Flutter2.0 UI-development kit werkt nu voor vrijwel alle platformen

Flutter bestaat nu iets meer dan twee jaar. Gaandeweg groeide het aantal platformen waarvoor de open source UI development kit ondersteuning bood. Maar het ging nog altijd om bèta-versies die niet geschikt waren om de kwaliteit te leveren die nodig is voor apps in de productiefase. Met versie 2.0 komt daar verandering in, constateert Venturebeat mede na een interview met de product manager van Flutter, Tim Sneath.

Native en toch minimaal herschrijven

Het gereedschap is nu geschikt voor het opleveren van apps op Android, iOS, MacOS, Linux, Windows en zelfs voor embedded devices. Flutter maakt gebruik van de Dart-programmeertaal die Google zelf ontwikkelde. Het doel is apps te maken die zo zich veel mogelijk 'native' gedragen op het platform waarvoor ze worden uitgebracht zonder dat er veel code opnieuw geschreven hoeft te worden, specifiek voor dat platform. Dat verlost ontwikkelaars voor een deel van het werk dat gedaan moet worden om tegemoet te komen aan alle verschillen in schermgroottes en de manier waarop gebruikers met hun apparaat werken, zoals muisgebruik, vegen, tikken, wel of geen toetsenbord etc. 

Hoeveel ontwikkelaars nu al werken met Flutter is onduidelijk. Wel groeit de steun voor het platform. Zo heeft Canonical - het bedrijf achter de Ubuntu Linux-distributie - gezegd dat Flutter nu het default framework is voor de ontwikekling van desktop en mobiele apps voor Ubuntu. Ook grote organisaties als Tencent, Sonos en de Amerikaanse makelaar Realtor.com gebruiken het platform. En Google gebruikt het zelf voor bijvoorbeeld Google Analytics, Google Shopping, Google Ads en de Google Nest hub.

Naast Google dragen ook Amazon, Microsoft, Adobe, Huawei, Alibaba, eBay en Square bij aan het opensourceproject.