Ruim een jaar geleden werd u aangesteld als directeur van de DHPA. Uw opdracht luidde: ‘scherp de visie, missie en doelstelling van de DHPA aan’. Waarom was dit nodig en wat heeft u in de tussentijd zoal bereikt?

“De online sector is van onmisbaar belang voor de Nederlandse economie. Complete sectoren zijn afhankelijk van het betrouwbaar en veilig functioneren van online diensten. De hostingbranche zit in een stroomversnelling en is toe aan een verdere professionalisering en nauwere samenwerking binnen en buiten de sector, met zowel bedrijfsleven, politiek als onderwijsveld. De markt vraagt bovendien om transparantie en goede regelgeving, en de DHPA is een ideaal platform om dit te realiseren.

Ik vind dat de hostingsector inmiddels echt op de kaart is gezet. We worden niet meer geassocieerd met cowboys en een servertje, maar met een professionele faciliterende industrie. Daarnaast is het aantal deelnemers gegroeid van 16 naar 29 en ook het aantal partners is fors uitgebreid.

Zo is Intel onlangs toegetreden als Technology Partner, naast onder meer Dell, Cisco, EMC, HP, IBM en Microsoft. Daarnaast zijn er een flink aantal business partners, endorsers en partnerorganisaties. Overigens is groei geen doel op zich. Het gaat erom dat bedrijven zich thuis voelen bij onze kernwaarden: kwaliteit, transparantie, professionaliteit, met focus op security en certificeringen. De klant wil weten waar hij aan toe is en of zijn provider een professional of een hobbyist is met een tweedehands servertje in de bezemkast. Deelnemers moeten zich houden aan onze Code of Conduct. In deze gedragscode staat onder andere beschreven op welke wijze de deelnemers met elkaar, hun klanten en hun personeel omgaan.

Onlangs hebben we een escrow-optie gelanceerd en een eigen kwaliteitskeurmerk aangekondigd. Overigens was de term keurmerk een beetje ongelukkig gekozen. Dan krijg je telefoontjes van partijen: ‘Wat kost jullie keurmerk?’ en dat is juist niet wat we willen. We willen het vertrouwen borgen en bestaande normen zijn niet afdoende.”

Tijdens de afgelopen deelnemersvergadering is afgesproken dat de focus vanaf nu volledig komt te liggen op opleidingen en de beschikbaarheid van technisch personeel. Waarom?

“De hostingsector groeit heel hard en heeft een toenemende behoefte aan goed geschoolde netwerk- en platformtechnici, en andere specialisten op het gebied van service development en service delivery. Nederland heeft een bloeiende internetsector: AMS-IX is het grootste internetknooppunt ter wereld, ons land heeft relatief veel vierkante meters datacenter, Microsoft en Google zitten hier met enorme datacenters, en Interactive 3D, de grootste gamehoster ter wereld, zit in Rotterdam. Daar mogen we best trots op zijn, maar dat besef is er niet. Binnen die muren gebeurt van alles waar hoogopgeleid personeel voor nodig is, maar dat is bij maar weinig mensen bekend.

Het aantal IT-studenten in het mbo, hbo en wo lijkt echter op een dieptepunt te zijn beland. Techniek is al niet populair, laat staan ‘harde IT’. Hierdoor hebben steeds meer hosters moeilijk te vervullen vacatures. In het mkb gaat het soms maar om twee of drie vacatures per bedrijf. Dat lijkt peanuts, maar het probleem is dat het overal zo is. Alleen al bij onze deelnemers zijn er op dit moment meer dan tachtig technische vacatures. Dit gaat straks enorm wringen. Het tekort is het schrijnendst bij senior netwerkbeheerders met kennis van complexe netwerken, servicemanagers, datacentertechnologen, high-end operators en Microsoft-engineers. Het gaat dus om hooggeschoolde IT’ers, met de nadruk op de T van Technologie.

Die tekorten zijn er al sinds de opmars van internet, maar door de centralisatieslag en de schaalvergroting die de opmars van cloud met zich meebrengt, loopt het tekort in rap tempo op en wordt de omvang van het probleem pas echt pijnlijk duidelijk.

Deze ontwikkeling baart ons ernstig zorgen. Als we niets doen aan het tekort aan personeel, leidt dat tot schade. Nederland wordt minder aantrekkelijk voor hostingpartijen en datacenters als vestigingsplaats, de kwaliteit van de dienstverlening aan bestaande klanten lijdt eronder en het belemmert de groei. Dit schreeuwt om een actieplan.”

Wat houdt dat actieplan precies in?

“We starten binnenkort met het programma ‘Cloud is cool’. Doel van het programma is het verbeteren van het imago van de online branche als werkgever. De medewerkerstevredenheid in de sector is hoog, het werk is interessant, de bedrijfscultuur is vaak prettig en er wordt bovengemiddeld betaald – maar je moet wel weten dat het er is. Hosting zit erg onder de motorkap, mensen hebben er geen beeld bij. We zullen dus hard aan de slag moeten gaan met de zichtbaarheid. Als mensen wel een beeld hebben van hosting, is het bovendien vaak een verkeerd beeld. Het werk wordt vaak als nerdy en saai bestempeld, terwijl het superspannend en afwisselend is en maatschappelijk ook nog eens hartstikke relevant.

We beginnen aan de basis, in het middelbaar onderwijs. Omscholen van oudere IT’ers is vaak geen optie, omdat het vak te complex is. Je kunt ze vakkennis bijbrengen, maar de passie voor techniek moet in je DNA zitten, anders heeft het geen zin.

Hosting is toch meer dan alleen de cloud?

We hebben met ‘cloud’ bewust een term gepakt die tot de verbeelding spreekt, ook al dekt het niet helemaal de lading van de hele hosting­sector. Met de campagne willen we het belang van de online sector voor de BV Nederland benadrukken met rolmodellen en aansprekende voorbeelden. Zo staat er bijvoorbeeld ergens in Nederland een database met oormerken van koeien zachtjes te pruttelen in een datacenter. Je zou zeggen: zo’n kleine database kan tegenwoordig toch bijna op je mobiele telefoon? Maar als dat ding het niet zou doen, dan staat binnen twee dagen de hele zuivelproductie stil. Die systemen zijn gekoppeld en er is geen handmatige controle meer. Dat betekent dat het 24 uur per dag, zeven dagen in de week in de lucht moet zijn en dat het bovendien veilig moet zijn. Dat vereist complexe engineering en expertise om dat te kunnen.

Het is nog te vroeg om te zeggen hoe we de campagne precies vorm gaan geven, wat de exacte doelen zijn en welk prijskaartje eraan hangt, maar het enthousiasme onder onze leden is in ieder geval groot. We werken actief samen met opleidingsinstituten en andere verenigingen. Ieder jaar organiseert de DHPA een Techday voor docenten en studenten. En sommige van onze hostingbedrijven denken mee over het onderwijsprogramma, het curriculum, werken aan een stageplaatsen- en projectenregister, een lijst met mensen die gastcolleges kunnen geven en introductiepraatjes verzorgen voor eerstejaars. Tot slot werkt Nederland ICT aan de campagne Let IT Shine om meer jongeren te interesseren voor een IT-loopbaan of studie. Dat bijt ons niet. We moeten de krachten bundelen en zorgen dat onze uitingen overeenkomen. Er gebeurt van alles, maar dit moet wel worden omarmd door meer hostingproviders en verder worden uitgebreid en verstevigd. ”

Maar hoe zorg je ervoor dat het gezamenlijk belang prevaleert boven het individuele belang? Er is al diverse keren geprobeerd om tot een grootscheepse imagocampagne te komen in de IT-branche, maar zodra het ging om wie doet wat en wie betaalt wat, liep het spaak.

“Dat klopt, maar ik denk dat we lessen kunnen trekken uit het verleden en niet in dezelfde valkuilen moeten trappen. Mijn uitgangspunt is: wat voorheen niet lukte, doen we deze keer goed. Het gezamenlijk belang is alleen maar groter geworden en we moeten het misschien nog wel breder trekken. Ik ben door alle deelnemende partijen met de missie op pad gestuurd om aan een plan voor de lange termijn te gaan werken. De sense of urgency is dit keer zeker aanwezig.”