of zelfs 3, maar is in een datacenter slechts 1,3.

Infrastructuurproblemen

“Een goed voorbeeld is de migratie van de Rijkscloud”, vertelt Grove aan AG Connect. De Rijksoverheid had 64 minidatacenters en heeft die geconsolideerd naar 4 grote datacenters. “Dat heeft het stroomverbruik gehalveerd.” De hele grote cloudaanbieders (zogeheten hyperscalers) hebben nog een streepje vóór; zij kunnen enorme efficiencyslagen maken. Een grote cloudprovider kan om de drie jaar aan hardwarevervanging doen, die zich door de schaalgrootte relatief snel terugverdient.

Het stroomprobleem lijkt dus niet zozeer te zitten in de datacenters zelf, maar waar dan wel? Net zoals oudere serverruimtes en datacenters vroeger niet goed berekend waren op nieuwere technologie, zo hebben nu energienetten moeite met de toegenomen energiebehoefte. Dat betreft overigens niet alleen IT en ook niet alleen verbruik van energie. Het ‘teruggeven’ van energie door bijvoorbeeld zonnepanelen op daken bezorgt energienetten ook problemen. Ironisch genoeg is verduurzaming dus mede-oorzaak voor stroomproblemen.

Maar ernstiger zijn de relatief snel opgekomen stroomvreters zoals laadpalen voor elektrische voertuigen, massale nieuwbouw van huizen en kantoorpanden, plus het sterk gegroeide IT-gebruik. In juni dit jaar wist netbeheerder Liander over het knellende Amsterdamse stroomnet al te melden dat er in korte tijd relatief veel grootverbruikers zijn gekomen.

Normaliter komt er eens in de twee jaar een grootverbruiker bij, maar in 2020 zijn er maar liefst vier bijgekomen. Dat waren niet eens datacenters, waar in 2019 al een bouwstop voor is ingesteld. Nee, de verse grootverbruikers op het Amsterdamse net betroffen een kantoor, een hotel en een logistiek bedrijf dat verduurzaamt. Naast die ‘stroomvreters’ speelt IT echter ook een rol.

Stuiten op grenzen

Informatietechnologie is in de moderne tijd zo goed als onmisbaar, voor maatschappij en economie. En dat zeker in tijden van massaal thuiswerken. Daarnaast is Nederland als infrastructuurrijk land en internetknooppunt niet alleen nu al goed voorzien van datacenters. Ons land is ook aantrekkelijk voor nieuwbouw van datacenters, voor groeiende hostingbedrijven en grote cloudreuzen als Google, Microsoft en Facebook.

IT-groei is nauw verbonden met economische groei. Alleen stuiten we nu gestuit op grenzen aan die groei, door energie. De tijdelijke bouwstop die in de zomer van 2019 is afgekondigd in de gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer is officieel dan wel voorbij, maar het achterliggende energieproblemen is dat zeker niet. Zo is in september 2019 al geconstateerd dat Haarlemmermeer vol is voor datacenters.

Liander bevestigde toen aan AG Connect dat het elektriciteitsnetwerk in die Noord-Hollandse gemeente zo vol is dat het reservenetwerk moest worden ingezet voor reguliere levering aan tenminste één datacenter daar. Die draait dus effectief op noodstroom, wat bij calamiteiten elders heen gaat. De prognose was toen dat een oplossing voor deze situatie nog jaren op zich laat wachten.

Nederland IT-land

Ondertussen staat het stroomprobleem ook IT-gebruik en Nederland zelf in de weg. Branchevereniging Dutch Data Center Association (DDA) heeft in de zomer van 2019 al gewaarschuwd dat die bouwstop de internationale koppositie van Nederland als IT-land kan remmen. Daarnaast is in de politiek opgemerkt dat een stop op datacenters haaks lijkt te staan op het digitaliseringsbeleid van de overheid.

Ook in 2021 sleept deze kwestie nog voort. Sinds begin 2020 de coronacrisis Nederland heeft bereikt, is datagebruik opgezweept door thuiswerken en meer cloudgebruik. En dat niet alleen in Nederland, waar ook veel datacenters staan voor digitale diensten aan gebruikers in andere landen. De uitbouwplannen van techreuzen, hosters en internetknooppunt AMS-IX zijn fors. Laatstgenoemde heeft afgelopen zomer expansie naar Rotterdam aangekondigd, mede ingegeven door krapte in ‘thuisstad’ Amsterdam.

‘Stroomstop’

Maar het is niet alleen de regio Amsterdam waar het knelt qua energie. In september 2021 trad een volgende escalatie op, in Noord-Holland. Ditmaal niet in het drukbevolkte deel waar Amsterdam ligt, maar in het noorden van de provincie. Daar kan netbeheerder Liander geen stroom meer leveren voor nieuwe grootverbruikers in twaalf gemeenten. Een verdeelstation in dat stuk van de provincie heeft zijn maximale capaciteit bereikt.

Fabrieken, grote kantoorpanden en datacenters kunnen er dus niet meer bijkomen in de kop van Noord-Holland. En reeds gevestigde partijen kunnen niet méér energie afnemen. Liander wijst voor de oorzaak van deze ‘stroomstop’ naar de doordenderende digitalisering van de samenleving, maar ook naar de groeiende economie en het in recordtempo bouwen van huizen. Plus de al eerder genoemde nieuwe energienetproblemen door verduurzaming via bijvoorbeeld aardgasvrije woningen.

De netbeheerder werkt natuurlijk wel aan het aanpakken van deze situatie, maar dat duurt enige tijd. Over de situatie in de kop van Noord-Holland is door Liander de prognose afgegeven dat een structurele oplossing in 2025 gerealiseerd is. Daarbij heeft het bedrijf ook aangegeven dat het op meer plekken schaarste op het stroomnet verwacht.

Politiek

Vanuit de politiek (PvdA) klinkt nu de roep naar onafhankelijk onderzoek om stroom- en waterverbruik van datacenters in kaart te brengen. Probleem alleen is dat het verbruik van elektriciteit (en koelwater) niet iets is dat elk datacenter per definitie zelf in handen heeft. DDA-directeur Grove legt uit dat veel datacenters hierop maar beperkt grip hebben, omdat het immers hun klanten zijn die het eigenlijke verbruik (en de daarvoor benodigde koeling) bepalen. Daar op ingrijpen zou technisch misschien wel kunnen, maar is juridisch en bedrijfsmatig een mijnenveld.

Mag een dienstverlener wel ‘afknijpen’ op energieverbruik? En als dat contractueel zou zijn vastgelegd, prijst zo’n aanbieder zichzelf dan niet uit de markt? Bovendien weten datacenters niet wat hun klanten doen, dus stroomvreters aanpakken kan kritieke toepassingen hinderen. “Is dat een ziekenhuis, of een cloudaanbieder die een ziekenhuis als klant heeft?”, schetst Grove dit dilemma. "Natuurlijk geven we wel tips, adviezen” om energieverbruik efficiënt te houden. “Daarmee gaan we al ‘voorbij ons terrein’, want we zijn datacenters en niet IT’ers.”

Twee jaar terug heeft Michiel Steltman, directeur van koepelorganisatie Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), al over de ‘energiecrisis’ gesteld dat datacenters een makkelijk doelwit zijn. De huidige ontwikkelingen - qua digitale infrastructuur en stroomnetcapaciteit - waren zeker tien jaar geleden al zichtbaar. De industrie heeft toen meermaals gewezen op de noodzaak voor groeiplannen en het aanpakken van knelpunten.

EZK: lokale kwestie

In oktober dit jaar heeft de datacenterbranche in een brandbrief aan het nog te vormen kabinet gepleit voor een nationale datacenterstrategie (NDS). Begin november is vanuit demissionair minister Stef Blok van Economische Zaken en Klimaat de reactie gekomen dat dit niet echt nodig is. Vestiging van datacenters is volgens hem een lokale aangelegenheid; voor gemeenten en provincies. Wel wil Blok Nationale Omgevingsvisie (NOVI) verder uitwerken met oog op datacenters. In dat beleidsstuk wordt al wel voorkeur aangegeven voor datacentervestiging op plekken waar er ruime capaciteit op het stroomnet is. De vraag is alleen waar en of die ruimte er nog is, nu en in de toekomst.

Magazine AG Connect

Dit artikel is ook gepubliceerd in het magazine van AG Connect (decembernummer 2021). Wil je alle artikelen uit dit nummer lezen, zie dan hier de inhoudsopgave.

Reactie toevoegen
De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.