Innovatie & Strategie

'Gratis restwarmte datacentra helpt gaskraan sluiten'
De warmte die nu uit datacentra wegvloeit, kan een miljoen huishoudens verwarmen
De warmte die nu uit datacentra wegvloeit, kan een miljoen huishoudens verwarmen
Datacentra zien een uitgelezen kans bij te dragen aan een overgang naar duurzame energie. Het probleem is dat de vele betrokken partijen op elkaar wachten. Er is landelijke regie nodig.
Dat constateert de Dutch Data Center Association (DDA). De brancheorganisatie roept de overheid op stappen te ondernemen. De restwarmte van de gezamenlijke datacentra is genoeg om een miljoen huishoudens te verwarmen.
In mei vorig jaar deed Grove al een vergelijkbare oproep naar aanleiding van het klimaatakkoord van Parijs. Dat leverde veel reactie op, volgens Grove, van alle betrokkenen. "Transporteurs, afnemers, overheid en ingenieursbureau's, iedereen wil er wat mee. Maar als ik nu terug kijk denk ik 'er had al wel wat meer in de steigers kunnen staan'. "
Met name de gemeente Amsterdam is actief aan de slag gegaan met het idee. Het probleem is dat er wel 15 partijen aan tafel zitten en iedereen er wat over wil zeggen. Het idee ligt voor de hand maar het is complex om te realiseren.
De vele duizenden servers in datacentra produceren heel veel restwarmte. Datacentra springen volgens Stijn Grove van de Dutch Datacenter Association heel efficiënt om met energie. "De wet van behoud van energie zorgt er echter voor dat de gebruikte energie voor de rekenprocessen uiteindelijk voor 90 procent als warmte vrijkomt. Het is echt een restprodukt dat wij gratis willen aanbieden. Datacentra zijn echter geen energiebedrijven, dus willen we dat anderen dat gratis aanbod oppakken en er wat mee doen. Het is een uitgelezen kans om Nederland minder afhankelijk van gas te maken zoals de overheid wil."
Partijen wachten op elkaar
Nu al worden stadswijken voorzien van stadsverwarming. Die wordt echter opgewekt met fossiele brandstof en komt van een centrale plek. Het aansluiten van datacentra vergt een meer decentrale aanpak en bovendien zijn de temperaturen anders. In oude wijken vergt de overschakeling op datacenterwarmte te ingrijpende veranderingen, maar bij nieuwbouw zijn er goede mogelijkheden. Zo ook bij de verwarming van zwembaden, kassen, bij industriële toepassingen en op bedrijventerreinen. Grove: "Ik zie dat partijen op elkaar zitten te wachten. Er moeten een aantal pilots worden gestart en een duidelijke regie en kennisuitwisseling komen. Ik denk dat daar een taak voor de overheid ligt." Pensioenfondsen zijn volgens Grove geïnteresseerd om dergelijke verwarmingsprojecten te financieren. Maar dan moeten er wel concrete plannen komen.
Kleinschalige projecten zijn al succesvol
Op enkele plekken in Nederland zijn al kleinschalige projecten succesvol. Zo slaan datacentra op het Science Park in de Amsterdamse Watergraafsmeer de warmte op in de grond die vervolgens door de faculteit Biologie wordt gebruikt om de kassen te verwarmen. In Eindhoven wordt de restwarmte van datacentra gebruikt om de kantoren op de High Tech Campus te verwarmen. Een aantal datacentra werkt nog aan de realisatie van plannen. Zo wil het nieuwe datacentrum van Microsoft in het Noord-Hollandse Middenmeer zijn restwarmte aan de lokale glastuinbouw leveren, terwijl de gaswarmtekoppelingen van de tuinders Microsoft weer van noodstroom kunnen voorzien. Ook Google heeft dergelijke plannen met de industrie in Delfzijl.Dat zijn goede voorbeelden dat het kan, zegt Grove. "Maar ze zijn kleinschalig en te regionaal gericht. Er is behoefte aan een landelijk geleid plan."
is redacteur, coördinator printeditie en heeft als belangrijkste aandachtspunt Innovatie en Strategie, Artificial Intelligence, Datascience, Netwerken, Process Automation.
Telefoon: +31 (0)202467225 of +31(0)618868529
E-mail: t.doorenbosch@agconnect.nl