'Cloud is allang onder ons’

12 november 2010

Staat cloud computing ondanks alle hype nog in de kinderschoenen? Het is maar hoe je het bekijkt, vindt Fredrik Sjostedt. De uit Zweden afkomstige Sjostedt is bij VMware EMEA verantwoordelijk voor Product en Solutions Marketing. Hij betoogt dat cloud computing al nadrukkelijk aanwezig is en goed wordt gebruikt, zowel door consumenten als organisaties.

Kunt u voorbeelden geven van cloud computing die we niet direct als zodanig herkennen?
“We hebben allemaal privé-e-mailaccounts, terwijl niemand van ons een eigen mailserver heeft. In zekere zin bevinden al die mailaccounts zich in de cloud, bij onze eigen serviceprovider of bij een onlinedienst als Gmail of Hotmail. Dat geldt ook voor een groot deel van de zoekmogelijkheden die we benutten, net als voor digitale kaarten.
Wat organisaties betreft, kan ik VMware zelf als voorbeeld nemen. Wij gebruiken veel applicaties in de vorm van software-as-a-service (SaaS), bijvoorbeeld Salesforce.com en SuccesFactors voor ‘human capital management’. Die zijn gebaseerd op de cloud.
Je moet het begrip ‘cloud’ opdelen in kleinere, beter verteerbare brokken. Er zijn cloudproviders die infrastructuur aanbieden, zoals Terremark. Andere organisaties bieden platforms in de cloud aan waarop je applicaties kunt ontwikkelen. Ook zijn er spelers op de markt die zich meer met software-as-a-service bezighouden.”

Wat is het grootste probleem voor bedrijven die de cloud willen omarmen?
“De vraag waar organisaties nu voor staan, is hoe je al deze verschijningsvormen van de cloud samenbrengt, hoe je de huidige IT-omgevingen kunt transformeren om van de voordelen van cloud computing te profiteren. Enkele van die voordelen zijn dat de cloud schaalbaar, flexibel en dynamisch is, en dat je betaalt afhankelijk van het gebruik in plaats van een grote investering vooraf in je interne IT-infrastructuur te hoeven doen.
De uitdaging voor IT-organisaties is hoe ze greep krijgen op de veranderingen vanuit een managementperspectief. Ze moeten nog steeds dienstverlenend zijn aan de bedrijfsvoering. Door dat efficiënter te doen, kunnen ze hun financiële middelen anders besteden.
Uiteindelijk is de hamvraag hoe IT kan bijdragen aan een antwoord op veranderingen in de bedrijfsdynamiek. Het kan dan gaan om de economische recessie, maar ook om een fusie of overname, waarbij het overgenomen bedrijf zijn eigen IT-infrastructuur met zich meebrengt. Als je alles fysiek blijft doen, is integratie moeilijker. Als je uitgaat van een interne cloud, gebaseerd op virtualisatie, is het makkelijker om de activa van het overgenomen bedrijf ook te virtualiseren en over te brengen naar je eigen infrastructuur.”

Er gaan stemmen op dat het traditionele besturingssysteem zijn langste tijd heeft gehad. VMware’s topman Paul Maritz, zelf afkomstig van Microsoft, heeft Windows herhaaldelijk de wacht aangezegd. Zou het echt zo’n vaart lopen?
“Er is al een heel duidelijke ontwikkeling in die richting aan de gang met de grote, monolithische besturingssystemen die van alles en nog wat doen. Sommige operating systems hebben zelfs applicatieachtige functionaliteit ingebouwd, zoals e-mail tot agendering. Ze zijn erg groot en complex geworden, met verschrikkelijk veel programmacode die je moet onderhouden.
Aan de andere kant zie je een trend om besturingssystemen gestroomlijnder en gespecialiseerder te maken. Je hebt al die toeters en bellen niet nodig. Dat is ook goed uit oogpunt van veiligheid omdat er minder aangrijpingspunten zijn voor aanvallers. Het is ook makkelijker om nieuwe versies uit te brengen als je minder code hoeft te onderhouden.
Neem een hardwarematige firewall. Wat kenmerkt zo’n apparaat? Niet de hardware. In essentie is het gewoon een server met een processor en netwerkvoorzieningen. Daarbovenop heeft de fabrikant een Linuxkernel gezet waar alle overbodige zaken uit zijn gesloopt.
Smartphones zijn een ander duidelijk voorbeeld. Daar zit wat basisfunctionaliteit in en daarnaast heb je de apps. Een deel van de algemene functionaliteit is verdwenen naar de laag van de virtuele infrastructuur. Het besturingssysteem hoeft niet meer direct met de fysieke hardware te praten, maar alleen met de virtualisatielaag die CPU-cycli, geheugen, opslag en netwerkvoorzieningen biedt.
Dezelfde trend zet zich heel sterk voort in de idee van een virtueel datacenter. De hardware zelf wordt abstract gemaakt, omdat het simpelweg om serverfunctionaliteit gaat. Voor organisaties is het besturingssysteem niet het belangrijkste, het gaat ze om de bruikbaarheid van de applicaties, om de informatie daarbinnen en om de toegankelijkheid voor de gebruikers.”

Steve Ballmer, topman van Microsoft, heeft onaardige dingen over VMware gezegd. Hij kon zich niet voorstellen dat mensen geld betalen voor iets dat Microsoft gratis aanbiedt.
“Je moet geen appels met peren vergelijken. Zijn verhaal komt erop neer dat je een besturingssysteem hebt en daaronder een hypervisor voor de virtualisatie, en dat Microsoft die hypervisor weggeeft. Bij VMware kun je onze vSphere-hypervisor ook gratis downloaden, wat dat betreft is er geen verschil.
Maar de hypervisor is niet het belangrijkste stuk. Het draait om de mogelijkheden voor management waartoe de hypervisor je in staat stelt. Bij Microsoft moet je trouwens de managementsuite nog steeds kopen. Vanuit dat perspectief is er geen tastbaar verschil uit oogpunt van kosten.
Vervolgens moet je kijken naar wat virtualisatie je te bieden heeft. De mogelijkheid om een virtuele machine van de ene fysieke host naar de andere te verplaatsen, wat wij vMotion noemen, is een kritieke voorziening. Daardoor kan een IT-organisatie op een heel andere manier onderhoud plegen dan voorheen en kan zij hoge beschikbaarheid en fouttolerantie bieden voor de applicaties.
De juiste vergelijkingsmaatstaf is daarom niet dat de hypervisor gratis is, want dat is bij iedereen zo, maar wat de kosten per applicatie zijn binnen je infrastructuur.”

Maar het punt van Ballmer was ook dat de totale kosten bij VMware hoger uitvallen dan bij Microsoft.
“Nogmaals, je moet het totaalbeeld bekijken. Je kunt niet zomaar de kosten van een Windows-licentie afzetten tegen het feit dat je bij VMware naast onze software ook onderdelen van Windows of een ander besturingsysteem nodig hebt. Wat ook telt is hoeveel onderliggende hardware je nodig hebt om dezelfde infrastructuur te laten draaien. Wij bieden een veel betere benutting, je hebt veel minder fysieke hardware nodig.
Het duurste onderdeel in een datacenter is niet noodzakelijkerwijs de softwarelicentie. Het is de hoeveelheid servers, opslag en netwerkapparatuur die je nodig hebt om de zaak draaiende te houden. Als je minder hardware nodig hebt, is zonneklaar dat de kosten per applicatie ook lager uitvallen.”De vraag voor
organisaties is hoe je alle verschijningsvormen samenbrengt

 
Lees het hele artikel
Je kunt dit artikel lezen nadat je bent ingelogd. Ben je nieuw bij AG Connect, registreer je dan gratis!

Registreren

  • Direct toegang tot AGConnect.nl
  • Dagelijks een AGConnect nieuwsbrief
  • 30 dagen onbeperkte toegang tot AGConnect.nl

Ben je abonnee, maar heb je nog geen account? Neem contact met ons op!