Loopbaan

Dit is er waar van de stereotypen over vrouwen en tech
Stereotypen hebben enorme impact op carrière en leven, al van baby af aan.
Er bestaan nog altijd allerlei stereotypen rondom de natuurlijke aanleg van mannen en vrouwen. Mannen zouden vaker goed zijn in ruimtelijk inzicht, statistiek en en techniek. Kortom: de ideale kandidaat voor een baan in tech. Vrouwen zouden veel beter zijn in zorgtaken en communicatie, en daardoor minder geschikt voor techbanen. Maar wat is er nou écht waar van die stereotypen?
De IT-sector kent nog altijd weinig vrouwen: slechts zo’n 18% van alle IT’ers in Nederland is vrouw. Een nog altijd veelgehoorde reden is dat vrouwen minder geschikt zijn voor een baan in de IT. Mannen en vrouwen zijn simpelweg anders en hebben andere kwaliteiten. Daarom zitten er minder mannen in het onderwijs en aan communicatieafdelingen, en minder vrouwen bij de informatica-studies, zo is de gedachte dan.
Maar dergelijke stereotypen zijn niet helemaal waar, blijkt uit diverse onderzoeken. Er zijn wel wat verschillen zichtbaar, maar die zijn maar heel klein. “Je ziet dat er vooral verschillen zijn van persoon tot persoon, en niet zozeer tussen mannen en vrouwen”, vertelt Miriam Wickham. Zij is onderzoeker en adviseur bij ZINZIZ dat, op basis van wetenschap organisaties, helpt in het professionaliseren van de sociale zekerheid, welzijn en zorg.
De verschillen wel die gevonden worden, hebben niet inherent te maken met man- of vrouw-zijn. Het mannenbrein is niet per se beter geschikt voor statistiek dan dat van vrouwen, net zoals de hersenen van vrouwen niet meer geschikt zijn voor communicatie. Wat er aan verschillen is, heeft met name te maken met onze eigen cultuur, omgevingsfactoren en de opvoeding. Er lijkt zelfs sprake van een zichzelf vervullende voorspelling, vertelt Wickham: omdat er een bepaalde beeldvorming is rondom mannen en vrouwen, worden zij van jongs af aan (onbewust) gestimuleerd om daaraan te voldoen.
Stereotypen zijn overal
Els Rommes, assistent professor Gender en IT bij de Radboud Universiteit, constateert hetzelfde. “Dat zie je al met speelgoed: jongens worden gestimuleerd om met blokken te spelen en meisjes om met poppen te spelen”, legt ze uit. “Meisjes worden ook meer op communicatie aangesproken, jongens meer op ruimtelijk inzicht. En we weten dat de hersenen zich daar op een gegeven moment ook naar gaan vormen. Die zijn dynamisch en je kunt ze trainen om bepaalde hersengebieden groter te krijgen. Dat is waarschijnlijk een belangrijke verklaring voor de kleine groepsverschillen tussen mannen en vrouwen.”
Registreren
- Direct toegang tot AGConnect.nl
- Dagelijks een AGConnect nieuwsbrief
- 30 dagen onbeperkte toegang tot AGConnect.nl
Ben je abonnee, maar heb je nog geen account? Neem contact met ons op!